De verlaging wordt betaald door de woningbouwcorporaties. Die kunnen de huur verlagen door het afschaffen van de verhuurderheffing. Ongeveer 600.000 huurders komen voor de huurverlaging in aanmerking. De huur wordt verlaagd tot maximaal 562,65 euro per maand 

Tijdens het debat in de Tweede Kamer was er nog onvrede over de wetswijziging. Zo noemde Jesse Klaver het ‘onlogisch’ dat mensen met een laag inkomen die wonen in een huis van een particuliere verhuurder (ongeveer 100.00) niet profiteren van de huurverlaging. Nikki Pouw-Verweij van JA21 noemde de wetswijziging een zoveelste ‘lapwerk’. Het steeds verfijnder reguleren vergroot volgens haar alleen maar de problemen. 

De Jonge pareerde de kritiek van Klaver door hem te wijzen op een aantal wetten die in de weg staan. ‘Tussen droom en daad staan wetten in de weg. De regeling ook laten gelden voor mensen die particulier huren leidt tot problemen bij de Belastingdienst. Daarnaast is het een te grote inbreuk op het eigendomsrecht van particuliere verhuurders.’ 

Uiteindelijk stemden alle partijen, behalve BVNL van Wybren van Haga, in met de wijziging van De Jonge.