Opdrachtgever Binnenlandse Zaken wilde met het paviljoen laten zien wat er allemaal mogelijk is op het gebied van duurzaam bouwen, en presenteerde een pand met houten skeletbouw en fundering, puien van kurk en hout, vloeren van spinaziezaden en binnenwanden van riet en paprikastengels.
Het gebouw is circulair, biobased en modulair en heeft een kleine CO2-footprint. Zo’n beetje alle materialen in het paviljoen zijn groen en organisch. Tot zover vervulde het paviljoen zijn rol. Het werd de ‘officieuze hub van duurzaam bouwend Nederland’, in de woorden van het Woningbouwatelier Almere, dat de ontwikkelstrategie voor het paviljoen opstelde.
Eén vraag hing de laatste maanden nog in de lucht: wat moet na de Expo met het verplaatsbare gebouw gebeuren? Het idee was dat het een nieuwe bestemming zou krijgen, maar de locatie was nog onzeker. Nu is er meer duidelijkheid. Eigenaar Noordereng Groep meldt in een persbericht dat het paviljoen de komende jaren op zijn plek blijft staan.
Het gebied om het paviljoen verandert de komende jaren wel ingrijpend. Het expoterrein moet een woonwijk worden. Zo wordt de hoek waar het paviljoen staat omgebouwd tot de Flevo Campus, een campus voor ‘stedelijke voedselvraagstukken’ en biobased en circulair bouwen.
Flevo Campus zelf wordt de nieuwe huurder en zal het gebouw samen met de provincie Flevoland gaan gebruiken als kantoor-, ontmoetings- en congreslocatie rondom de thema’s circulair, biobased bouwen en stedelijke voedselvraagstukken.
‘The Natural Pavilion zal straks onderdeel zijn van een bruisende campus voor onderwijs, wetenschap, ondernemerschap en beleid’, aldus Noordereng.