Van de corporaties heeft 65 procent gereageerd op een enquête van Aedes, goed voor 75 procent van de sociale huurwoningen in Nederland. Van hen geeft 63 procent aan onvoldoende locaties voor die geplande woningen in beeld te hebben.
De ambities kunnen alleen van de grond komen als gemeenten en projectontwikkelaars voldoende bouwlocaties tegen redelijke grondprijzen voor sociale woningbouw aanbieden. Aedes roept gemeenten, projectontwikkelaars en het Rijk dan ook op hier snel werk van te maken.
Die oproep lijkt overigens gehoord: deze week presenteerde minister De Jonge plannen om hoge grondprijzen aan te pakken.
250.000 nieuwe sociale huurwoningen
De corporaties hebben plannen zijn om tot en met 2030 zo’n 187.000 sociale huurwoningen en 20.000 middenhuurwoningen te bouwen.
Als de uitkomsten van het onderzoek worden doorvertaald naar de hele sector, dan ligt de realisatie van de afgesproken 250.000 te bouwen sociale huurwoningen in 2030 binnen bereik, denkt Aedes.
Zelfs als alle grond morgen beschikbaar komt, is er nog een andere bottleneck in beeld. Aedes zegt dat ook bij de geplande woningen nog vertraging te verwachten is omdat procedures bij bestemmings- of omgevingsplannen langzaam gaan.
Rente- en bouwkosten
Ook kunnen oplopende bouwkosten roet in het eten gooien. Uit een doorrekening van de Nationale Prestatieafspraken (NPA) in opdracht van het ministerie van BZK en Aedes blijkt dat leningen duurder uitvallen door de hoge rentestand en de verder oplopende bouwkosten.
Het totaal aan investeringen in sociale huurwoningen loopt daardoor tot en met 2030 met zo'n 6 miljard euro op naar 86 miljard euro. Sommige corporaties lopen al eerder tegen hun financiële grenzen aan.
Voor alle corporaties geldt dat het duurzaam bedrijfsmodel onder druk komt te staan, hiervoor moet voor 2030 een passende oplossing worden gevonden.