Door: René Kleij, Businessconsultant Crotec

'Eenvoudig beter' is het motto. In een notendop behelst de Omgevingswet samenhang van ruimtelijk beleid, meer inzicht en voorspelbaarheid, snellere procedures en een grotere bestuurlijke afwegingsruimte. Het succes van de wet is grofweg gestoeld op drie pijlers: cultuurverandering, organisatie en techniek. Hiervan is cultuurverandering binnen een werkveld dat verandert van 'Nee, tenzij' naar 'Ja, mits' de belangrijkste.

Hierover zijn al veel artikelen gepubliceerd. Dit stuk zoomt in op het onderdeel techniek. De nieuwe wet biedt naast een samenhangend juridisch kader ook nieuwe kansen en uitdagingen op het gebied van digitalisering. De Omgevingswet stelt digitalisering als vormvereiste voor de zogenoemde omgevingsdocumenten. De kerninstrumenten die als omgevingsdocument in de wet zijn benoemd: omgevingsvisie, programma, omgevingsplan, omgevingsvergunning, omgevingsverordening, projectbesluit en waterschapsverordening. Met de ervaringen die in de wereld van de ruimtelijke ordening zijn opgedaan met het op digitale wijze opstellen, beheren, publiceren en uitwisselen van ruimtelijke instrumenten krijgen we nu een uitgelezen kans om verder te werken aan een zo optimaal mogelijk digitaal proces. Daarbij staan we voor een zestal uitdagingen:

1 Geconsolideerd beleid

De praktijk onder de huidige Wet ruimtelijke ordening is dat het actuele beleid alleen kan worden achterhaald door alle vastgestelde plannen ter plaatse van de gevraagde locatie chronologisch te toetsen op hun geldigheid. De stapeling van plannen en gerechtelijke uitspraken maken het geheel erg complex. Voor de gemiddelde gebruiker is het dan ook erg moeilijk om vast te stellen of een activiteit ergens wel of niet mag worden uitgevoerd. Met de Omgevingswet krijgt iedere gemeente voor haar gehele grondgebied een altijd actueel (geconsolideerd) omgevingsplan.
Dat kan ook nu al. Met RoConsolideer is het mogelijk om gepubliceerde plannen vanaf de weblocatie van een bronhouder dagelijks op te halen en de gml om te zetten naar een database. Hierbij worden de oude overlapte delen weggesneden en vervangen door objecten uit het nieuwe plan. Op deze wijze ontstaat een gemeentebreed pré-omgevingsplan waarmee al volop ervaring kan worden opgedaan.

2 Beheerproces

Een geconsolideerd omgevingsplan betekent dat er geen zelfstandige (wijzigings)plannen meer worden vastgesteld. Wat nu een planwijziging is, zal onder het regime van de Omgevingswet een mutatieset zijn die na vaststelling direct in het omgevingsplan wordt verwerkt (geconsolideerd). Temporele attributen zorgen ervoor dat de historische ontwikkeling op een locatie inzichtelijk kan worden gemaakt. Er liggen nog grote uitdagingen. Een centrale registratie van omgevingsdocumenten vraagt er bijvoorbeeld om dat ieder object uniek kan worden geïdentificeerd. Hoe hiermee om te gaan in situaties waarbij zowel door de bronhouder als door externe partijen mutatiesets worden geleverd, zal uiteindelijk in de landelijke standaarden en afspraken moeten worden vastgelegd.

3 Integraal werken

De Omgevingswet behelst een integrale benadering van onze fysieke leefomgeving. Alle locatiegebonden beleidsaspecten die de leefomgeving raken, worden vanuit één juridisch kader in omgevingsdocumenten vastgelegd. Alle betrokken afdelingen/partijen dienen hun regels dan ook objectgericht en conform de dan geldende standaarden beschikbaar te maken. Veel gemeenten werken al met objectgerichte tekstverwerkers zoals RoTekst. Nu nog voorbestemd voor de planjuristen van de afdeling ruimtelijke ordening, straks voor iedereen die regels maakt voor de fysieke leefomgeving.

4 Samenhang

Samenhang is een tweede pijler van de Omgevingswet. In beleidsregels vastgelegde keuzes voor bijvoorbeeld functies en waarden dienen tot stand te komen in overleg met alle betrokken partijen. Laten we wel wezen, dat is nu ook al mogelijk en veel gemeenten kennen een breed vooroverleg met alle betrokken stakeholders. Toch gebeurt dat lang niet overal. Door geïntegreerd en samenhangend te werken is hier landelijk gezien zeker winst te behalen. In tijd, geld en kwaliteit. Hoewel dit vooral een organisatorische uitdaging is, kunnen digitale oplossingen deze processen prima ondersteunen. Oplossingen die het planproces monitoren en sturen, zoals RoBeheer, spelen hierop in. Web-based, servicegericht en standaard koppelvlakken met aanpalende beleidsinstrumenten zijn daarbij van cruciaal belang.

5 Gegevens

De basis voor een goede leefomgeving wordt gevormd door de beschikbaarheid van kwalitatief goede gegevens. De overheid werkt in dat kader aan (basis)registraties die voldoen aan de drie B’s: beschikbaar, betrouwbaar en bestendig. Deze bronnen zijn in principe beschikbaar voor alle belanghebbenden, zodat iedereen een gelijke informatiepositie heeft.
Naast deze registraties zijn per domein ook andere gegevensbronnen in beeld. In de nabije toekomst zullen we een toename zien van realtime gegevens die door monitoring van de leefomgeving beschikbaar komen. Gegevens die alleen op het moment van raadplegen actueel zijn. In het beheerproces moet het dan ook mogelijk zijn om min of meer statische gegevensbronnen te combineren met dynamische realtime gegevens.
Een nieuwe ontwikkeling op dit gebied is C-SAM Centraal. Een innovatief geomagazijn, waarmee databronnen ongeacht hun herkomst naar behoefte kunnen worden opgeslagen of gekoppeld. Analyses op basis van een combinatie van statische en dynamische data worden daarmee op een eenvoudige wijze mogelijk gemaakt.

6 Vraaggestuurd versus aanbodgericht

We zijn erg gewend aan plannen die een compleet beeld geven van alle regelgeving op een gegeven locatie. In de digitale raadpleegomgevingen is dat niet anders. Hoewel we daar met geavanceerde filtertechnieken wel meer overzicht nastreven, is dat een filtering op het totaalaanbod van gegevens. De Omgevingswet integreert wet- en regelgeving voor alle locatiegebonden zaken binnen de fysieke leefomgeving. Het aantal partijen dat regels opstelt voor de fysieke leefomgeving groeit. Dat betekent ook dat er een grotere verscheidenheid aan partijen ontstaat die vanuit dezelfde instrumenten geïnformeerd moeten worden. Het wordt dus zaak om raadpleeginstrumenten te creëren die gebaseerd op een vraag de juiste gegevensbronnen benaderen om aan de gestelde informatiebehoefte te voldoen.

Uit de startblokken

Dit is het jaar waarin werk wordt gemaakt van de concepten voor standaarden die ten grondslag liggen aan het Digitale Stelsel van de Omgevingswet (DSO). Gaan we met elkaar wachten tot alles in beton is gegoten? Koersen we af op een mega-operatie, zoals we in 2009 en 2010 hebben doorgemaakt rond de digitale verplichtingen van de Wet ruimtelijke ordening (Wro)? Zetten we in op actualisatie van plannen die van rechtswege als omgevingsplan worden aangemerkt en dan de overgangsperiode naar een echt Omgevingsplan kunnen uitdienen?

Laten we ons niet gek maken door het rumoer over de nieuwe wet en de onzekerheden daarbij. Denk nu al na over cultuur en organisatie en groei mee naar het nieuwe model. Houd de technische ontwikkelingen in het oog en groei ook hierin mee met de ontwikkelingen in de komende jaren. Vertrouw erop dat de leveranciers, net als u, hard werken om u als gebruiker mee te nemen in een soepele overgang naar de Omgevingswet.

René Kleij is Businessconsultant bij Crotec
Beeld: Ministerie van Infrastructuur en Milieu