‘In 2023 en 2024 daalt de vergunningverlening met 6.000 woningen in vergelijking met de situatie waarbij de vrijstelling zou zijn gehandhaafd. Over de periode tot 2028 gaat het gecumuleerd om 10.000 vergunningen’, schrijft het EIB in de studie ‘Effecten wegvallen bouwvrijstelling’. ‘Dergelijke effecten zijn zeker niet verwaarloosbaar, maar tegelijkertijd kan worden geconstateerd dat stikstof geen groot beletsel hoeft te vormen voor het realiseren van bredere woningmarktdoelen.’
Nieuwe berekeningen, die nodig zijn voor de vergunningverlening, zijn wél een obstakel. Dat is vooral ongunstig voor de ongeveer 6.000 projecten waarvan op voorhand al vaststaat dat die geen extra stikstofruimte gaan kosten, maar waarvoor na de uitspraak van de Raad van State over de bouwvrijstelling toch nieuwe berekeningen zijn vereist.
Het gaat in deze gevallen om stikstofberekeningen met de AERIUS-tool. Die nieuwe berekeningen hebben volgens EIB geen belangrijke structurele gevolgen, maar het zorgt wel voor vertraging en extra kosten.
Zes procent heeft nieuwe natuurvergunning nodig
EIB schrijft dat er ook bouwprojecten zijn die een nieuwe natuurvergunning nodig hebben. Dan gaat het over projecten met een stikstofdepositie van 0,1 tot 0,5 mol/ha en die kunnen alleen doorgang vinden, als kan worden aangetoond dat de gevolgen van de stikstofdepositie verwaarloosbaar is. Dat moet via een ecologisch onderzoek worden aangetoond. Het gaat volgens EIB over ongeveer 6 procent van de woningbouw.
Dan is er volgens EIB nog een categorie bouwprojecten waarbij tijdens de bouw zoveel stikstof wordt uitgestoten, dat er extra maatregelen nodig zijn. ‘Deze projecten zijn afhankelijk van externe saldering als stikstofruimte die elders wordt vrijgespeeld aan deze projecten kan worden toegewezen. Dit is een lastig traject dat veel tijd zal vergen en zorgt voor uitval in ene meerjarig perspectief’, aldus EIB. Het gaat om ongeveer drie procent van de bouwprojecten.
In totaal worden door het wegvallen van de bouwvrijstelling in de periode 2023-2027 10.000 minder vergunningen verleend en 8.000 minder woningen gebouwd. Hiermee is een verlies aan bouwproductie gemoeid van opgeteld 3 miljard euro, aldus het EIB. In 2023 zijn de extra kosten voor bouwprojecten door het wegvallen van de bouwvrijstelling zo’n 100 miljoen euro.
Volgens het EIB is het meestal niet nodig om piekbelasters uit te kopen om woningbouwprojecten te laten doorgaan. 'In de meeste gevallen hoeft alleen aangetoond te worden wat al werkelijkheid is, namelijk dat er geen stikstofdeposities zijn.’ Als dat niet het geval is, kan vaak al worden volstaan met inzet van elektrisch materieel. Alleen grote woningbouwprojecten bij Natura2000-gebieden hebben soms externe saldering nodig, zegt het EIB.
Grote projectontwikkelaars zeggen tegen Stadszaken dat er al ruim voor de uitspraak van de Raad van State rekening is gehouden met het einde van de bouwvrijstelling. De meeste bouwprojecten kunnen zonder extra inzet doorgaan, alleen moet worden gewacht op de nieuwe stikstofberekeningen. Door een tekort aan specialisten bij gemeenten, loopt de wachttijd soms op.