Zijn digitale katten met kunstmatige intelligentie een wenselijke oplossing tegen eenzaamheid? Is het ethisch verantwoord om beelden van politiedrones openbaar te maken? Met deze en soortgelijke vragen gingen onderzoekers in het project Designing for Controversies in Responsible Smart Cities het gesprek aan met stakeholders. De conclusie: het opzoeken van frictie laat hen beter nadenken over de 'ideale slimme stad.'
In een vierjarig project dat startte in 2018, zochten de universiteiten van Twente en Utrecht naar geschikte methoden om ethische overwegingen over de slimme stad bespreekbaar te maken. ‘Kiezen voor conflictbenadering sluit goed aan bij onze Nederlandse democratie. Juist hier is ruimte om iedereen een stem te geven in ethische discussies over technologie’, aldus Mascha van der Voort, onderzoeker voor de Universiteit Twente.
‘Door het Nederlandse poldermodel zijn we juist gewend om conflictvermijdend te werk te gaan en aandacht te geven aan waar consensus over is. Onze benadering helpt dat te doorbreken en de rol van technologie in de stad beter bespreekbaar te maken. Juist door het opzoeken van frictie.’
‘Controverses zijn inherent verbonden aan maatschappelijke problemen. De controverses worden in het geval van technologie veel veroorzaakt door onvolledige kennis en onzekerheden bij mensen’, vult Michiel de Lange, universitair docent aan de UU, aan. Die kennis ligt vaak bij grote techbedrijven, aldus De Lange, wat de reden is dat veel gemeenten en burgers zich buiten het gesprek over de slimme stad houden.
‘En dat terwijl een democratisch debat over technologie in de stad juist vereist dat burgers in staat zijn om te anticiperen op de impact ervan. En om de ethische dimensie daarvan aan de orde te stellen’, zegt Peter-Paul Verbeek, hoogleraar techniekfilosofie aan de Universiteit van Amsterdam. Hij was betrokken bij het project. ‘Net zoals de wetenschap zich steeds meer beweegt in de richting van burgerwetenschap of citizen science, blijken we ook citizen ethics nodig te hebben.’
Future Frictions
Om inwoners mee te nemen in de besluitvorming over mogelijke slimme toepassingen in hun eigen leefomgeving, en de impact die zij zowel positief als negatief kunnen hebben, komt het project nu met een Cook-It boek. In het boek bieden de onderzoekers verschillende participatiemethodes. Daarmee kunnen gemeenten werken aan het vergroten van bewustzijn over digitalisering, het verbeelden van mogelijke smart city-scenario’s en reflectie op de impact van technologie binnen de stad.
Net als een traditioneel kookboek delen de onderzoekers een stappenplan en benodigde materialen voor de methodes. Een voorbeeld uit de eerste categorie is het Network of Conflicts, dat deelnemers helpt om zich in te leven in verschillende stakeholders en hun waarden. Door het gesprek over een fictief scenario te voeren vanuit een ander, kan de methode helpen om een beter beeld te krijgen van botsende belangen. Deze en alle andere methodes moeten het gesprek over de slimme stad dichter bij gemeenten, burgers en andere partijen brengen.
Een andere methode is de Walk-shop. Door samen met verschillende bewoners en partijen door de stad te lopen, kan worden besproken in hoeverre de inzet van technologie in de openbare ruimte wenselijk is om maatschappelijke opgaven op te lossen. Zo kunnen slimme camera’s onveilige verkeerssituaties voorkomen, maar is hiervoor misschien wel data nodig die burgers liever niet afstaan.
Op de website van Responsible Smart Cities is ook het ‘spel’ Future Frictions te vinden. Deze eenvoudige online simulator leidt bewoners en ambtenaren door verschillende scenario’s in de stad waarin innovatieve toepassingen zoals ‘AI-katten’ bestaan. Fictieve bewoners en ondernemers delen in het spel hun perspectief op toepassingen in ‘grijs gebied’, waarna de speler van het spel hun eigen mening kunnen vormen.
Hoe zijn de methodes te gebruiken?
In de praktijk blijkt het organiseren van burgerparticipatie soms nog lastig. De gemeente Amersfoort, ook partner van Responsible Smart Cities, geeft aan dat toepassing van de voorgestelde, op controversies gerichte benadering nog uitdagingen kent. ‘Het is moeilijk voor overheden om nieuwe kaders en werkwijzen een vaste plek te geven in hun organisatie.
De door de UT en UU ontwikkelde participatiemethodes zijn al besproken in het Smart city-team van de gemeente Amersfoort, maar voor het daadwerkelijk toepassen van een innovatieve aanpak is timing belangrijk’, zegt Jeanette van Dijk, projectmanager Smart Cities bij de gemeente Amersfoort.
‘Het is nodig dat een uitvoerende afdeling binnen de gemeente nét werkt aan een project waarin de participatiemethode toegepast kan worden. Als de timing niet overeen komt, ziet de uitvoerende afdeling dergelijke innovatie snel als een opgelegde ‘push’.’