Voor het onderzoek ‘Energieketens voor CO2-neutrale mobiliteit - Efficiëntie, kosten en ruimtegebruik in beeld’ onderzocht het KiM de potentie van vier energiebronnen: elektriciteit van batterijen, waterstof, ‘synfuels’ van waterstof en CO2 of stikstof, en biobrandstoffen. Daarbij werd gekeken naar volledige energieketens, van productie, transport, opslag en distributie, laden en tanken tot en met gebruik in het voertuig.
Elektriciteit op batterijen komt over de gehele linie het beste uit de bus. Bij alle vier de energiebronnen is CO2-neutraliteit haalbaar, aldus het KiM, maar elektriciteit is het efficiëntst, heeft de kleinste ruimtevraag en is het goedkoopst per afgelegde kilometer.
Vooral op het gebied van ruimtebeslag is elektriciteit op batterijen de grote ‘winnaar’. Daarbij kijkt het KiM alleen naar het aantal vierkante meters dat nodig is voor het aandrijven van bijvoorbeeld een auto of een binnenvaartschip. Daarbij wordt geen rekening gehouden met kwalitatieve eisen als horizonvervuiling. Ook wordt geen onderscheid gemaakt tussen ruimtebeslag in Nederland versus ruimtebeslag in het buitenland, op land of op zee, in een stedelijk gebied of in het buitengebied.
Met deze kwantitatieve benadering doet elektriciteit het twee tot vijf keer beter dan bijvoorbeeld waterstof. Dat komt vooral doordat groene waterstof een energiedrager is: het wordt gemaakt met elektriciteit, waardoor de efficiëntie lager is en er dus meer zonnepanelen of windmolens nodig zijn voor het aandrijven van auto’s op waterstof.
Voor één energieneutrale personenauto op elektriciteit is 12 vierkante meter nodig, voor waterstof uit elektriciteit en synfuels 25 tot 45. Dat wil niet zeggen dat de ruimtevraag voor een volledig elektrisch wagenpark verwaarloosbaar is: om alle wegvoertuigen in Nederland op elektriciteit te laten rijden, is een windmolenpark ter grootte van de provincie Utrecht nodig, berekende het KiM. Het kennisinstituut benadrukt dan ook dat niet alle duurzame energie uit Nederland hoeft te komen.
Biomassa neemt een bijzondere plek in qua ruimtegebruik. Hoeveel ruimte biobrandstoffen voor mobiliteit innemen, hangt sterk af van de oorsprong van de gebruikte biomassa. Als die uit (landbouw-)reststromen komt, is het ruimtebeslag ‘nihil en het kleinst van alle opties. Maar als er speciaal geteelde energiegewassen nodig zijn, is de ruimtevraag juist het grootst.
Het nadeel van elektriciteit is dat het ongeschikt is voor alle soorten vervoer. Voor wegverkeer en binnenvaart is het voldoende efficiënt, schrijft het KiM, maar voor zee- en luchtvaart over langere afstanden lenen andere brandstoffen zich beter. Voor waterstof geldt hetzelfde.