Voor de overheid brengt technologie kansen, zegt de Rotterdamse wethouder digitale inclusie Faouzi Achbar in het voorwoord van het boekje. ‘Maar we moeten tegelijkertijd opletten dat we goed nadenken over de toepassing van smart cities. Wat brengt het ons en wat levert het op?’
In duo-interviews proberen zeventien wetenschappers en praktijkdeskundigen hier een antwoord op te geven. Daarbij moet volgens hen wel steeds de vraag worden gesteld of technologie wel nodig is.
Eén van de lessen die de schrijvers van het boekje trekken, is dat beleidsmakers technologische innovaties nog te vaak ten onrechte als onvermijdelijk presenteren.
‘Weerstand kan ook een legitieme uitkomst van participatie zijn’, stellen de auteurs van het boekje. Ook als die weerstand is gebaseerd op informatie die is weerlegt door wetenschappers.
Zo beschrijft het boekje hoe een plan voor 5G-netwerken in lantaarnpalen in de Utrechtse Heuvelrug in de ijskast verdween, nadat een groep bezorgde burgers succesvol bezwaar hadden gemaakt.
Technologie afwegen tegen impact
Ook bepleiten ze dat de opbrengst van technologie altijd wordt afgewogen tegen de impact. ‘Hierbij is het belangrijk om verder te kijken dan privacy-risico’s, maar ook te denken aan de gelijkwaardigheid van burgers, proportionaliteit en de informatie-symmetrie tussen burger en overheid.’
De inzet van technologie, zo stellen de makers van het boekje, ‘vraagt een actievere rol van de gemeenteraad in het bepalen van de koers in wat voor stad wij nu eigenlijk willen leven.’
Want die houdt zich vaak nog afzijdig, zegt Henk Bouwmans, directeur van de Nederlandse Vereniging voor Raadsleden in het boekje.
‘Technologie en digitalisering staan niet eens in de top 25 van belangrijkste onderwerpen volgens gemeenteraads- leden. Pas als een probleem of incident is, zoals een datalek, is er aandacht voor. Maar die aandacht ebt ook snel weer weg.’
Ook ambtenaren moeten met de nieuwe technologie kunnen omgaan. ‘Ook al is de legitieme inzet van technologie in de theorie helder, dat betekent nog niet dat ambtenaren er in de praktijk goed mee kunnen werken.’
Zelf de wijk blijven ingaan
De schrijvers vinden dat technologie nooit een vervanging kan zijn van zelf actief de wijk ingaan. ‘Als agenten in een appgroep zitten, is dat geen vervanging voor echt contact,’ zegt Wilco Berenschot, Landelijk Operationeel Expert bij de Nationale Politie en voormalig wijkagent in Rotterdam-West.
En als technologie wordt ingezet, moet duidelijk zijn over wat de technologie wel en niet registreert, wie de eigenaar is van de apparatuur en waar mensen hun beklag kunnen doen.
Dan kan technologie helpen. ‘Zo kun je AI bijvoorbeeld inzetten om verschillende belangen zichtbaar te maken, maar ook om juist zwakkere stemmen naar voren te halen’, aldus het boekje. ‘Ook kunnen data en slimme technologie gemeenten helpen schaarse mensen en middelen optimaal in te zetten.’
Versterken democratie
Jan-Willem Wesselink, programmamanager van de Future City Foundation las het boekje en is blij met de aandacht van wetenschappers voor het onderwerp.
‘Binnen de City Deals ‘Een slimme stad, zo doe je dat’ en ‘Slim Maatwerk’ werken we al een aantal jaar aan die in publicatie genoemde vraagstukken.’
‘De vraag die daarbij centraal staat is: hoe gebruiken we de kansen die digitalisering biedt en versterken we tegelijkertijd onze democratie en maken we leefbare steden.’
Wesselink werkt binnen een ecosysteem van ruim honderd publieke en private partijen in de City Deals en het netwerk van Dutch Metropolitan Innovations (DMI).
Dat netwerk legt een digitale koppeling aan tussen mobiliteit, ruimte en verduurzaming. Op die manier wordt er basis gelegd voor slimme en duurzame verstedelijking en mobiliteit in Nederland Ecosysteem.
‘Dat is niet gemakkelijk en er is veel -wetenschappelijk- onderzoek nodig om de goede keuzes te maken’, zegt Wesselink.
‘We staan aan de vooravond van belangrijke en ingewikkelde beslissingen op vele vlakken. Daar hebben we alle slimme koppen van dit land bij nodig.’