Met veel Nederlanders gaat het goed, maar bij een deel stapelen kwetsbaarheden zich op, constateert de bank in het onderzoek. Bij de kwetsbare groep is ‘duidelijk sprake van een stapeling van kwetsbaarheden’.
De grofweg 10 procent kwetsbaarste huishoudens is het kwetsbaarst voor een te hoge woonquote, een onveilige buurt of te kleine woning. Maar ook voor financiële zaken als een onzeker of laag inkomen, geen pensioenopbouw, problematische schulden en een te hoge energierekening. En voor ruimtelijk zaken als hittestress, wateroverlast door regen en een hoog overstromingsrisico.
Deze huishoudens bestaan vaak uit jongeren, laagopgeleiden, alleenstaanden, huurders en mensen met een migratieachtergrond, stelt DNB. Naarmate het aantal kwetsbaarheden toeneemt, raken huishoudens met deze kenmerken sterker oververtegenwoordigd.
De ruim 60 procent huishoudens juist amper kwetsbaar is is, bestaat juist vooral uit hoger opgeleiden, gepensioneerden, huiseigenaren en stellen met of zonder kinderen.
Ander onderzoek bevestigt dat mensen met een hoge woonquote kwetsbaar zijn. Mensen die relatief veel geld kwijt zijn aan wonen zijn vaker zenuwachtig, vaker neerslachtig en somber, zijn minder kalm en rustig, hebben vaker het idee dat niks ze kan opvrolijken, en zijn al met al minder gelukkig. Dat bleek uit onderzoek door wetenschappers van de Universiteit van Amsterdam.
Aandeel huishoudens dat kwetsbaar is per indicator. Bron DNB
Breed welvaartsperspectief nodig
Om de kwetsbaarheid op de woningmarkt aan te pakken, hamert DNB op beter toegang tot wonen. Daarvoor is nieuwbouw en een betere verdeling van de woningen nodig.
Maar bovenal onderschrijven de resultaten uit de studie het belang van het verankeren van bredewelvaartsindicatoren in overheidsbeleid, stelt DNB.
Daarbij wordt niet alleen gekeken naar financieel-economische aspecten, maar ook naar bijvoorbeeld onderwijs, gezondheidszorg en de kwaliteit van de leefomgeving.
Om de stapeling van kwetsbaarheden bij bepaalde groepen op te lossen, is een integrale aanpak volgens DNB onmisbaar. Waarbij ook aandacht is voor bijvoorbeeld goede zorg en onderwijs en sociale cohesie.
Een breed welvaartsperspectief stelt beleidsmakers in staat om nadrukkelijker rekening te houden met de verschillen tussen huishoudens, stelt de bank. Daardoor kan economisch beleid effectiever worden en beter de juiste mensen bereikt.
Als voorbeeld geeft de bank prijsprikkels voor verduurzaming. Die kunnen voor kwetsbare groepen juist averechts uitpakken. Om kwetsbare groepen te betrekken bij verduurzaming van woningen is maatwerk nodig, zoals bijvoorbeeld een wijkgerichte aanpak van isolatie.