De kritiek van de Eerste Kamer richt zicht vooral op het digitale deel van de wet. In het Digitale Stelsel Omgevingswet (DSO) moeten alle regels en gemeentelijke afwijkingen bij elkaar komen. De inwerkingtreding van de Omgevingswet is vanwege de problemen met het DSO inmiddels al vijf keer uitgesteld.
Minister De Jonge probeerde gisteren de Eerste Kamer ervan te overtuigen dat over tien maanden de problemen met het DSO zullen zijn opgelost. ' Het is echter de vijfde keer dat de koepels en de minister aangeven klaar te zijn voor de invoering en er vertrouwen in te hebben’, verwoorde senator Saskia Kluit van GroenLinks de gevoelens van veel senatoren. ‘Don’t tell, show!’
Ook de SP vroeg zich af of het DSO wel klaar is voor de burger. ‘Laten we niet vergeten dat de Omgevingswet ooit begonnen is met het weidse vergezicht van minister Schultz van Haegen-Maas Geesteranus: die ene knop waarmee iedere burger zou kunnen zien wat er in zijn ruimtelijke omgeving speelt en niet alleen actief wat hij zelf wil, maar ook wat er om hem heen gebeurt en wat anderen willen’, hield SP-senator Rik Jansen de Kamer voor. ‘Daar zijn we inmiddels heel ver vanaf geraakt.’
D66 vroeg zich af waar burgers zich kunnen melden als ze vastlopen. Sowieso wil de fractie dat lagere overheden wordt verplicht om een participatiebeleid op te stellen. De zorgen van D66 sluiten aan bij die van de Nederlandse Vereniging voor Raadsleden.
De PvdA vraagt zich af wat gebeurt als de invoering inderdaad op 1 januari wordt gesteld, maar het DSO toch niet klaar is. Belangrijk voor deze partij is of 'tijdreizen' mogelijk is, zodat duidelijk wordt welke plannen er in de toekomst zijn of welke regels in het verleden golden. Dat draagt juridische consequenties in zich, aldus de PvdA.
Voor de PVV het is nu nog te vroeg om een besluit te nemen over een invoeringsdatum. Eerst moet het DSO beter werken. FVD zegt dat eigen onderzoek heeft aangetoond dat er vorderingen zijn gemaakt met het DSO, maar de partij vraagt zich af of het voldoende is voor een goede invoering.
VVD en ChristenUnie positiever over invoering
De VVD is wat positiever en wees erop dat de Omgevingswet meer is dan het DSO. Maar ook senator Klip-Martin vindt dat testen van het DSO belangrijk is en wilde van De Jonge weten of op korte termijn een integrale testomgeving beschikbaar komt. De ChristenUnie wees erop dat de huidige situatie niet langer houdbaar is en dat de Omgevingswet er dus snel moet komen.
Volgens senator Rietkerk (CDA) worden de hoofddoelen van de Omgevingswet breed gedragen en vinden provincies, gemeenten, waterschappen, bedrijfsleven en omgevingsdiensten de datum van 1 januari 2024 haalbaar. Volgens hem is dus voldoende vertrouwen dat het DSO voldoende gereed is op 1 januari.
Zorgen Raad van State
De kritiek op de wet komt niet alleen van de senatoren. De Raad van State wijst in een position paper op het niet automatisch doorplaatsen van de uitspraken van de Raad van State. Daardoor kunnen er lacunes in de regelgeving ontstaan. Ook Natuur en Milieu en Natuurmonumenten schrijven aan de Eerste Kamer dat er nog teveel hapert in het DSO om het in te kunnen voeren.
Minister De Jonge neemt de kritiek ter harte. Hij beloofde tijdens het debat te reageren op de kritiek van De Raad van State in een brief. Die moet nog voor de stemming van volgende week worden bezorgd bij de Eerste Kamer.
De Omgevingswet moet 26 wetten en andere verordeningen samenvoegen tot één wet. Minister De Jonge hoopt dat hij daarmee zijn woningbouwprogramma kan versnellen. Of dat gaat lukken is nog maar de vraag. Advocaten waarschuwden eerder al bij Stadszaken dat er eerst heel wat juridische procedures zullen volgen, voordat de wet werkbaar is.