Het nieuwe kader is hard nodig, schrijft gedeputeerde Ruimte en Wonen Erik Ronnes in het voorwoord van het beleidskader. ‘Brabant is volop in verandering. Nieuwe ontwikkelingen vragen ruimte. De verstedelijkingsdruk is hoog en de ruimte is schaars. Hoe kunnen we inspelen op alle uitdagingen voor de toekomst en tegelijk de kwaliteit van de leefomgeving in onze steden en dorpen behouden en versterken?’  

De provincie kiest in haar omgevingsvisie voor concentratie van verstedelijking en een duurzame ontwikkeling van stedelijk Brabant. ‘Brabant is een polycentrisch netwerk van steden en dorpen, sterk verbonden met de omliggende provincies en het buitenland (Vlaamse Ruit, Ruhrgebied).’ De provincie schrijft dat stad en platteland nauw verbonden zijn. Steden moeten een schaalsprong maken en het platteland moet leefbaar blijven. 

Om afwenteling op het bodem- en watersysteem te voorkomen, zijn deze de basis voor de verstedelijking. ‘Hiermee geven we aan dat de klimaat- en andere grote opgaven alleen duurzaam aangepakt kunnen worden als de draagkracht van het natuurlijke bodem- en watersysteem voorop staat.’ De provincie geeft aan dat deze beleidslijn kan betekenen dat ontwikkelingen afgeschoten worden als de bodem het niet aankan. 

Meervoudig ruimtegebruik uitgangspunt 

In de schaalsprong is meervoudig gebruik van de ruimte een speerpunt voor de provincie. ‘Wonen boven winkels, bedrijvigheid, gecombineerd met horeca, groen of energieopwekking op daken, parkeren onder of op gebouwen, et cetera. We streven naar drievoudig gebruik van ruimte; monofunctioneel gebruik van ruimte komt (bijna) niet meer voor.’  

Meervoudig ruimtegebruik geldt nadrukkelijk ook voor werklocaties. ‘Bedrijven met weinig (milieu-) impact op de omgeving passen in beginsel in woon- en gemengde gebieden.’ Bedrijventerreinen worden voortaan alleen ontwikkeld als er vraag is. 'Bij het voorzien in de vraag gaan wij uit van regionale meerwaarde, een balans tussen de mate van regionale gebondenheid en de mate van bijdrage aan de maatschappelijke- en economische ambities van Brabant.’  

Verdozing gaat de provincie tegen door een selectief clusteringsbeleid te voeren en leegstand wordt tegengegaan door per saldo geen extra winkelmeters toe te staan in de provincie. 

Groenblauwe dooradering 

Verder wordt ingezet op een koppeling met klimaatadaptatie, de groenblauwe dooradering, energie- en warmtenetwerken. Ook wil de provincie meer aandacht voor circulariteit en gebruik van nieuwe bouwmaterialen (houtbouw). In plaats van snel nieuwe woningen in het groen te bouwen, zet de provincie voortaan in op de ombouw van bestaande woningen en de transformatie van bedrijven. 

In Noord-Brabant zal de auto ook in de toekomst een belangrijk vervoersmiddel zijn. Om dat terug te dringen wil de provincie met partners zorgen dat wonen, werken en voorzieningen dichtbij elkaar liggen. Op die manier kunnen verplaatsingen lopend of fietsend afgelegd worden.  

Vijf kernwaarden centraal bij beleidskeuzes 

De provincie zet in het beleidskader uiteen op welke basis keuzes worden gemaakt. Daarbij staan vijf kernwaarden centraal: 

  • Water- en bodemsysteem 

  • Gebied centraal  

  • Steeds schoner, gezonder, veiliger 

  • Afwentelen voorkomen (naar plaats, tijd of andere functies) 

  • Altijd zorgvuldig en meervoudig ruimtegebruik mét meerwaarde 

Ook worden de opgaven vanuit meerdere perspectieven bekeken. Dat geeft volgens de provincie richting aan het handelen en dus ook aan het beleid voor verstedelijking. 

Het beleidskader Wonen en Werken moet een brugfunctie vervullen tussen de provinciale Omgevingsvisie, het verstedelijkingsbeleid en de diverse uitvoeringsagenda’s.