‘De afgelopen vier jaar is in de stad flink gebouwd, maar aan deze periode van groei dreigt een einde te komen’, legt wethouder Reinier van Dantzig uit in een filmpje over het Woningbouwplan 2022-2028 (pdf). ‘Dat komt omdat de bouwkosten enorm zijn gestegen, terwijl er onzekerheid leeft over de opbrengsten.’
Om de groei van ongeveer 10.000 bewoners per jaar te kunnen bijbenen, wil Van Dantzig per jaar zeker 7.500 nieuwe woningen bijbouwen. Dat moet simpeler en sneller. Ook wil hij zorgen voor een goede mix van woningen. ‘We bouwen aan een complete, duurzame en ongedeelde stad. Voor alle mogelijke huishoudenssamenstellingen, voor jonge, oude en nieuwe Amsterdammers.’
Stad kijkt naar verdienpotentieel
Ontwikkelaars wil hij overhalen te blijven bouwen door de grondprijsstijging te matigen tot 5 procent in plaats van de CPI-index. Ook worden de kosten en opbrengsten van de actieve grondexploitaties tegen het licht gehouden voor meer verdienpotentieel. De tijdelijke regeling Transformatie-impuls wordt met een jaar verlengd, tot 1 februari 2024.
Verder wil Van Dantzig het de ontwikkelaars makkelijker maken door selectieprocedures voor kleinere gebieden in één ronde af te handelen en geen bovenwettelijke eisen aan gebouwen te stellen. ‘Gewoon goed’ wordt het uitgangspunt.
Alleen aan de hemelwaterverordening houdt Amsterdam vast. De wethouder hoopt dat ontwikkelaars uit zichzelf zeer duurzame woningen zullen bouwen. Hij wil hoe dan ook in gesprek met institutionele beleggers en grote ontwikkelaars.
Sociaal, middelduur, duur
Wel wil het stadsbestuur vasthouden aan het uitgangspunt 40 procent sociaal, 40 procent middelduur en 20 procent vrij, al kan daar in sommige situaties van worden afgeweken. De grens van sociale koopwoningen wordt verhoogd naar 355.000 euro in 2023.
Amsterdam ziet veel inwoners verhuizen, zowel van als naar de stad, en wil daar grip op krijgen. Daarom werkt het college van B en W een nieuwe werkwijze uit, waarbij voor doelgroepen zoals studenten, gezinnen of mensen met een handicap, per gebied wordt bekeken wat nodig, wenselijk en mogelijk is.
Om de woningbouw te versnellen zet Amsterdam onder meer in op fabrieksbouw en flexwoningen. Voor flexwoningen liggen afspraken met het Rijk voor 2.500 tot 3000 woningen, maar de gemeente blijft de voorkeur geven aan permanente nieuwbouw.
Voor de nieuwbouwplannen heeft het stadsbestuur Rijksgelden nodig, onder meer vanuit de MIRT, het Mobiliteitsfonds en de Woningbouwimpuls (WBI). Amsterdam blijft in Den Haag lobbyen voor meer structurele rijksmiddelen.