Het Didam-arrest van de Hoge Raad bepaalt dat overheden grond niet zonder meer mogen aanbieden aan één partij. Eerst moet zeker zijn dat er geen andere serieuze geïnteresseerden zijn. Daarvoor moet de overheid heldere selectiecriteria opstellen.
Het arrest deed veel stof opwaaien in de ruimtelijke ordenings-wereld. Gemeenten en ontwikkelaars vreesden vertraging voor hun woningbouwplannen. Ook de provincie Gelderland maakt zich zorgen, stelde zij begin januari in een brief.
De provincie is bang dat het Didam-arrest voor vertraging kan zorgen bij de zogenaamde gebiedsprocessen. Met die processen zoeken overheden en maatschappelijke partners, (agrarisch) ondernemers, grondeigenaren en grondgebruikers naar oplossingen voor natuur, water en klimaat. Verkoop van grond of vastgoed is er soms onderdeel van.
De provincie wijst erop dat het in de processen wenselijk is om met een ‘preferente’ partner of partners te kunnen werken. De minister stelt in een Kamerbrief dat dit nog steeds kan en dat het Didam-arrest er ruimte voor biedt.
‘Het is mogelijk om geen uitgebreide selectieprocedure te volgen wanneer – op grond van objectieve, toetsbare en redelijke criteria – gemotiveerd kan worden vastgesteld dat er slechts één serieuze gegadigde in aanmerking komt’, schrijft zij in reactie op de provincie Gelderland. Er kan nog steeds veel, aldus de minister, waarbij ‘goed gemotiveerd’ het toverwoord is.
Impact Didam valt mee
Het Didam-arrest zorgde eind 2021 voor schrik onder overheden en ontwikkelaars, en bracht veel juridische pennen in beweging. Er werd gevreesd dat de uitspraak van de Hoge Raad gebiedsontwikkelingen zou vertragen en blokkeren. Dat zou het halen van woningbouwambities (nog verder) bemoeilijken. Ook werd gevreesd dat de uitspraak van toepassing zou kunnen zijn op al lopende ontwikkelingen.
Naarmate er meer jurisprudentie naar buiten komt, blijkt dat het arrest lang niet altijd voor grote problemen zorgt, mits overheden de uitgifte goed beargumenteren. Bovendien blijkt dat rechters oog hebben voor wederzijdse belangen en eerdere ontwikkelingen. Dat concludeerden juristen eerder in een analyse op Omgevingsweb.
Nationaal Programma Landelijk Gebied
Het Rijk wil vóór 2030 de natuur ruimte bieden voor herstel en versterking, de kwaliteit van water en bodem verbeteren en meer doen tegen klimaatverandering. Het Nationaal Programma Landelijk Gebied (NPLG) gaat samen met provincies, waterschappen, gemeenten en maatschappelijke partners, (agrarisch) ondernemers, grondeigenaren en grondgebruikers op zoek naar oplossingen per gebied.
Gebiedsgericht werken staat daarbij centraal. De kwaliteit van natuur, water en bodem is nergens hetzelfde, aldus het Rijk. Daarom verschillen de doelen per gebied. Bijvoorbeeld ten aanzien van de water- en bodemkwaliteit en stikstofuitstoot bij Natura-2000 gebieden.