VRO-minister Hugo de Jonge wil dat Nederland in 2030 900.000 nieuwe woningen telt. Maar de bouw daarvan gaat stroef. Door onder meer de oplopende rente, stijgende grondstoffenprijzen en gebrek aan locaties, zingt steeds meer rond dat het een onhaalbaar getal is.

Daarom moet er beter gebruik worden gemaakt van de bestaande woningvoorraad, schrijft de minister in een brief aan de Tweede Kamer. Dat gebeurt nu nog relatief weinig, maar de potentie is groot, aldus De Jonge.

Met splitsen, optoppen, de microwoningen en transformatie wil de minister ‘zijn’ 900.000 woningen haalbaar maken. ‘Zo kan ook het beter benutten van de bestaande voorraad bijdragen aan de realisatie van de 900.000 woningen tot en met 2030’, schrijft hij.

Meer woningen op de kavel

De minister wil zorgen voor ‘meer woningen op de kavel’. Woningsplitsing zou tot 2030 80.000 tot 160.000 ‘nieuwe’ woningen kunnen opleveren. Een ‘handreiking splitsen’ moet gemeenten stimuleren om hier actief mee aan de slag te gaan. 

Met optoppen, waarbij woningen bovenop bestaande complexen worden gebouwd, kunnen nog eens 100.000 woningen toegevoegd. ‘Galerijflats, portiekflats, kantoren, winkels, het biedt allemaal kansen. Er ligt in feite gratis grond op de daken’, zei een expert eerder over de aanpak tegen Stadszaken.

Om de optop-potentie te benutten, wil de minister bouwstandaarden ontwikkelen. Daarvoor gaat hij samen met een aantal marktpartijen, overheden en corporaties die actief zijn met optoppen, een programmatische aanpak uitwerken.

Verder ziet de minister kansen in ‘microwoningen’. Dat zijn kleine zelfstandige woningen die op of bij reeds bebouwde kavels, bijvoorbeeld in achtertuinen of erven, (tijdelijk) bijgeplaatst kunnen worden. De Jonge vindt deze vooral geschikt voor mantelzorg. Hij zorgt ervoor dat het plaatsen van mantelzorgwoningen onder bepaalde voorwaarden vergunningsvrij blijft onder de Omgevingswet.

Een laatste middel voor meer woningen op de kavel is transformatie, van bijvoorbeeld kantoren tot woningen. Gemeenten doen dit al veelvuldig.

Meer mensen in één woning

De minister wil er ook voor zorgen dat er meer mensen in één huis gaan wonen. ‘Vooral voor veel ouderen is het kunnen blijven wonen in je eigen woning en je vertrouwde buurt belangrijk. De ruimte in deze woningen kan beter benut worden door samenwonen of het verhuren van een deel van de woning aan te stimuleren’, staat in de brief.

De minister wil dit samenwonen aanmoedigen door belemmeringen weg te nemen en communicatie richting huishoudens te verbeteren. Verder wil hij wat doen aan financiële regelingen die samenwonen ontmoedigen. De leeftijdsverhoging van de kostendelersnorm, waarbij samenwoners worden gekort op hun uitkering, is daar onderdeel van.

Als laatste wil de minister hospitaverhuur stimuleren. ‘Hospitaverhuur kan een bijdrage leveren aan het huisvestingsvraagstuk van verschillende doelgroepen, zoals studenten, kwetsbare jongeren of statushouders’, schrijft hij. De minister start dus een informatiecampagne over hospitaverhuur, met daarin speciale aandacht voor de impact van kamerverhuur op inkomen of toeslagen en hoe de verhuurder het kamerverhuur goed kan regelen.

De Jonge informeert de Kamer eind dit jaar over de voortgang van het beter benutten van de bestaande bebouwing.