Deze ronde verdeelt het Rijk 66 miljoen euro over 29 gemeenten. Ontvangers zijn onder meer Amersfoort, Utrecht, Eindhoven, Zaanstad, Zwolle en Deventer.
Voor de zogenaamde Stimuleringsregeling Flex- en Transformatiewoningen heeft het Rijk in totaal 100 miljoen euro gereserveerd. Dat moet uiteindelijk 8.300 nieuwe woningen opleveren. Het betreft cofinanciering tussen het Rijk, gemeenten, corporaties en marktpartijen. Die laatste drie investeren ongeveer 700 miljoen euro.
Het Rijksgeld is nu bijna op. In de eerste ronde werd 22 miljoen overgemaakt voor de bouw van flexwoningen in dertien gemeenten. Er is dus nog ongeveer 12 miljoen euro te verdelen.
Honderden miljoenen voor flexwoningen
Het Rijk zet groots in op flexwoningen. Eind 2024 moeten 37.500 extra flex- en transformatiewoningen zijn gerealiseerd. De flexwoningen moeten een ‘flexibele schil’ rond de woningmarkt worden. Ook moeten ze de druk op de asielketen verminderen, aldus het ministerie van Binnenlandse Zaken.
Om de bouw van tijdelijke woningen verder te stimuleren, doet het Rijksvastgoedbedrijf de voorfinanciering bij 2.000 woningen. Dat moet risico’s bij de markt weghalen. De bouw van flexwoningen is namelijk verre van simpel, bleek eerder uit onderzoeken door onder andere het Planbureau voor de Leefomgeving en corporatiekoepel Aedes. Onder andere gebrek aan locaties, een slecht imago en een wankele businesscase staan snelle uitrol in de weg.
Als er wel een locatie beschikbaar is, zijn er vaak nog wel twijfels over de vervolglocatie. Het is namelijk de bedoeling dat flexwoningen na tien tot vijftien jaar een nieuwe bestemming krijgen. Daar is de businesscase ook op gestaafd. Het kabinet, de corporaties en de gemeenten presenteerden dus een garantiestelling van 220 miljoen euro. Als de woning niet herplaatst kan worden, wordt de corporatie gecompenseerd.