De warmteleiding transporteert restwarmte uit de Rotterdamse haven naar het stedelijk gebied in de regio Vlaardingen-Den Haag. Het beginpunt van de warmtetransportleiding, ligt in Vlaardingen. Het eindpunt is Den Haag, waar de leiding aansluit op het bestaande warmtenet van Den Haag.  

De warmtetransportleiding is ruim 23 kilometer lang en doorkruist zes gemeenten: Vlaardingen, Schiedam, Midden-Delfland, Delft, Rijswijk en Den Haag. De leiding moet 120.000 Haagse woningen en enkele andere gebouwen in de provincie Zuid-Holland verwarmen.  

‘Niet duurzaam en geen draagvlak’ 

Onder meer de gemeente Den Haag, Stichting Den Haag Fossielvrij, de Bomenstichting en Stichting Gemeente Belangen Energievoorziening gingen in beroep tegen de aanleg. De tegenstanders zijn tegen het gebruik van restwarmte die afkomstig is van fossiele bronnen uit de Rotterdamse haven, omdat dit volgens hen niet duurzaam is. 

Het project zou ook (toekomstige) lokale warmtenetprojecten in Den Haag belemmeren. De Bomenstichting vreest bovendien dat de verhoging van de bodemtemperatuur negatieve gevolgen heeft voor de bomen in de omgeving van het tracé.  

Een laatste bezwaar was dat er binnen de gemeente Den Haag geen draagvlak is voor de warmtetransportleiding. De provincie had om die reden moeten afzien van het plan, vonden de tegenstanders. 

Overheid hoeft niet op draagvlak te wachten

De Afdeling bestuursrechtspraak van de Raad van State heeft alle bezwaren tegen het inpassingsplan en de vergunningen inhoudelijk beoordeeld en woensdag ongegrond verklaard. 

Volgens de Raad van State is er geen regel die bepaalt dat de overheid pas een besluit mag nemen als daarvoor draagvlak bestaat. Dat er binnen de gemeente Den Haag geen draagvlak zou zijn, is binnen de belangenafweging niet doorslaggevend. 

De Raad van State kan en mag zich ook niet bemoeien met politiek-bestuurlijke afwegingen van de overheid (keuze voor energiebron), aldus de uitspraak. Het bestuursorgaan mag alleen beoordelen of het overheidsbesluit, in dit geval het inpassingsplan, voldoet aan de eisen van de wet en het recht.  

Er is dan ook vooral gekeken naar de ruimtelijke afweging die de provincie heeft gemaakt, en of die op de juiste gegevens berust. Ook is gekeken of de provincie de diverse belangen die bij het plan een rol spelen goed tegen elkaar heeft afgewogen. 

Plan nu definitief

Na bestudering van alle documenten en onderzoeken komt de Afdeling bestuursrechtspraak tot de conclusie dat het plan voor de aanleg van de warmtetransportleiding voldoet aan de eisen van de wet.  

‘Het plan is daarom rechtmatig en is met deze uitspraak definitief geworden. Dat geldt ook voor de omgevingsvergunningen die de gemeente Den Haag verleende voor dit project.’