‘De Afsluitdijk en de Deltawerken waren plannen die al lang klaarlagen, maar pas na een watersnoodramp werden uitgevoerd. Dat soort rampen willen we nu voor zijn’, zei Harbers op het Deltacongres. Daarom moet Nederland nu al voorbereid zijn op de stijging van de zeespiegel. ‘Dat is een omslag in denken en doen. We kunnen de oplossingen voor de problemen en opgaven voor de toekomst niet langer afwenden.’
Harbers wil dat we veel meer kijken naar het gedrag van het water. ‘Dat we altijd voldoende water hebben, is niet vanzelfsprekend. Dat we altijd water kunnen afvoeren, is dat ook niet.’ Dit betekent dat niet alles meer kan. ‘Niet meer bouwen in ruimte die we nodig hebben voor waterveiligheid. Geen dorstige industrie op hoge zandgronden.’
Woonminister De Jonge schreef afgelopen zomer iets soortgelijks al in zijn Kamerbrief over nationale regie in de ruimtelijke ordening. ‘Ruimtelijke keuzes op basis van onder meer water en bodem kunnen de juiste kaders en randvoorwaarden bieden aan wat er lokaal in deze gebieden moet gebeuren.’
Het Deltaprogramma moet richting geven aan de nieuwe mantra dat water en bodem leidend zijn. Harbers benadrukte dat het Deltaprogramma een samenwerkingsprogramma is. Dat is al eerder geprobeerd. Waarom gaat het nu wel lukken? ‘De urgentie is groter dan ooit. We willen breken met historische patroon.’ Dat betekent ook zoeken naar nieuwe samenwerkingen. ‘We werken samen met de natuur en hebben er zo een sterke partner bij.’