Er is een groot tekort aan sociale huur in de gemeente Amsterdam, constateert het stadsbestuur in de Amsterdamse Aanpak Volkshuisvesting. Daarom moet er niet alleen flink worden bijgebouwd, maar moet er ook een einde komen aan het doorverkopen (uitponden) of liberaliseren van gereguleerde huurwoningen.
‘Nee, tenzij’ wordt dus het uitgangspunt dat de gemeente hanteert bij eventuele uitpondplannen. Over eventuele uitzonderingsgronden wil de gemeente met de corporatiesector in gesprek. Mogelijk kan er nog worden doorverkocht als een woning aan een wooncoöperatie wordt verkocht, of in een versnipperd complex zit.
In de stadsdelen Noord, Zuidoost en Nieuw-West houden de corporaties meer ruimte voor doorverkoop. Wel moet de corporatie dan aantonen dat het uitponden bijdraagt aan de stedelijke vernieuwingsopgaven in deze gebieden.
Zita Pels, wethouder Volkshuisvesting, zegt in een interview met het Parool: ‘We stoppen met de verkoop, tenzij die bijdraagt aan de buurt. Dus als we zien dat er in een buurt een hoog percentage sociale huur is, maar er zijn ook mensen daar die graag een koopwoning willen, dan kan het misschien. Maar dan moeten corporaties bij de gemeente onderbouwen waarom ze dat willen, voordat wij toestemming geven. Dat is heel restrictief.’