n deze verkenningen worden volgens de minister de grote opgaven inzichtelijk gemaakt rond water, landbouw, natuur, energie, economie en bevolkingsgroei.
Duidelijk is al dat niet alles kan. ‘Nationale keuzes maken is nodig, want het is niet altijd mogelijk de keuzes over te laten aan afwegingen op lokaal of provinciaal niveau.’
Stel-dat-vraagstukken zijn volgens De Jonge een hulpmiddel waarmee ruimtelijke toekomst met ruimtelijke kwaliteit. Hij krijgt daarbij hulp van ambtenaren, bureaus als het PBL, architecten en designers.
Deze vraagstukken worden verkend, aldus de Kamerbrief:
- Stel-dat zoveel mogelijk zou worden meebewogen met de gevolgen van klimaatverandering, wanneer en hoe komt dit aan de grens van wat er nog mogelijk is.
Wat zijn dan de maatregelen die kunnen worden genomen om Nederland veilig te houden en welke kansen en uitdagingen bieden die ingrepen voor andere opgaven (denk aan natuur, landbouw, woningbouw, mobiliteit en energietransitie)?
- Stel-dat onze landbouw ingericht zou worden naar de gebiedskenmerken voor water en bodem (o.a. zand, zeeklei, veen).
Welk perspectief voor de landbouw in Nederland ligt dan in het verschiet?
- Stel-dat de natuurdoelen (onder andere gericht op versterking van de biodiversiteit) zouden worden gehaald door het aanleggen van een grootschalig en robuust natuurnetwerk waarmee de natuurgebieden onderling steviger worden verbonden.
?Waar zouden die dan liggen én hoe kunnen in dat robuuste netwerk slim ruimtegebruik en meerdere functies gecombineerd worden (o.a. recreatie en landbouw)?
- Stel-dat wordt gekozen voor een zo volledig mogelijk elektrische energievoorziening in 2050 met minimale impact op land.
Hoe ziet het energiesysteem van de toekomst er dan uit, waar liggen de grenzen en waar is in dat geval de inzet van alternatieve bronnen noodzakelijk?
- Stel-dat het ruimtebeslag van goederen- en grondstoffenstromen en bijbehorende opslagruimte (van grondstoffen, consumentenproducten en circulaire retour producten) in de toekomst zo efficiënt mogelijk wordt vormgegeven op nationale schaal tussen grootschalige clusters van producenten en consumenten.
Hoe kan dat worden georganiseerd en wat zijn dan de kansen voor combinaties met andere opgaven?
- Stel-dat de groei van de bevolking veel meer wordt opvangen in het zuiden, oosten en noorden van Nederland.
Wat is dan nodig om dit mogelijk te maken en hoe kan water en bodem daarbij sturend zijn? En hoe kan de economie in deze regio’s tegelijk meegroeien en daarmee hun specifieke economische krachten versterken om de kansen op werk in de nabijheid te vergroten?
Behalve aan deze toekomstbeelden wordt aan concrete ideeën en plannen gewerkt waarmee overheden en gebiedsontwikkelaars direct de ruimtelijke kwaliteit in projecten en gebiedsaanpakken kunnen versterken.
De Jonge wil na de zomer een contourennotie van de nieuwe Nota Ruimte naar de Tweede Kamer sturen. Daarin staat onder meer een redeneerlijn, een agenda met keuzes nu voorliggen en denkrichtingen voor de lange termijn. Daarmee kan de maatschappelijke discussie verder worden gevoerd.
De provincies leggen op dit moment hun ‘ruimtelijke puzzels’, die input zijn voor de nota. De nieuwe Nota Ruimte wordt in 2024 verwacht.