'De timing van de Provinciale Statenverkiezing half maart was een ongelukkige’ zegt Margreet Verwaal, senior beleidsmedewerker Ruimte bij het Ministerie van Economische Zaken. Daarnaast was er volgens Verwaal door de complexiteit van ruimtelijke ordening onvoldoende tijd om de consequenties van het voorgenomen beleid te doorgronden. ‘Daarbij komt dat een belangrijke verantwoordelijkheid ligt bij provincies.'  

Binnen de beleidslijn ‘Grip op grootschalige bedrijfsvestigingen’ werken drie de ministeries EZK, VRO en I en W en provincies in opdracht van de Kamer aan een aanpak voor de vestiging van grootschalige distributiecentra. Ook moet de lijn voor meer helderheid zorgen over de beschikbare plekken voor productiebedrijven, bouw- en maakindustrie, datacenters en fabrieken voor hernieuwbare energieproductie.  

In een brief aan de Tweede Kamer schreef minister Adriaansens van Economische Zaken eind vorig jaar dat de beleidslijn in het eerste kwartaal van dit jaar klaar zou zijn. De status is nu dat de contouren van het beleid klaar zijn.  

De definitieve beleidslijn verschijnt pas eind dit jaar omdat volgens EZK verschillende zaken nog moeten worden uitgezocht en verkend tussen provincies, IPO (Interprovinciaal Overleg), VNG en het Rijk.  

Ruimtelijke ordening te complex voor snelheid 

Voormalig gedeputeerden konden volgens Verwaal een week voor de verkiezingen niet een beslissing nemen over de beleidslijn. ‘Zij wilden ook vanwege de mogelijke opvolging niet over hun graf regeren. Ik denk dat dit niet gek is geweest, ook gezien de complexiteit van dit proces. Zorgvuldigheid is gewenst. Het is nu zaak om met de nieuwe gedeputeerden weer verder samen te gaan.’ 

De complexiteit is vooral het vaststellen van een uniforme werkwijze voor alle provincies bij de uitvoering. Verwaal: ‘Dat vereist dat er bijvoorbeeld rondom de eisen voor ruimtelijk kwaliteit duidelijke afspraken worden gemaakt. Die afspraken moeten ervoor zorgen dat het algemene niveau en kwaliteit van bedrijfspanden omhoog wordt getild.’ 

Coalitiegesprekken provincies nog gaande  

De opstellers van de beleidslijn willen voorkomen dat partijen bijvoorbeeld naar Zeeland uitwijken, omdat vestigingseisen daar van heel andere aard zijn en daarmee goedkoper dan bijvoorbeeld in Utrecht. 

‘Complex daarbij is dat de belangen over en weer verschillen. Daar moeten de betrokken overheden met elkaar uit zien te komen. Dat is lastig vooral ook omdat de coalitiegesprekken voor de provinciebesturen nog gaande zijn.’  

Wat ook meespeelt, is dat binnen de ruimtelijke ordening economie vaak een sluitpost is. ‘Dat zorgt ervoor dat we bij het vaststellen van deze beleidslijn nog de nodige hobbels moeten nemen.’