Dit artikel staat in ROm april 2023. ROm is het vakmagazine over ruimtelijke ontwikkeling en de fysieke leefomgeving en gratis voor ambtenaren en bestuurders-politici in dat beleidsdomein. Meld u hier aan voor een thuisabonnement voor het maandelijkse papieren of digitale magazine.
Het tij had in 2017 nog gekeerd kunnen worden, met het aantreden van het kabinet-Rutte III en minister Kajsa Ollongren. Met stevig ruimtelijk beleid in plaats van de slappe NOVI waar Hugo de Jonge op een rommelige manier nu pas mee begint. Met een goede mix van binnenstedelijke en uitleglocaties. Met een gecoördineerde inzet van financiële middelen. Aan suggesties vanuit de vakwereld ontbrak het niet.
De chronisch passieve Ollongren bakte er niets van. Haar hoogdynamische opvolger Hugo miste het momentum in januari 2022 om, met het regeerakkoord in de hand, het roer om te gooien. Maar het was toch al te laat, gezien de lange doorlooptijden van de woningbouwplanning.
Om de bouwachterstand enigszins in te lopen, krijgen we nu de grootschalige inzet van tijdelijke woningen. En niet alleen meer voor studenten, statushouders en spoedzoekers.
Het grote voordeel van flexwoningen schuilt niet in de korte bouwtijd zoals men vaak veronderstelt. Het zit ’m in de eerste plaats in de vereenvoudigde ruimtelijke procedure, met de zogenaamde kruimelregeling van de Wro en de Crisis- en herstelwet. En in de tweede plaats in de beschikbaarheid van locaties zonder actuele woonbestemming.
Met een taakstelling van 15.000 flexwoningen per jaar, een subsidiepot van 100 miljoen euro, een rijksgarantieregeling voor niet-herplaatsbare flexwoningen en een taskforce die helpt knelpunten op te ruimen, hebben we te doen met een serieuze operatie. Totaal anders dan de uit Amerika overgewaaide romantische tinyhousesniche.
De flex-hausse illustreert pijnlijk het falen van de Nederlandse ruimtelijke ordening en de woningprogrammering en -realisatie
De opkomst van de flexwonen stimuleert innovatie in de bouw. Industrialisatie en modulaire aanpak hebben sprongen voorwaarts gemaakt. Begon het met een veredelde container, hedendaagse edities van flex zijn soms esthetisch en qua duurzaamheid nauwelijks nog van hun permanente neefjes te onderscheiden.
Parallel schuift het begrip “tijdelijkheid” steeds verder op. Het begon met vijf jaar, daarna werd tien jaar mogelijk, vervolgens vijftien, twintig, dertig en nu zelfs veertig jaar. Ziet u die woningen daar ooit nog verdwijnen?
Zo muteren flexwoningen langzamerhand in hun bouwkundige kwaliteit, plaatsingstermijn en doelgroepen naar bijna permanente woningen. Maar wel met een turboprocedure en locatieprivileges. Dat is erg? Helemaal niet, vanuit het perspectief van de enorme vraag naar betaalbare woningen. Maar vanuit een andere invalshoek, illustreert de flex-hausse pijnlijk het falen van de Nederlandse ruimtelijke ordening en de woningprogrammering en -realisatie. En in de ogen van omwonenden belazeren we de kluit.
Friso de Zeeuw schrijft maandelijks de column Het zit anders! In ROm. Dit artikel staat in ROm april 2023. ROm is het vakmagazine over ruimtelijke ontwikkeling en de fysieke leefomgeving en gratis voor ambtenaren en bestuurders-politici in dat beleidsdomein. Meld u hier aan voor een thuisabonnement voor het maandelijkse papieren of digitale magazine.