‘Het college hecht veel waarde aan deze vorm van ontwikkeling, maar de mogelijkheden om ondersteuning te bieden zijn begrensd door uitgangspunten die de raad heeft vastgesteld’, schrijven wethouders Reinier van Dantzig en Zita Pels in een brief aan de raad. ‘Daarnaast betreft het een zelfbouw-wooncoöperatie waarbij de wooncoöperatie ook zelf verantwoordelijkheid heeft voor de ontwikkeling van het project.’
Met andere woorden: het college van B en W wil de wooncoöperatie niet verder helpen. Die trok eind januari publiekelijk aan de bel, toen bleek dat het project financieel niet langer financierbaar bleek. De business case was volgens de coöperatie niet meer rond te krijgen door maandenlange vertraging door een onjuiste erfpachtberekening door de gemeente, terwijl de rente opliep. De bank kon dus geen hypotheek meer verstrekken en de locatieclaim die De Nieuwe Meent heeft in Amsterdam-Oost, dreigde te vervallen.
De wooncoöperatie gemeente vroeg de gemeente dus om een ruimere aflossingstermijn op een lening uit het Amsterdamse garantiefonds voor wooncoöperaties. Dat zou de bank over de streep kunnen trekken. B en W gaat er niet in mee. ‘De kans wordt groot dat de gemeente zo de grootste financier wordt’, staat in de brief. Ook zou een hogere lening een te groot financieel risico voor de gemeente zijn.
Het besluit over ‘ophoging van de lening’ wekt verbazing. ‘Daar vragen we nu helemaal niet om’, zegt Lauri Schippers, één van de initiatiefnemers van De Nieuwe Meent. ‘We vragen enkel om de ruimere aflossingstermijn. Bovendien: in het huidige leenfonds zit een risicobuffer. Extra risico’s zijn dus al begroot.’
Wel of niet de schuld van de gemeente?
Het is niet juist is dat ‘alle vertraging in het project alleen te wijten is aan de gemeente’, schrijven de wethouders in hun brief. ‘Het uitgangspunt bij zelfbouw door wooncoöperaties is dat de projectontwikkeling door de wooncoöperatie gedaan wordt en zij daarmee zelf verantwoordelijk is voor de planning en de ontwikkelrisico’s die daarbij horen.’
Even verderop: ‘De gemeente heeft De Nieuwe Meent regelmatig gewezen op het tijdig aanvragen van financieringen en vergunningen, zeker toen in de tweede helft van 2021 duidelijk werd dat rentes gingen stijgen.’
Wederom een vertekend beeld van de werkelijkheid, zegt Schippers. ‘Wij doen ons werk op tijd. Sinds 2019 zijn we bezig met de financieringsaanvraag. Maar doordat de gemeente toen een fout maakte bij de erfpachtaanbieding, mocht een bank volgens de strenge bankregels geen financieringsvoorstel schrijven. Zonder dat financieringsvoorstel mochten we van de regels van de gemeente Amsterdam geen aanvraag doen voor de omgevingsvergunning.’
‘Die vertraging bedroeg in totaal zeven maanden. En nu doet wethouder Van Dantzig, die niet met ons in gesprek wil en niet reageert op onze verzoeken tot contact, alsof wij risico’s verkeerd inschatten en daarvoor steeds bij de gemeente aankloppen. Terwijl de gemeente weet dat we geen professionele ontwikkelaars zijn.’
‘We hebben veel risico’s ook juist zelf opgevangen, zoals bijvoorbeeld extra onderzoek naar trillingen op onze locatie door een nabijgelegen spoor. Daar had de gemeente ons niks over verteld’, zegt Schippers.
Het coöperatielid is niet te spreken over hoe de gemeente zich nu opstelt: ‘De gemeente is voor wooncoöperaties te weinig een partner, zorgt helaas voor risico's in het ontwikkelproces, heeft te weinig inzicht in de financiële casus en lost de belofte van het opvangen van het marktfalen niet in. Dit heeft effect op wooncoöperaties in heel Amsterdam. Het wordt ook voor hen allemaal onzekerder.’
Laatste kans voor financiering
Het stadsbestuur geeft wel een iets ruimere termijn voor De Nieuwe Meent om de financiering rond te krijgen. De deadline wordt verschoven van begin februari tot 1 april 2023.
Het is een laatste strohalm hoop voor de coöperatieleden. ‘Aan enkel uitstel hebben we niet zo veel. Maar we proberen toch nog wat konijnen uit de hoge hoed te toveren’, zegt Schippers. ‘Mogelijk met extra crowdfunding, We zijn ook in gesprek met KNHM en andere maatschappelijke organisaties. Mogelijk kunnen we een garantstelling met hen regelen.’
‘En aanstaande woensdag gaan we een sterk beroep doen op de gemeenteraad’, besluit ze. 'Het college wil ons niet helpen, terwijl ze dat wel kunnen. We hopen dus dat de raad de wethouders helpt om ons tegemoet te komen.’