De Nedersaksenlijn staat al enkele jaren op de bestuurlijke agenda’s. In 2022 is het plan echter in een stroomversnelling geraakt met het uitbrengen van een bidbook door de provincies Groningen, Drenthe en Overijssel.

In het bidbook pleiten de drie provincies voor 63 miljoen euro van de Rijksoverheid uit het Mobiliteitsfonds om de lijn gereed te maken. Zelf zijn de provincies ook bereid om 63 miljoen euro in te leggen.

Met die 126 miljoen euro willen de provincies zo snel mogelijk spoor aanleggen tussen Veendam en Stadskanaal. Die 15 kilometer tussen Veendam en Stadskanaal is momenteel nog de eerste ontbrekende schakel op de in totaal 180 kilometer lange lijn, die op zo’n 6.000 passagiers per dag rekent. Er resteert dan nog een laatste stuk van 29 kilometer.

Infrastructuur als vliegwiel voor economische ontwikkeling

‘De totale kosten kunnen oplopen tot 500, 600 of 800 miljoen euro ‘, vertelt Paul Kamps. De projectleider bij de provincie Drenthe benoemt dat er nog investeringsbeslissingen gemaakt moeten worden, en dat die mede afhankelijk zijn van keuzes uit Den Haag. ‘Het 29 kilometer lange spoor tussen Emmen en Stadskanaal moet nog nieuw aangelegd worden, en later is geld nodig voor een extra perron op station Almelo en capaciteitsuitbreiding op het spoor tussen Hardenberg en Emmen.’

Dit artikel verscheen eerder in ROm. In de aanloop naar de verkiezingen duikt het RO-vakblad in de uitdagingen voor de fysieke leefomgeving in de provincies. Meld je hier aan voor een (thuis) abonnement op het maandelijkse papieren of digitale magazine. 

‘Goedkope investering’

Vergeleken met andere infrastructurele projecten in Nederland is de Nedersaksenlijn relatief goedkoop. Zo moet de Lelylijn bijvoorbeeld ongeveer 7,5 miljard euro kosten. ‘Deze investering is behapbaar en overzichtelijk. Daarnaast is er veel draagvlak voor de Nedersaksenlijn. Alle betrokken gemeenten in de provincie Drenthe, Groningen en Overijssel zijn voor’, gaat Kamps verder. ‘Daarom reageert Den Haag enthousiast op onze plannen.’

Eind november werd in de Tweede Kamer een motie van ChristenUnie-Kamerlid Stieneke van der Graaf over de Nedersaksenlijn unaniem aangenomen. In de motie verzoekt Van der Graaf de regering om een zelfstandig MIRT-onderzoek te starten naar de Nedersaksenlijn en om met de regio tot afspraken te komen om het tracé Veendam-Stadskanaal te financieren.

Kamps: ‘Ik ben optimistisch dat de hele Nedersaksenlijn er eind 2030 kan liggen. Eind 2026/2027 kan de trein misschien al wel gaan rijden naar Stadskanaal. Na het MIRT-onderzoek moet een nieuw kabinet geld beschikbaar stellen en daarna is er nog wat proceduretijd.’

Vliegwiel

Provincie Drenthe trekt hard aan de Nedersaksenlijn, en dat komt doordat de treinlijn als vliegwiel moet werken voor verschillende economische ontwikkelingen in de provincie. ‘De Nedersaksenlijn verbindt onze toeristische hotspots, zorgcentra, onderwijsinstellingen, fieldlabs en innovatiehubs met elkaar en met de nabijgelegen powerhouses Groningen, Zwolle en Twente’, schrijven de provincies in het bidbook.

Kamps licht toe: ‘De provincie Drenthe is van oudsher een maakregio. De laatste jaren zien we dat R&D veel belangrijker is geworden in de maakindustrie, en dus hebben we hoger opgeleiden van de Universiteit Twente en de Rijksuniversiteit Groningen nodig om mee te kunnen blijven spelen.'

'De provincie is daarnaast aan het vergrijzen, dus hebben we behoefte aan nieuw bloed. De Nedersaksenlijn zorgt voor een schaalsprong, waardoor de arbeidspool voor veel bedrijven in Drenthe flink wordt vergroot.’

‘Ik meen wat ik zeg, want zo zijn Drentenaren’

‘GETEC, een van de grootste werkgevers in Drenthe, zegt dat ze hun werknemers halen in een straal van drie kwartier. Nu nog komen ze niet verder dan Emmen en Coevorden, maar als de Nedersaksenlijn er over een aantal jaar ligt, worden zij als werkgever ook voor mensen in Stadskanaal en Veendam interessant. Tegelijkertijd kunnen mensen die nu in Emmen werken, later ook naar Stadskanaal of Veendam gaan om daar bijvoorbeeld in de zorg te werken, zonder dat daar een verhuizing voor nodig is.’

Economische topregio in wording

Betere bereikbaarheid zorgt daarnaast ook voor een beter vestigingsklimaat. Drie jaar na het mislopen van een megafabriek van Tesla hopen de provincie Drenthe en de gemeente Emmen nu echt een megabedrijf en –fabriek naar Drenthe te halen. In het Rundedal moet dat dan gebeuren, waar de NOM, provincie en gemeente werken om de grond shovel ready te maken. Die bedrijven die daar dan komen moeten ook personeel vinden.

‘Aan het einde van de rit ben ik ervan overtuigd dat half Nederland graag bij Tesla zou willen werken. Als er nieuwe bedrijven komen, ben ik er ook van overtuigd dat er nieuw personeel komt’, meent gedeputeerde Henk Brink (Ruimtelijke ordening en economie).

‘Wij hebben in Drenthe alles in huis om een economische topregio te worden. De ruimte is er, en de innovatiekracht ook. In het verleden is hier Bluetooth en wifi uitgevonden’, zegt de gedeputeerde.

‘We verwachten dan wel een beetje wederkerigheid vanuit Den Haag, wat heet: mee-investeren in het openbaar vervoer. Dat betekent naast de Nedersaksenlijn ook de Lelylijn en versterking van het bestaande spoor. Wij kunnen Den Haag dan verder ontlasten met de woningbouwopgave en nog meer woningen bouwen.'

'En ik meen wat ik zeg, want zo zijn Drentenaren. Wat we aanbieden, dat doen we. Het Rijk moet zich dan wel verbinden aan ons.’