Energielabels zijn niet verplicht voor monumenten. De adviezen die horen bij een energielabel zijn namelijk niet toegespitst op monumenten. Zo houden die geen rekening met de historische bouwtechniek, cultuurhistorische waarde en noodzakelijke vergunningen. Bovendien ontbreken specifieke besparingsmogelijkheden, bijvoorbeeld voor bouwmaterialen die tegenwoordig niet veel meer worden gebruikt, die belangrijk en uniek zijn voor monumenten.

Toch slaan steeds meer monumenteigenaren aan het verduurzamen, blijkt uit de Monitor Verduurzaming Monumenten 2022. Van alle monumenteigenaren gaf in 2022 94 procent aan duurzaamheidsmaatregelen genomen te hebben en 82 procent is van plan om de komende drie jaar nog verder te verduurzamen. Twintig monumenten hebben het volgens de monitor voor elkaar gebokst om al energielabel A of hoger te hebben.

'Het is precisiewerk'

Gemeentelijk monument Zandkasteel in Amsterdam-Zuidoost, dat dit jaar wordt omgebouwd tot een mixed-use gebouw met meer dan tweehonderdzestig woningen, kantoren en horeca, is een van de monumenten met een duurzaam energielabel. Het gebouw kreeg door de transformatie energielabel A tot A++.

Directeur Realisatie Remco de Graaf van ontwikkelaar Wonam vertelt dat maatwerk daarvoor een vereiste was: ‘Je kunt alles wel vernieuwen, maar dat is zonde van het geld en volgens mij ook niet helemaal duurzaam. Wij hebben gekeken naar methodes om het pand gericht te verduurzamen.’

Elk monument heeft een ander verduurzamingstraject, legt Jaap Lageman van de Rijksvoorlichtingsdienst voor het Cultureel Erfgoed (RCE) uit. ‘Omdat er veel verschillende soorten monumenten bestaan, is er niet een juiste manier om ze te verduurzamen. Het is precisiewerk.’ Met de RCE begeleidt Lageman monumenteigenaren met het opstellen van een verduurzamingsplan en het uitvoeren daarvan.

Toch kunnen eigenaren een aantal basismaatregelen toepassen om snelle duurzaamheidswinst te boeken. De monitor noemt onder meer kierdichting, leidingisolatie, isolerende gordijnen, radiatorfolie en een slimme thermostaat als basismaatregelen. Andere isolerende maatregelen, zoals het isoleren van de vloer, dak of gevel, zijn vaak duurder en moeten en moeten per monument worden afgewogen. De kosten om een monument te verduurzamen verschillen dan ook enorm. 38 procent van de eigenaren gaf aan minder dan 25.000 euro kwijt te zijn, 14 procent meer dan 100.000 euro.

Zandkasteel zit bij die bovenste veertien procent. Een groot deel van de kosten is gegaan naar de aansluiting op stadswarmte van Vattenfall. Zandkasteel is daardoor nu van het gas af, terwijl het vroeger nog een van de grootste gasaansluiting had van Nederland. De Graaf vertelt dat daarnaast alle installaties in het gebouw volledig zijn vernieuwd en dat de beglazing is vervangen door HR++-glas om het gebouw beter te isoleren.

‘Ook ligt er nieuwe dakisolatie met dakbedekking op waardoor het dak een hogere isolatiewaarde heeft. Zandkasteel verbruikt nu veel minder energie dan eerst. In het verleden werd hier voor 150.000 euro aan gas weggestookt in een zachte winter. Toch was Zandkasteel bij de bouw in de jaren tachtig een van de duurzaamste gebouwen van Nederland. Zo zie je maar dat investeren in duurzaamheid voor ons direct loont, en dat met een aantal vrij eenvoudige ingrepen’, aldus De Graaf.

‘Goede verhalen zijn nodig om de sector vooruit te helpen’, eindigt Lageman. ‘Ook monumenten moeten hun energieverbruik namelijk verminderen om aan de duurzaamheidsdoelen te voldoen. Het is nu voor elk monument interessant om te verduurzamen. Iedereen wil de energierekening omlaag hebben.’

De Rijksdienst voor Ondernemend Nederland (RVO) verstrekt subsidies aan monumenteigenaren om de kosten van het verduurzamen te drukken. Er bestaan verschillende duurzaamheidssubsidies en instandhoudingssubsidies, onder meer de Subsidieregeling duurzaam maatschappelijk vastgoed en Investeringssubsidie duurzame energie en energiebesparing voor woningeigenaren.

De instandhoudingssubsidies zijn volgens Lageman aan een discussie onderhevig: ‘Als je een monument restaureert, betekent dat niet meteen dat het monument duurzaam wordt gerestaureerd. Je wilt eigenlijk met een subsidie bewerkstelligen dat er wél voor een duurzame oplossing wordt gekozen.’ Zandkasteel heeft aangegeven geen gebruik te maken van dergelijke subsidies.