Stijgende rentes, hoge bouwkosten en onzekerheden rond nationale regelgeving maken investeringen in woningbouw op dit moment onzeker. Woonminsiter Hugo de Jonge waarschuwt voor een ‘bouwdip’ in 2024.

Om die dip voor te zijn tekenden verschillende steden al doorbouwakkoorden, waaronder Rotterdam en Eindhoven. Ook Den Haag komt nu met een plan om de woningbouw de komende jaren op peil te houden.

De gemeente en marktpartijen tekenden woensdag het zogenaamde ‘Doorbouwverbond 2023-2026’, op vastgoedbeurs de Provada. Andere partijen die betrokken zijn bij de Haagse woningbouwopgave kunnen het verbond de komende tijd nog ondertekenen.

‘We moeten alle zeilen bijzetten om onze ambitie van het bouwen van vierduizend woningen per jaar, waarvan een groot deel sociaal en betaalbaar, te realiseren. Daarbij hebben we elkaar meer dan ooit nodig. Ik ben blij dat we met het sluiten van het Doorbouwverbond het belang van die samenwerking onderstrepen’, zegt wethouder Martijn Balster van Volkshuisvesting.

‘We bouwen door aan de toekomst van onze stad, ook nu het moeilijk is. De komende twintig jaar groeit onze stad met 100.000 inwoners. Kinderen van huidige inwoners en nieuwe mensen die hier komen werken, moeten ook ergens kunnen wonen’, zegt wethouder stedelijke ontwikkeling Robert van Asten. ‘Om dat voor elkaar te krijgen werken we nauw samen met ontwikkelaars, bouwers en corporaties. Ondanks de lastige marktomstandigheden zetten we samen de schouders eronder.’

Het verbond kwam tot stand na gesprekken tussen de gemeente, corporaties en marktpartijen. Daarin werd kennis opgehaald over wat nodig is om de komende tijd maximaal door te blijven bouwen. De partijen spreken af intensiever met elkaar samen te werken. Niet alleen met elkaar, maar ook samen richting het Rijk, de provincie en de regio. Gemeenten en markt kunnen het volgens de gemeente Den Haag niet alleen.

De samenwerkingspartners richten de inspanningen op het zo snel mogelijk starten met bouwen na het verlenen van een vergunning en het opstellen van duidelijke bouwkaders voor alle betrokkenen. Er is in het bijzonder aandacht voor projecten die starten tussen 2023 en 2025. Daar valt op korte termijn de meeste winst te behalen.

Ook zeggen partijen toe te blijven investeren in de stad, zoals groen en mobiliteit. De gezamenlijke inzet moet de bouwproductie voor in ieder geval 2023, 2024 en 2025 op peil brengen. De komende tijd gaan de partijen om tafel om de afspraken nog verder uit te werken.