Door hogere bouwkosten en de gestegen rente lopen steeds meer bouwprojecten vertraging op. Ook valt steeds meer helemaal uit. Daarmee wordt de bouw van 900.000 woningen tot 2030 steeds onzekerder. 

Met de start-bouwimpuls wil het kabinet woningbouw gaande houden. Woonminister Hugo de Jonge: ‘We proberen alles op alles te zetten om de woningbouw aan de gang te houden en de dip in de woningbouw te beperken.’ 

Met de impuls kunnen gemeenten een financiële bijdrage vragen voor projecten die dreigen stil of uit te vallen. De benodigde miljoenen worden naar voren getrokken uit de woningbouwimpuls.  Daarvoor is tot 2033 100 miljoen euro per jaar gereserveerd.  

Met de 250 miljoen voor de start-bouwimpuls krijgen gemeenten dus niet per se extra geld beschikbaar. Het wordt vooral anders verdeeld. 

Het kabinet wil de start-bouwimpuls snel inzetten. Nadere uitwerking moet op korte termijn volgen. De minister benadrukt wel al dat de overheid niet als enige moet trekken aan de woningbouw.  

‘De overheid kan dit niet alleen. Dit vergt van alle partijen een gezamenlijke aanpak, met oog voor de huidige omstandigheden. Dat vraagt ook dat wij ons allemaal moeten schikken naar deze nieuwe werkelijkheid.’