‘Van het gas af? In de Molenwijk willen ze geen warmtenet’ kopte Het Parool medio september. Technisch gezien was het volgens de krant geen hersenbreker. Aansluiting op de reeds aanwezige warmte-infrastructuur in de flatwijk in Amsterdam-Noord zou 30 procent goedkoper uitvallen dan elke andere alternatieve oplossing om van het gas af te gaan.
Bovendien kon de wijk vanwege de grote aantallen vrijwel identieke gestapelde woningen in beschouwd worden als laaghangend fruit. De gemeente Amsterdam wilde dan ook dat de Molenwijk één van de eerste gasloze wijken zou worden. Maar daarbij werd buiten de bewoners gerekend...
Uit een enquête onder bewoners van één van de flats bleek dat het aantal voorstanders van overgang van individuele gasverwarming met cv-ketels naar ‘blokverwarming’ middels een warmtenet vér beneden de 70 procent ligt. Dat is het percentage dat woningcorporatie Eigen Haard nodig heeft voor zo’n ingrijpende verandering, aldus de Amsterdamse krant.
Tegenover Stadszaken wil corporatie-woordvoerder Wim de Waard het beeld dat alle bewoners van de Molenwijk niet van het gas af willen rechtzetten. ‘Er speelde iets bijzonders in de Molenwijk. We hebben bewoners van twee identieke flats benaderd met hetzelfde aanbod. Onder bewoners van de ene flat, de Bovenkruier, bleek voldoende draagvlak. Onder bewoners van de andere flat, de Grondzeiler, niet. We hebben daar eigenlijk geen verklaring voor. Wat leeft er in zo’n flat? Wat zeggen mensen tegen elkaar? We doen huurders volgens ons een goed aanbod. We verduurzamen en rekenen geen huurverhoging door. Maar huurders bepalen uiteindelijk voor zichzelf of het een goed voorstel is.’
Bewonersmotivaties
‘Voor een effectieve overgang naar duurzame energievormen zul je eerst het nut van de gastransitie over moeten brengen aan de bewoners’, zegt Dennis Groen, adviseur bij onderzoeksbureau MarketResponse. ‘Sommige bewoners laten zich niet overtuigen, mede omdat het nut voor elke individuele bewoner nog niet altijd bewezen is. Maar het hangt ook af van het onderliggende waardepatroon.’
MarketResponse deed onderzoek naar bewonersmotivaties bij de energietransitie. Onderlegger daarbij is het kwadrantenmodel met vier belevingswerelden dat het adviesbureau ontwikkelde op basis van psychologische kenmerken. Op de horizontale as vind je de oriëntatie op het individu (links) of de groep (rechts). Op de verticale as een naar binnen gerichte, introverte (onder) of naar de buitenwereld gerichte levenshouding (boven).
Dat resulteert in vier kwadranten of ‘levenshoudingen’ waarin vrijheid (rood), zekerheid (groen), harmonie (geel) en controle (blauw) centraal staan. Groen: ‘Niemand zit 100 procent in één kwadrant. Hooguit domineert een kleur. Maar de mate waarin verschilt sterk per persoon.’
Zes energietransitie-leefstijlen
Voor het nieuwe energietransitie-onderzoek zette MarketResponse een nieuwe enquête uit waarbij de standaard psychologische vragen aangevuld werden met specifieke energietransitie-vragen. Verrijkt met data als leeftijd, woonvorm, en persoonlijke interesses resulteerde dat in een zestal energietransitie-leefstijlen. Het zijn feitelijk ijkpersonen, die qua kleurstelling op het basiskwadrantenmodel kunnen worden gelegd. Deze energietransitie-leefstijlen (met verdeling over de Nederlandse bevolking in procenten) vind je onderaan dit stuk.
Geografische spreiding
Het onderzoeksbureau kan tot op postcode zes-niveau in kaart brengen welke leefstijlen wáár wonen. Algemeen beeld is volgens onderzoeker Groen dat in centrum-stedelijke milieus het rode basisprofiel domineert. Dit zijn ‘vooruitstrevende’ mensen, die veel waarde hechten aan vrijheid. Ze zijn hoogopgeleid, creatief en rationeel. De kleuren groen en geel, die staan voor zekerheid en harmonie, zijn meer vertegenwoordigd in de provincie.
Het vrijheidsgeoriënteerde rode kwadrant is met 18 procent overigens het kleinst. De groep zekerheid- en harmonie-georiënteerden (respectievelijk 28 procent en 30 procent) is véél groter. ‘Natuurlijk wonen in de provincie ook rode mensen, maar de kans is gewoon veel groter dat iemand die in de Achterhoek opgroeit met knalrood profiel uiteindelijk naar de grote stad vertrekt, en ook niet meer terugkeert. Dat is anders voor iemand die op het snijvlak van twee kleuren zit, bijvoorbeeld rood en blauw.’
Binnen de stad bestaat een grote variëteit een leefstijlen die vaak overlappen met wijken, of wijken verschieten door gentrificatie van kleur. De blauwe, berekenende doelgroep die waarde hecht aan controle, woont overal. Deze (over het algemeen) man is minder ideologisch gedreven, en komt pas in actie als de energietransitie onder de streep financieel voordeel oplevert. De exploderende energieprijzen zijn voor de blauwe groep (vaak huiseigenaar) een motivatie om te investeren in verduurzaming, aldus Dennis Groen.
De behoudende afwijzer
De lastigst te mobiliseren individuen in de energietransitie zijn individuen die MarketRespons ‘de behoudende’ noemt. Dit is het donkergroene profiel. Deze persoon – ook vaak man – houdt überhaupt niet van verandering, is dus sceptisch over de energietransitie, wil geen warmtepomp en wil niet op het warmtenet. Informatie over duurzame energie vinden personen die tot deze groep behoren veel minder vaak betrouwbaar, van welke bron het ook komt.
Deze groep is de enige groep die ook af en toe aangeeft informatie van Clintel betrouwbaar te vinden, aldus een rapportage met voorlopige bevindingen van MarketResponse. Clintel is een site die claimt onafhankelijke informatie over energie en klimaat te delen, maar die volgens experts desinformatie verspreidt.
Dennis Groen: ‘Deze groep is eerder geneigd te denken genept te worden door de overheid en wordt daarin telkens bevestigd. Maar zelfs voor de behoudende afwijzer geldt dat hij uiteindelijk meegaat. Hij moet wennen aan verandering. Goede kennissen moeten de weg voor hem geplaveid hebben. Als een vertrouwenswaardige persoon in de buurt is gegaan, gaat hij misschien ook mee.’
‘Believers’ of ‘laggers’
De boodschap van Dennis Groen is dat, als je bewoners wilt meekrijgen in de energietransitie, je hen een verhaal voorlegt dat aansluit bij hun motivaties en achterliggende waardenprofielen, en niet met de verkeerde argumenten de verkeerde doelgroep probeert te overtuigen van het nut van duurzame maatregelen.
‘Daarvoor is het belangrijk inzicht te krijgen in hun motivaties.’ Het bewonersprofiel kun je zelfs meewegen in de keuze voor de volgorde van het van het gas halen van wijken of complexen. ‘Zijn de bewoners believers? Of zijn het laggers, die pas volgen zodra zij bewijslast zien?’ Dat kan volgens Groen resulteren in de keuze om een bepaald complex eerder te verduurzaming, terwijl het technisch gezien niet de eerste optie zou zijn geweest.
Terug naar Amsterdam. Eigen Haard-woordvoerder De Waard vertelt dat de corporatie de warmtevisie van de gemeente Amsterdam volgt. Betaalbaarheid en technische uitvoerbaarheid staan daarin voorop. ‘Wij volgen de voorkeur van de gemeente. Het is aan ons om de warmtevisie te implementeren. Wij gaan daarover met bewoners in gesprek.’
Buurten in onder andere Nieuw-West, Noord (waaronder de Molenwijk) en Zuidoost gaan volgens deze warmtevisie het eerst van het gas. In die wijken ligt al een warmtenet, en daar aanwezige wooncomplexen hebben grote aantallen vrijwel identieke woningen. Eigen Haard is nu druk bezig met de verduurzaming van de woningen in de Bovenkruier, door de isolatiewaarde van de individuele flats te vergroten en vervolgens door aansluiting van de woningen op het collectieve warmtenet. ‘We hopen dat de bewoners van de Grondzeiler positieve ervaringen meekrijgen en uiteindelijk zullen volgen. Dat is wel onze ervaring.’
De ironie wil dat in het centrum van Amsterdam, waar beduidend meer ‘rode’ mensen wonen, het gasnet voorlopig blijft gehandhaafd, aldus de warmtevisie.
1. De vooruitstrevende - 13% (kleur: rood; dominante waarde: vrijheid)
25-45 jaar, woonzaam in de grote stad, hoog opgeleid, creatief, intelligent, rationeel.
Houding energietransitie: noodzakelijk, vooruitstrevend, heb ik vertouwen in, afhankelijkheid externe leveranciers en optimistisch.
52 procent van deze ijkgroep bewoont een huurwoning, relatief vaak in het goedkope segment. Bouwjaar van de woning vaker 1960-2000.
2. De moderne - 19% (kleur: oranje; dominante waarde: vrijheid)
18-45 jaar, grote steden, hoger opgeleid, 3-4 pers hh, gezellig, avontuurlijk, impulsief.
Houding energietransitie: gezond, veiliger, goed initiatief, vooruitstrevend, zelfvoorzienend wonen.
45 procent van deze ijkgroep bewoont huurwoning (relatief vaak duurdere segment). Bouwjaar vaker 2011 of later.
3. De berekende. 10% (kleur: blauw; dominante waarde: controle)
45+ jaar, hoog opgeleid, man, doelgericht, leidinggevend, zelfverzekerd.
Houding energietransitie: onhaalbaar, hogere maandlasten, onvoldoende onderzocht, kapitaalvernietiging, onoverzichtelijk.
25 procent van deze ijkgroep bewoont een huurwoning, vaker een duurder koopwoning. Bouwjaar vaak 2011 of later.
4. De behoudende - 16% (kleur: donkergroen; dominante waarde: zekerheid)
45+ jaar, niet stedelijk, man, gewoon, bedachtzaam, kalm.
Houding energietransitie: onhaalbaar, onvoldoende onderzocht, hogere maandlasten, het gaat te snel, betutteling van de overheid.
35 procent van deze ijkgroep bewoont een huurwoning, vaker een koopwoning, vaak in het goedkopere segment.
Bouwjaar vaker voor 1980.
5. De welwillende – 23% (kleur: lichtgroen; dominante waarde: zekerheid/harmonie)
65+ jaar, matig stedelijk, lager opgeleid, gewoon, hartelijk, spontaan.
Houding energietransitie: goed initiatief, noodzakelijk, uitdaging, de tijd dringt, heb er vertrouwen in.
45 procent van dezer ijkgroep bewoont een huurwoning, vaak in het middensegment. Relatief vaak wat oudere woningen.
6. De hulpbehoevende - 19% (kleur: lichtoranje; dominante waarde: harmonie)
45+ jaar, lager opgeleid, vrouw, gezellig, hartelijk, geïnteresseerd in anderen
Houding energietransitie: onhaalbaar, het gaat te snel, onvoldoende onderzocht, onduidelijkheid, onpraktisch
30 procent van deze ijkgroep bewoont een huurwoning. Woning vaker in goedkopere segment. Bouwjaar vaker tussen 1950 en 1990.