Op momenten waarop zonnepanelen en windmolens te weinig stroom produceren, wordt dit aangevuld met aardgas uit gascentrales. Zonde, want er zijn ook genoeg dagen waarop er juist te veel wordt geproduceerd. De Magnum-centrale van Nuon in de Groningse Eemshaven wordt daarom omgebouwd tot ‘superbatterij’ waar overschotten van zonne- en windenergie worden omgezet in vloeibare ammoniak. De ammoniak wordt vervolgens gebruikt als brandstof, waarmee de centrale zonder CO2-uitstoot gas kan leveren.
Remote renewables
Bijkomend voordeel van de ammoniakopslag is dat de vloeistof goed te transporteren is. Dit biedt de mogelijkheid om ammoniak te produceren op plaatsen waar veel duurzame energie beschikbaar is, maar waar kabelverbindingen ontbreken. Deze remote renewables kunnen naar verwachting in de toekomst een spilfunctie vervullen in de wereldwijde energievoorziening.
Aantrekkelijker voor duurzame bedrijven
In het licht van deze ontwikkelingen maakt de regio zich aantrekkelijker voor bedrijven die altijd groene stroom willen gebruiken, stelt Patrick Brouns, gedeputeerde van de provincie Groningen. ‘Steeds meer bedrijven die zich in de haven vestigen, willen duurzame elektriciteit geleverd krijgen. Als de Magnum-centrale zekerheid kan bieden dat er continu over groene stroom kan worden beschikt – ook op momenten dat er onvoldoende wind of zon is – dan is dat een grote aanwinst. Zeker hier in de provincie Groningen, waar we natuurlijk plannen hebben om de gaswinning naar een lager niveau te brengen’.
Onderzoek naar veiligheidsrisico's
Het duurt nog even voor dat de batterij in werking kan treden. De komende jaren staan nog in het teken van vergunningaanvragen, technische doorontwikkeling en praktische voorbereiding. Als alles goed gaat, moet over vijf jaar het eerste demonstratieproject met ammoniak als brandstof in de Magnum-gascentrale draaien. Daarnaast wordt onder de naam ‘Power to Ammonia’ onderzoek gedaan door een consortium met onder andere Stedin Infradiensten, ECN, de Universiteit Twente, Proton Ventures, OCI Nitrogen, CE Delft en Akzo Nobel naar de technische en financiële haalbaarheid, de milieu-impact en de veiligheidsrisico’s.
Die laatste hebben nog wel wat voeten in de aarde, gezien de mogelijke uitstoot van schadelijke stoffen. De gascentrale van Nuon in Eemshaven beschikt al over passende voorzieningen voor de nabehandeling van de rookgassen. Daarnaast kunnen in de vergunningenfase extra eisen worden gesteld, stelt Brouns. ‘Als de centrale ammoniak gaat produceren en opslaan, dan is het mogelijk dat het Besluit risico's zware ongevallen (BRZO) van toepassing is. Je zult dan als bedrijf goed moeten kijken naar veiligheidsrisico’s en hoe die kunnen worden ondervangen en gemonitord.’