In Bospolder-Tussendijken (BoTu) ligt een behoorlijke sociale opgave: alhoewel veel buurtbewoners een hoge mate van binding ervaren en ze zich relatief vaak inzetten voor de buurt en elkaar, scoort BoTu op vrijwel alle overige variabelen in de sociale index ruim onder het Rotterdams gemiddelde.  

De buitenruimte van BoTu is een van de stenigste van Rotterdam: slechts zestien procent is waterdoorlatend of -opnemend en in de zomer warmen de pleinen behoorlijk op, wat tot hittestress kan leiden. De uitdaging is daarom klimaatbestendige pleinen te creëren, voor multifunctioneel gebruik, die dus uitnodigen tot ontmoeten, sporten en spelen.  

Daarnaast krijgt de lokale werkgelegenheid een boost: jongeren uit de buurt kunnen aan de slag gaan als bijvoorbeeld monteur van zonnepanelen. 

Door Linda Zuijderwijk, stadssocioloog en gespecialiseerd in onderzoek op het snijvlak van fysieke en sociale vraagstukken en interventies in openbare ruimten. Deze publicatie verscheen eerder in uitgebreide vorm in ROm editie april 2023. Klik hier voor meer info over het blad. De publicatie en het onderzoek zijn tot stand gekomen met financiële ondersteuning van de gemeente Rotterdam. 

Weerbare en veerkrachtige stad 

In BoTu is in 2018 gekozen om projecten op een integrale manier aan te vliegen: de hefboomfunctie van fysieke opgaven voor een grote sociale opgave staat centraal in het integrale, gebiedsgerichte en langjarige gemeentelijk programma ‘Veerkrachtig BoTu 2028’. 

Die is sterk verbonden met de stadsbrede resilience-strategie voor een weerbare en veerkrachtige stad. Rotterdam is sinds 2014 lid van het Resilient Cities Network en heeft sindsdien een resilience-strategie vastgesteld onder leiding van Chief Resilience Officer Arnoud Molenaar. 

Een van de aanleidingen voor de start van het programma was het bezoek van burgemeester Ahmed Aboutaleb aan Brownsville in New York. Daar vroeg hij zich af hoe de lessen van klimaatveerkracht konden worden vertaald naar sociale veerkracht.  

De veronderstelling is dat klimaatadaptatie en energietransitie als hefboom werken voor verschillende sociale opgaves. Maar hoe die link op wijkniveau precies werkt, is nog de vraag. Molenaar: ‘We zijn aan het pionieren: we kennen geen voorbeelden waar op wijkniveau in deze mate verschillende opgaven met elkaar worden gecombineerd.’ 

Rotterdam heeft op dit punt al ervaring opgedaan met het combineren van verschillende opgaven op de waterpleinen, wijkpleinen met ontmoetingsfuncties, waar boven- of ondergronds tijdelijk water wordt opgeslagen als dat nodig is.  

Aan de hand van drie schoolpleinen, waarvan er twee al zijn heringericht en een derde in de planfase is, zijn hier lessen te leren voor integraal werken in een hoogstedelijke omgeving. 

Schoolplein Kindcentrum De Vlinder
Dit plein was eerder volledig betegeld en er stonden drie speeltoestellen. Na schooltijd verbleven er vooral jongeren die veel troep maakten. Niemand voelde zich verantwoordelijk voor het plein, ook niet de school, erkent directeur Loes Viset.

Het plein van De Vlinder is na de herinrichting ‘eigenlijk nauwelijks meer een plein te noemen. Het is nu een natuurspeeltuin met veel groen, water, zand en natuurlijke materialen’, zegt Viset. 

Alle tegels zijn eruit gehaald en er is ruimte gecreëerd voor de afvoer van regenwater. Daarnaast is er meer groen gekomen. ‘Omdat het plein mooi is, wil iedereen het mooi houden. Jongeren zitten er bijna niet meer en als ze er zitten ruimen ze hun troep op […] Er wordt nu echt gespeeld.’

In het participatietraject was een rol weggelegd voor de school, de gemeente, kinderen, hun ouders en buurtbewoners; zowel bij het plannen als bij de uitvoering. De kinderen zijn onder andere bij een natuurspeeltuin geweest en hebben daar hun ideeën aan ontwerpers gegeven.

De Vlinder beheert een gedeelte van het plein zelf, dat onder schooltijd door de kinderen wordt onderhouden en schoongemaakt. Ook valt het Viset op dat buurtbewoners zich na de herinrichting ‘verantwoordelijk voelen en een oogje in het zeil houden’.  

Valentijnschool dependance: Driehoeksplein
In deze buurt ervaart sdhooldirecteur Jos de Leeuw weinig gemeenschap, ‘het wij-gevoel ontbreekt hier’. Het plein bestaat uit zo’n 3000 vierkante meter asfalt waar tekeningen op zijn gemaakt, de groene rand is kaal gelopen. Er is overlast van afval.

Voor het Driehoeksplein is daarom een nieuw plan gemaakt, samen met kinderen, ouders en buurtbewoners. Zij hebben actief deelgenomen tijdens het maken van het plan, zegt De Leeuw. Buurtbewoners geven aan dat zij een gevoel van eigenaarschap ervaren.

In het nieuwe ontwerp zijn zonnepanelen op het dak van de school, vergroening en wateropvang onder het plein een centrale factor. Spelvormen, zoals voetbal, basketbal en verstoppertje, krijgen er de ruimte. ‘Het ontwerp is bijna een buurtpark’, zegt De Leeuw.

De uitdaging zal zijn om kaalslag te voorkomen en ouder- en kindparticipatie bij het onderhoud van het plein te behouden. Het plan ligt nu bij de gemeente die kijkt naar de bekostiging en checks uitvoert op duurzaamheid en beplanting.  

Valentijnschool: schoolplein aan de Gijsingstraat
Het plein bij de hoofdlocatie van de Valentijnschool aan de Gijsingstraat (Tussendijken) was tot voor kort een volledig geasfalteerd plein; een open ruimte die niet interessant was voor jongere kinderen, zegt directeur De Leeuw.

Met een subsidie werd eenderde van het plein vernieuwd met bomen, houtsnippers en houten speelgoed. Een groot gedeelte van de subsidie moest worden besteed aan het afvoeren van het asfalt van dit stuk plein en voor het aanbrengen van ondergrondse waterbeheersingsmaatregelen. Dat bleek erg prijzig. Dit is geen klein detail in een wijk met veel onderhoudsarme geasfalteerde pleinen.

Het nieuwe plein wordt door de kinderen onder schooltijd schoongemaakt en wordt na schooltijd beter gebruikt. 

Succesfactoren 

Bij de herinrichting van de pleinen zijn lessen geleerd over hoe je zo’n complex proces integraal aanpakt.  

Vanaf het begin beslist de bewoner mee
‘In alle opzichten geven we bewoners zeggenschap. Ze ontwerpen ook mee en het hele proces is speciaal ingericht hiervoor: steeds wordt een plan weer voorgelegd en bijgewerkt’, zegt Molenaar.

Voor het Driehoeksplein presenteerden drie ontwerpbureaus zich aan de inwoners, die uiteindelijk het beste bureau kozen. Kinderen werden vervolgens betrokken bij de opgaven en het ontwerp werd een aanleiding om te leren over de problematiek.

Stapsgewijs werden elementen aan het ontwerp toegevoegd, in samenspraak met de bewoners. Dat de bewoner vanaf het begin af aan betrokken is, lijkt een belangrijke factor in de hefboomwerking van klimaatadaptatie en energietransitie op verschillende sociale opgaven.

Actief betrekken van scholen in de wijk
De gemeente ziet scholen als drijvende kracht achter de veerkrachtige wijk. Het actief betrekken van scholen bij de herinrichting van de pleinen is een belangrijk onderdeel van de veronderstelde hefboomwerking.

De redenatie is dat scholen gelijk verdeeld zijn over de stad en dat zij een kristallisatiepunt in de wijk zijn, waar verschillende organisaties en belangen samenkomen. De Valentijnschool heeft “een gemeenschap van ouders opgezet”. De scholen zullen naast hun eigenlijke taken ook een rol spelen in het onderhoud van het plein.

Een divers projectteam met lef en durf 
Het werken aan een integrale opgave is veeleisend voor de gemeentelijke organisatie, die voornamelijk thematisch is ingericht en pas recentelijk meer gebiedsgericht is gaan werken.

Verschillende programma’s en budgetten moeten bij integraal werken binnen een gebied bij elkaar komen: ‘Daar is lef en durf van slimme ambtenaren voor nodig’, zegt Molenaar.

Een integraal budget 
Het integraal budget moet idealiter direct vanaf het begin geregeld worden. Deze werkwijze wijkt nog sterk af van hoe er standaard gewerkt wordt, dus een groot deel van de tijd en energie van de projectleider gaat naar het inregelen van dit budget.