Voor 2023 rekenen de Nederlandse gemeenten op 5,1 miljard euro aan onroerendezaakbelasting (ozb). Dat is 7,4 procent meer dan een jaar eerder. De groei komt voort uit WOZ-waardes, het aantal panden en tariefontwikkelingen. Vooral de stijgende WOZ-waarde is van belang: die lag in 2022 ruim 9 procent hoger dan in 2021.
De ozb-stijging in 2023 is beduidend hoger dan voorgaande jaren. Toen lag de gemiddelde jaarlijkse stijging nog op 4 procent. Hoofdeconoom Peter Hein van Mulligen van het CBS noemde de relatief hoge stijging in 2021 van 5,8 procent nog ‘een uitschieter’.
De stijging van de ozb-opbrengsten in de vier grote steden is met 19 procent hoger dan het Nederlandse gemiddelde. Van de vier grote steden stijgen de begrote ozb-opbrengsten het sterkst in Amsterdam (25 procent) en het minst in Rotterdam (10 procent).
Ook de gemeentelijke inkomsten uit bouwleges gaan naar verwachting stijgen. Dit is wel lastiger te voorspellen dan inkomsten uit ozb, omdat economische omstandigheden een grote rol spelen. Als er weinig vergunningaanvragen worden gedaan, vallen de inkomsten uit bouwleges minder hoog uit.