Dit artikel is een voorpublicatie uit ROm. In de aanloop naar de verkiezingen duikt het vakblad voor de ruimtelijke ordening in de uitdagingen voor de fysieke leefomgeving in de provincies. Meld je hier aan voor een (thuis) abonnement op het maandelijkse papieren of digitale magazine.
De bereidheid om mee te denken en oplossingen te bieden is er altijd, maar wel graag in overleg met hen, maakt gedeputeerde Jop Fackeldey duidelijk. ‘Voorop staat nu dat we een complete samenleving worden.’ Onder het motto ‘Samen maken we Flevoland’ trekken de acht overheden nadrukkelijk samen op.
De provincie van pioniers en experimenten; dat is Flevoland altijd geweest. Fackeldey, met in zijn portefeuille naast energietransitie ook ‘Krachtige samenleving’ en ‘Kwaliteit openbaar bestuur’, memoreert er graag nog even aan.
‘Op Urk en Schokland na is alles hier op de tekentafel bedacht, wat natuurlijk mooie kansen bood voor allerlei vernieuwingen. Moderne, grootschalige landbouw op de vruchtbaarste grond van het land en misschien wel Europa. We danken er Nagele aan met z’n nieuwe stedenbouwkundige concept en architectuur. Met de Oostvaardersplassen en recentelijk Marker Wadden hebben we ook nieuwe natuur gemaak. Zo kan ik nog wel even doorgaan.’
'Iedereen in Den Haag blijkt ideeën te hebben over Flevoland, maar steevast vergeten ze om daar eerst met ons over te praten'
Hij haalt het verleden aan als opmaat naar de uitleg van het bestuurlijk programma ‘Samen maken we Flevoland’. Dat was nodig omdat de provincie telkens weer werd geconfronteerd met nieuwe ideeën en plannen van anderen, het Rijk voorop. ‘Daar werden we eerlijk gezegd een beetje chagrijnig van. Iedereen in Den Haag blijkt ideeën te hebben over Flevoland, maar steevas vergeten ze om daar eerst met ons over te praten.’
Hij noemt als voorbeelden: woningbouw, energietransitie en de bossenstrategie. ‘We hebben daar zelf ook ideeën over, maar daar bovenop komt bij bijna elk onderwerp de extra opgave ten dienste van anderen. Omdat we hier nou eenmaal de ruimte hebben. Nou, die ruimte is er nog wel, maar daar gaan we primair toch altijd nog zelf over. Als je alles optelt wat hier allemaal zou moeten, dan past het ook bij ons niet meer, dus moeten we keuzes maken.’
Gezamenlijk handelingsperspectief
Vanuit de gedachte dat je met zo’n opstelling dan wel moet leveren, én natuurlijk omdat verschillende grote ruimtelijke uitdaging voor de provincie om oplossingen en keuzes vragen, werken de zes gemeenten, het waterschap en de provincie samen aan een brede toekomstvisie.
Zo moet de Omgevingsvisie Flevoland straks de contouren schetsen voor de ruimtelijke inrichting in 2030 en verder, met daaraan gekoppeld een gezamenlijke uitvoeringsagenda. ‘Dat doen we in een iteratief proces. We bouwen de visie stap voor stap op, in samenspraak met alle belanghebbende partijen uit de samenleving. Zo zijn wij gewend ruimtelijkeordeningsbeleid vorm te geven, wat soms best afwijkt van hoe het elders gebeurt’, aldus gedeputeerde Fackeldey.
‘Op dezelfde manier – vanuit ons gezamenlijk handelingsperspectief – hebben we de opgaven voor de windenergie in het kader van de RES’en en het woningbouwprogramma met de Woondeals aangepakt’, voegt hij er nog aan toe. ‘Die werkwijze, in gezamenlijkheid de koers en aanpak afspreken, zit echt in onze genen.’
'We hebben vanzelfsprekend onze portefeuilles, toch is er altijd wel een lijntje naar wat de ander aan het doen is'
Collega-gedeputeerde Gebke van Gaal, verantwoordelijk voor duurzaamheid, milieu, bestuurlijke vernieuwing én de omgevingsvisie, vindt de ‘energieke geest’ bij het bestuur en in de samenleving opvallend. ‘Mensen willen heel graag, weten elkaar makkelijk te vinden. Daar speelt mee dat we een van de kleinste provincies zijn qua bevolkingsomvang. Toch is het ook dan niet vanzelfsprekend dat je alle lagen in ons democratisch bestel benut en overal betrokkenheid aantreft.’
De collegiale bestuurlijke aanpak spreekt haar erg aan. ‘We hebben vanzelfsprekend onze portefeuilles, toch is er altijd wel een lijntje naar wat de ander aan het doen is. We hebben afgesproken dat de een, Jop in dit geval, wat meer de vooruitgeschoven post namens ons college naar het Rijk is, en de ander wat meer zorgt voor de interne regionale contacten. Dat werkt goed wat betreft de integraliteit van beleid.’
De acht overheden trekken duidelijk één lijn richting andere provincies en het Rijk. Dat ondervond minister van Ruimte Hugo de Jonge toen hij in december het provinciaal startpakket voor de fysieke leefomgeving aanbood.
Fackeldey: ‘Wij hebben aangegeven: prima, daar kunnen we mee aan de slag, maar je levert dit pakket in bij de vertegenwoordiger van de bestuurlijke contactgroep van het ‘gebied Flevoland’, niet bij het orgaan Provincie Flevoland.’
De kracht van Flevoland zit in de corrididor Metroopoolregio Amsterdam - Zwolle, zegt burgemeester Gebben. Foto: Remco Remeijer
Integraal en flexibel
Burgemeester Jean-Paul Gebben van Dronten is onder de indruk van deze wijze van besturen. Hij maakt deel uit van de genoemde bestuurlijke contactgroep en heeft vergelijkingsmateriaal, want hij was eerder burgemeester in Renkum en Losser.
‘Het is een ongelooflijk voordeel om zo te werken en het getuigt van een grote betrokkenheid die ik ervaar bij veel mensen in deze provincie. Ik zie en hoor het ook vaak bij de laatste groep pioniers die hier zestig jaar geleden naartoe kwamen. Ze zijn zó verknocht aan het land en aan elkaar. Ze kwamen her en der vandaan, maar deelden het lot van een nieuw bestaan opbouwen en om bij problemen er samen de schouders onder te zetten.’
Met een brede glimlach op zijn gezicht noemt Gebben het een verademing dat het samen opstellen van een regionaal beleidsprogramma hier niet bestaat uit het stapelen van door ieder afzonderlijk bestuur ingebrachte punten.
‘Dat zag ik in eerdere regio’s waar ik heb gewerkt altijd gebeuren. Die wil dit er in hebben, de ander dat. Van verbindingen leggen in het beleid en agenda’s afstemmen is dan nauwelijks sprake. Hier in Flevoland zitten ze er totaal anders in. Regionaal beleid is hier geen optelsom van wat de individuele gemeenten willen.’
De complexiteit en onderlinge verbondenheid van de grote ruimtelijke opgaven vraagt om een integrale benadering en een zekere ‘lenigheid’ van de bestuurlijke partijen, geven alle drie bestuurders aan. De grote uitdagingen waar de samenleving voor staat en die de overheden moeten aangaan, kunnen niet anders dan ‘in samenhang’ en op een dynamische manier worden aangepakt, stelt gedeputeerde Van Gaal.
‘Niemand heeft een vastomlijnde visie van waar we naartoe moeten, en ik vraag mij af of dat kan met de opgaven die er liggen en of je ooit wel klaar bent. Dat iteratief proces waarin onze omgevingsvisie vorm krijgt, is pure noodzaak.’
‘We zijn in feite bezig een ecosysteem van samenwerkingen op te zetten van overheden, ondernemers, maatschappelijke organisaties en burgers, van waaruit in samenhang aan opgaven wordt gewerkt. Zo bekijken we woningbouw altijd in samenhang met de groenstructuur, de waterhuishouding en de bodemdaling.’
Lopende dossiers
Hoe groot de uitdagingen zijn en hoe belangrijk het is om als één Flevolandse overheid te werken, laten de energietransitie en het woningbouwdossier zien. De provincie geldt als voorloper van duurzame stroomopwekking, en dan met name met wind.
‘Toch is het een misvatting om te denken dat we er daarmee zijn. We staan nog maar aan het begin van de transitie. De doelen voor duurzame energie in 2030 gaan we halen, maar dan zijn we nog maar op de helft wat stroom betreft’, geeft gedeputeerde Fackeldey aan.
‘En de warmtetransitie staat nog in de kinderschoenen. Daarvoor zijn alle opties nog open, afhankelijk van de gebieden en locaties: aquathermie, geothermie waar je dat kan, elektrificeren waar mogelijk en nodig, zorgen voor slim koppelingen in smart grids.’
Ook met het transport en de opslag van zowel stroom als warmte kan de provincie nog alle kanten uit, zegt Fackeldey. ‘Ik denk dat we moeten denken in compleet andere systemen. We zullen misschien wel moeten aanhaken op het hoofdnetwerk voor waterstof, zoals dat de komende jaren gaat ontstaan. We hebben dan wel geen zware industrie, maar voor de energieopslag heb je dat nodig. Als we allemaal gaan verwarmen met waterpompen, raakt het stroomnet overbelast.’
'Wat goed is voor Almere, is goed voor Dronten'
Doorontwikkelen is dus het devies, geeft de gedeputeerde aan. ‘Het aardige van deze provincie is dat er hier altijd mensen zijn te vinden die daarbij het voortouw willen nemen. We hebben een Flevolandse Energie Agenda, waarin 63 organisaties als een community samen nadenken en werken aan slimme, innovatieve oplossingen voor het energievraagstuk.’
Woningbouw is een ander lopend dossier. In de plancapaciteit van alle gemeenten zitten rond de 40.000 woningen. ‘Wat voor woningen dat moeten zijn en waar die komen, hebben we redelijk goed in beeld’, aldus Fackeldey.
Veel spannender noemt hij de 120.000 tot 140.000 woningen, die er volgens diverse plannen van het Rijk na 2030 in Flevoland nog bij moeten komen. ‘Natuurlijk willen wij woningbouwafspraken maken, maar niet geïsoleerd van de afspraken over de bereikbaarheid. De IJmeerverbinding is cruciaal, net als de Lelylijn. Zonder een goede ontsluiting kun je zo een groeispurt gewoon niet verantwoord maken.’
Dat standpunt dragen de Flevolandse overheden samen uit. ‘Wat goed is voor Almere, is goed voor Dronten’, benadrukt burgemeester Gebben. ‘Ik ben een enorme pleitbezorger van de IJmeerverbinding. Die ligt voor ons in Dronten aan de andere kant van Almere, op een uur rijden. Toch heeft heel Flevoland er belang bij dat we aan die kant beter ontsloten zijn.’
‘De kracht van Flevoland ligt hem erin dat we op de corridor Metropoolregio Amsterdam naar Zwolle liggen. Dus die ontsluiting moet rondom zijn. Defensie heeft het voornemen om een megakazerne te gaan bouwen, die zo maar zou kunnen landen in Zeewolde, bij de brug naar Nijkerk. Dan moet je iets met die brug doen. Het kan niet zo een lullig bruggetje blijven als je daar dagelijks vier- tot vijfduizend man extra personeel overheen wilt jagen.’
Gedeputeerde Van Gaal wijst op een ander aspect van de grote woningbouwopgave en de verbindingen die daarbij horen. ‘In de kern gaat het over de vraag wat voor samenleving we willen dat in deze provincie ontstaat. Daar horen middelbaar- en hoger beroepsonderwijs, de zorg voor specifieke doelgroepen, welzijn en cultuur bij.’
‘Een van onze ro-collega’s formuleerde het onlangs als volgt: hoe richt je de fysieke leefomgeving zodanig in dat kinderen gestimuleerd worden in het creatief denken? Dat is niet door afgebakende voetbalveldjes, een picknickveldje en een wipkip, maar dat is gewoon door die integraliteit van de fysieke leefomgeving te borgen.’