De meeste woningen komen uit kantoren. In 2021 ging het om 4.100 eenheden. Andere ‘bronnen’ van transformatie zijn winkels, industriepanden en maatschappelijk vastgoed. De laatste jaren daalde het aantal kantoren dat werd getransformeerd, maar het aantal woningen per pand groeit.

De woningen uit kantoren worden daarmee niet per se kleiner, leert navraag bij het CBS. De laatste jaren nam de gemiddelde woninggrootte uit transformatie juist licht toe, al gaat het nog steeds om relatief kleinere woningen. Het gros van alle transformatiewoningen is tussen de 15 tot 50 vierkante meter groot. Er zijn relatief weinig woningen uit transformatie die groter zijn dan 70 vierkante meter. 

Ver onder doel De Jonge

De daling van het aantal woningen uit transformatie is een domper voor woonminister Hugo de Jonge. Hij zet in op 15.000 transformatiewoningen per jaar en hoopt daarmee het woningtekort terug te dringen. Dat terwijl het doel van zijn voorganger Kajsa Ollongren van 10.000 per jaar laatste jaren al mondjesmaat werd gehaald. Van 2015 tot 2021 kwamen er nog gemiddeld 10.800 transformatiewoningen per jaar bij.  

Experts verwachten dat de daling structureel is. In 2018 en 2019 werd met ongeveer 12.000 woningen relatief veel getransformeerd, maar in het daaropvolgende jaar bleef te teller steken op net 10.000. Voor dit jaar is de prognose niet hoger. Uit een voorlopige schatting van het statistiekbureau blijkt dat in de eerste helft van dit jaar ongeveer 4.500 woningen ontstonden uit transformatie. 

Minder kantoren beschikbaar 

De daling komt vooral doordat er minder geschikte kantoren beschikbaar zijn. Het laaghangende fruit is op, reflecteerde onderzoeker Sven Bertens van JLL vorig jaar al op de dalende cijfers. ‘We zien al langere tijd dat de leegstand flink daalt, zeker in de grote steden. Goede locaties voor transformatie zijn schaars. Er is al heel veel uit de markt gehaald’, zei hij. De nieuwe cijfers bevestigen dat beeld. In 2019 kwamen er nog bijna 6.000 woningen uit kantoren, in 2020 en 2021 ging het om ongeveer 4.000 per jaar.  

Daarmee is de transformatiedaling enerzijds zorgelijk voor de woningbouwdoelen van De Jonge, maar tegelijkertijd ook een goed teken voor de staat van de kantorenmarkt. Van grootschalige leegstand, zoals na de kredietcrisis, is geen sprake meer. Transformatie is daar één van de redenen van.