In het onderzoek van de Groningse universiteit zijn zes scenario's opgesteld voor duurzame last-mile stadslogistiek in 2035. Dat is de laatste stap in de logistieke keten naar de afnemer toe.
De onderzoekers keken naar drie thema's die bijdragen aan duurzamere logistiek: de mate van samenwerken tussen stakeholders, technologische innovatie en de rol van lokale overheden in het vormgeven van duurzame logistiek.
In slechts twee scenario's wordt daadwerkelijk een duurzame transitie gemaakt. Een belangrijke succesfactor daarbij is de mate van samenwerking tussen publieke en private partijen. Sturing van de overheid is nodig, maar te restrictief beleid kan een ‘wedloop van innovaties’ tussen stakeholders de nek omdraaien. Een proactieve overheid is dus niet zonder meer garantie voor een duurzame toekomst.
In de overige vier scenario's wordt de transitie belemmerd door een combinatie van tegenstrijdige belangen binnen de logistieke sector, een mismatch tussen private en publieke inspanningen en een gebrek aan onderling vertrouwen, kennis, personeel en budget.
Scenario 1: The Old Wild West
In dit scenario is de last-mile logistiek amper verduurzaamd, met nauwelijks samenwerking tussen logistieke partijen en amper structurele innovatie. Ook is de lokale overheid een grote aanwezige speler. In dit onwenselijke toekomstbeeld is ruimte voor klassieke, generieke maatregelen, zoals tijdvensters of voertuigbeperkingen, maar ontbreekt het aan integraliteit en voortschrijdend inzicht.
Scenario 2: The New Wild West
Ook in dit scenario wordt weinig vooruitgang geboekt. Lokale autoriteiten geven de meeste regie in handen van de sector en treden hier en daar faciliterend op. De sector laat zich hierdoor leiden door klantbehoeften in plaats van duurzaamheidsbeleid. Innovaties krijgen meer voet aan de grond, maar de transitie naar schonere brandstoffen is slechts gedeeltelijk succesvol.
Scenario 3: New Cool Collective
In het New Cool Collective-scenario streeft de logistieke sector op succesvolle wijze hetzelfde doel na: duurzame transitie door innovatie en coördinatie. Lokale overheden formuleren basisregels, maar moedigen vervoerders ook uit om mee te denken over eigen initiatieven. De gezamenlijke inspanning levert op: de transitie naar duurzaam vervoer is nagenoeg behaald, pakketbezorging vindt efficiënt plaats met waterstof en groene stroom
Scenario 4: Revolution by Design
Het vierde scenario heeft de transitie naar verduurzaming in de last-mile logistiek gerealiseerd, mede door een duidelijk beleid van lokale overheden. Klassieke restricties voor toegang en vervoer in de stad worden aangevuld door innovatievere maatregelen: vervoerders moeten aantonen dat er sprake is van hoge leveringsdichtheid en efficiënte reisbewegingen. Als gevolg van deze afgedwongen innovatie is ook de overgang naar emissievrije voertuigen gemaakt.
Scenario 5: Thriving Individually
In dit scenario hebben beperkingen in de jaren ‘20 geleid tot innovatie in vervoer en distributie. Onbemande afhaalpunten n last-mile micro hubs zijn de normen transport is nagenoeg emissievrij. Operators en vervoerders stellen zich daarentegen wel individueel op in de sector, met als gevolg dat duurzaamheidsbeleid vanuit lokale overheden maar beperkt landen. Efficiëntiewinst en kostenreductie blijven leidend.
Scenario 6: Good Intentions Abound
In het laatste scenario voeren gemeenten stevige regie met veelal beperkende maatregelen. De lokale overheden beheren een systeem van stedelijke hubs waarlangs pakketten worden getransporteerd van groot naar klein vervoer. Overheden hebben zelf logistiek vastgoed. Als gevolg hiervan is transport volledig emissievrij. Dit alles komt met een prijs: samenwerking via de hubs is verplicht, maar schaars. Operators werken verder zoveel mogelijk gescheiden en delen amper data. Innovatie komt zo niet van de grond.