Ooit groeide Bas van der Pol op in Tilburg. Opgeleid als bouwkundige trok Bas van der Pol negen jaar geleden naar Rotterdam, om in 2021 terug te keren als wethouder Stedelijke Ontwikkeling en Economie voor D66. Onder zijn vleugels zitten onder andere de dossiers stedelijke- en gebiedsontwikkeling, ruimtelijke ordening en gebied.
In Tilburg zijn onder andere de Spoorzone en de Piushaven voorbeelden van een bruisender stadscentrum. En haar ooit zo rijke textielhistorie maakt nu ruimte vrij voor de ‘next economy’ van kunstmatige intelligentie en algoritmes.
Met D66, GroenLinks, de VVD en de Partij van de Arbeid heeft Tilburg tot aan 2025 een ‘brede en sociale coalitie’. Met dertien fracties (‘Gelijk aan de netcode 013’) noemt Van der Pol de raad versplinterd. ‘Maar iedereen is in staat om in de ander te herkennen wat goed is voor de stad. Iedereen wil de stad vooruithelpen’, vertelt Van der Pol.
Hoe kijkt u naar Tilburg: wat voor stad is het?
‘Als een hele fijne woonstad. Tilburg is een jonge stad en een studentenstad. Met 50.000 studenten op 225.000 inwoners hebben we te maken met een groot aandeel jonge mensen. Dat zijn mensen met dromen, verlangens en ambitie die zich willen verbinden met de stad. Het leuke aan onze stad is ook dat het geen stedelijke geschiedenis kent, eerder een dorpen-netwerk. Al sinds de Tweede Wereldoorlog zijn er pogingen gedaan om een stedelijk karakter te ontwikkelen. Investeringen in de jaren 80, zoals de komst van de hogeschool Fontys en onze concertzaal hebben daar ook aan bijgedragen. Ik herken in Eindhoven, al dan niet een grotere regio, eenzelfde route van het actief bouwen aan een stedelijke cultuur.
‘Sinds het failliet van de textielindustrie zijn we hier gaan nadenken over een nieuwe economie en hoe we Tilburg kunnen optillen naar een grotere stad. We waren ooit een groot dorpen-netwerk, nu zijn we meer een woonstad met de dorpen Berkel-Enschot, Udenhout en Biezenmortel eromheen.’
Hoe neemt Tilburg deze dorpen mee in haar opgaven?
‘De gemeente Tilburg heeft een aantal samenwerkingsverbanden. Met Oisterwijk werken we bewust samen aan het dorpenplan aan de oostflank van de Stedelijke Regio Breda-Tilburg. Dan heb je het over de kernen van Berkel-Enschot, Biezenmortel, Udenhout en Haaren. Daarvoor kijken wij bijvoorbeeld naar hoe we voldoende woonruimte kunnen realiseren en hoe we de leefbaarheid daar kunnen versterken. De komende jaren heeft Tilburg een woningbouwopgave van maar liefst 25.000 woningen. Een deel daarvan bouwen we ook in deze dorpen.’
‘Met de gemeente Breda hangen we op een hoger niveau boven de regio. Samen met Breda kijken we naar hoe de regio zich kan onderscheiden van andere regio’s. Waar creëren we goede woonmilieus en wat is er nodig om regionaal aantrekkelijk te worden voor nieuwe werknemers en inwoners? Welke investeringen leveren de grootste bijdrage aan brede welvaart op?'
Ook als studentenstad groeit Tilburg. Lukt het om hen hier allemaal te laten wonen?
‘Studenten zijn voor Tilburg een belangrijke doelgroep. Ik wil er alles aan doen om hen te helpen om alles uit hun talenten te halen. Zij hebben voldoende woonruimte nodig en veel levendigheid voor een fijne studententijd. Dat is wel gelijk een belangrijke opdracht voor Tilburg. We bouwen te weinig goede studentenhuizen. Nu wonen studenten steeds vaker in te dure en gescheiden woningen. Zo stimuleer je geen sociale omgang.’
‘Als gemeente Tilburg hebben we een convenant afgesloten met de hogescholen en onze universiteit om tussen 2020 en 2024 minstens 1.900 wooneenheden voor studenten te realiseren. Binnenkort start een project in het Kenniskwartier vlakbij de campus van Tilburg University, net als in de Spoorzone. Daarnaast is in Tilburg ook weer verkamering toegestaan, als dat gebalanceerd kan.’
‘Samen met nieuwe investeringen in voldoende evenementen en nachtleven, moet dit studenten een fijne stad bieden waar zij graag zijn en studeren.’
Is er meer nodig om studenten tijdens en na hun studie te verbinden aan Tilburg?
‘Als je onderzoekt wat ons aantrekkelijk maakt als stad, dan worden de evenementen, de cultuur en het uitgaansleven genoemd. Maar we willen ook dat jonge mensen zich hier na hun studie willen vestigen. Waar wij sterker in moeten worden is de gerichte investering in R&D en innovatie. Tilburg heeft een sterke economie met goede maak- en logistiekbedrijven. Maar rond digitalisering en AI zijn we minder sterk. Daar hebben we de afgelopen tien jaar vol op ingezet. Het hoeft niet altijd om kennis te draaien, iedereen kan ergens een rol vervullen in het opzetten van die nieuwe economie’
Wie Tilburg met de trein bezoekt, kan al zien dat er flink wordt gewerkt aan de Spoorzone. Welke rol speelt dit gebied voor Tilburg?
‘Ook de Spoorzone is een voorbeeld van hoe we in de jaren tachtig begonnen na te denken over ontwikkelingen in Tilburg. Tijdens het uitzetten van een eerste prijsvraag voor het gebied, was het nog de NS-werkplaats. Sinds 2011 ontwikkelen we het gebied in fases en stellen we het open voor de stad. Het station is nu tweezijdig, met uitnodigende openbare ruimte. In de Spoorzone zijn we begonnen met een programma van festivals en andere activiteiten, zodat het gevoeld wordt als een onderdeel van de stad. De komende jaren komen er extra woningen bij, het Mindlabs waar de Fontys, Universiteit Tilburg en ROC Tilburg samenwerken en nieuwe bedrijvigheid. Je zou kunnen zeggen dat we pas net begonnen zijn.’
‘Een soortgelijke locatie is de Piushaven, een stedelijk woonmilieu aan het water. Dit soort gebiedsontwikkelingen hebben echt een sprong in schaal gemaakt. Tilburg kent nu meerdere sferen en ook dat voelt stedelijk. Dat zetten we door. Dat betekent ook dat we voor veel nieuwe inwoners betaalbare woningen moeten bouwen. Hiervoor kijken we naar binnenstedelijk verdichten, maar er is ook veel ruimte en vraag in onze dorpen. We willen daarbij ontspannen verdichten om ons groen te beschermen. Zoals ons stadsbos in het westen en het groen tussen Tilburg en Oisterwijk in.’
Heeft u als wethouder een advies voor collega’s in andere steden?
Zet de inhoud centraal, dan ontmoet je anderen in het gesprek daarover. Toen ik als wethouder begon, hoorde ik mensen zeggen dat ik niet meer van de inhoud zou zijn. Gelukkig kan dat in Tilburg wel. Met onze dertien fracties valt goed te praten over wat Tilburg nodig heeft, wij hebben dan ook geen coalitie-, maar een breed gedragen bestuursakkoord.’
‘Zacht op de relatie en vooral kijken naar de inhoud, het zijn platitudes waar ik wel in geloof. Daarbij is mijn persoonlijke drijfveer om alles samen te doen met de markt, corporaties en bewoners, maar wel als overheid de lat te leggen voor publieke waarden. Als overheid faciliteer je niet alleen. Een sterke overheid en wethouder zijn vraagt om een rolopvatting en gerichte inzet. Als ik een faciliterende rol moet vervullen, dan ga ik wat anders doen.’