‘De klimaattransitie is de grootste uitdaging van deze tijd. Een uitdaging die we alleen het hoofd kunnen bieden als we er gezamenlijk, als één overheid, de schouders onder zetten’, zegt minister voor Klimaat en Energie Rob Jetten.  

‘Met deze middelen zorgen we ervoor dat gemeenten en provincies beter zijn toegerust om hun essentiële rol in de transitie te vervullen.’ 

Het kabinet heeft maandag de 'tijdelijke regeling capaciteit decentrale overheden voor klimaat- en energiebeleid’ gepubliceerd. Deze tijdelijke regeling maakt het mogelijk voor gemeenten en provincies om deze middelen aan te vragen. Het geld is beschikbaar tot 2025. Voor 2026 tot en met 2030 wordt op een later moment een nieuwe regeling opengesteld. 

In het coalitieakkoord was al afgesproken om voor de jaren 2023 tot en met 2030 in totaal 5,6 miljard euro beschikbaar te stellen zodat gemeenten en provincies hun taken op dit gebied goed uit kunnen voeren.  

‘De VNG is erg blij met deze middelen. Het komt tegemoet aan één van de voorwaarden die door onze leden bij het Klimaatakkoord zijn gesteld’, zegt Lot van Hooijdonk, voorzitter VNG-commissie Energie en Klimaat en wethouder in Utrecht.  

‘De regeling voorziet in een dringende behoefte van gemeenten om hun interne organisatie verder op te bouwen, zodat zij de komende jaren samen met inwoners, medeoverheden en anderen werk kunnen maken van de lokale energietransitie.’ 

Jop Fackeldey, gedeputeerde provincie Flevoland, zegt namens de samenwerkende provincies: 'Met alleen de wil om het klimaatbeleid uit te voeren komen we er niet. Dat het Rijk daarvoor nu middelen vrijmaakt is heel goed. Dit stelt ons mede in staat om in partnerschap invulling te geven aan de klimaatopgave.’ 

Gemeenten en provincies kunnen de uitkering voor uitvoeringskosten voor het klimaatbeleid tussen 3 en 28 april aanvragen bij de Rijksdienst voor Ondernemend Nederland (RVO). De uitkeringen vinden plaats in de kalenderjaren 2023 (347 miljoen euro), 2024 (339 miljoen euro) en 2025 (351 miljoen euro). 

Decentrale overheden vervullen een sleutelrol bij de uitvoering van klimaat- en energiebeleid. Ze staan aan het roer bij bijvoorbeeld de Regionale Energiestrategieën, de uitrol van warmtenetten en het aardgasvrij maken van woningen