InterProvinciaal Overleg (IPO) 

‘Het IPO vindt de keuze van de minister om de invoering van de Omgevingswet uit te stellen verantwoord. Eerdere invoering zou leiden tot een sterke teruggang in de dienstverlening en het risico op vertraging in de uitvoering’, schrijven de provincies in een reactie.

Tijdens het overleg met minister De Jonge op 12 oktober had het IPO al aangegeven dat een inwerkingtreding op 1 januari 2023 te vroeg komt. ‘Omdat er nog geen sprake is van een werkende DSO keten en bewezen werkende Tijdelijke Alternatieve Maatregelen en we daardoor onvoldoende oefentijd hebben gehad met het stelsel. Dit is voor ons essentieel in verband met het ontbreken van overgangsrecht.’

Het IPO stelt de invoering van de Omgevingswet niet ter discussie. ‘De komende tijd gebruiken we om verder te testen, te ontwikkelen, oefenen en het op orde brengen van de randvoorwaarden.’  

Vereniging Nederlandse Gemeenten (VNG) 

De VNG had graag gezien dat de Omgevingswet op 1 januari 2023 zou worden ingevoerd, maar niet zonder dat aan acht voorwaarden zou worden voldaan, liet de verenging vlak voor de komst van de brief van De Jonge weten.

  • Voldoende werkend digitaal stelsel; 
  • Tijdelijke oplossingen waar het Digitaal Stelsel Omgevingswet nog niet voldoet; 
  • Digitaal stelsel binnen jaar na inwerkingtreding op basisniveau; 
  • Afspraken over doorontwikkeling van het systeem; 
  • Oplossen van juridische knelpunten; 
  • Een operationele crisisorganisatie en versterkte serviceketen; 
  • Een vast testteam; 
  • Financiële tegemoetkoming. 

De VNG schrijft: ‘In de afgelopen periode is echter gebleken dat zich een situatie voordoet die tot een dilemma leidt. Aspecten die daarbij meespelen, zijn onder andere dat nog niet alles helemaal ketenbreed is door getest, de situatie rond provinciale verordening/overgangsrecht mogelijk extra consequenties heeft en eigenlijk meer oefentijd gewenst lijkt. Deze signalen hebben we ook uit de uitvoeringspraktijk ontvangen. Daarom is besloten tot uitstel.‘ De VNG houdt binnenkort een ledenraadpleging over de termijn van uitstel.   

Unie van Waterschappen (UvW) 

‘De waterschappen zijn klaar voor invoering op 1 januari 2023, maar geven aan dat deze stap alleen slaagt als alle overheden deze stap zetten’, schrijft het UvW in een persbericht. ‘In gezamenlijkheid hebben de bestuurlijke partners de voor- en nadelen van de diverse scenario’s besproken. Dit heeft geleid tot de conclusie dat er meer tijd nodig is. De voorgestelde zes maanden worden gebruikt om verder te testen en te oefenen met de Omgevingswet.’ 

Expert Jeroen Niemans van Hiemstra en de Vries 

‘Het is een ingewikkelde vraag en het antwoord daarop wordt ingewikkelder met ieder uitstel’, zegt de adviseur van bureau Hiemstra en de Vries. Hij vindt dat er in de uitstelbrief van De Jonge erg veel aandacht gaat naar Digitaal Stelsel Omgevingswet (DSO).

'De ICT is alleen een middel. Alle aandacht voor de vraag hoe we de verbeterdoelen van de omgevingswet bereiken, verdwijnt steeds verder op de achtergrond. Jammer, want daarvoor is de wet bedacht.” Niemans mist het plan om het half 2023 dan wél goed invoeren. “Bovendien komen pas ná de invoering de echte verbeteringen van de Omgevingswet. Daar heb je ook tijd voor nodig.’ 

NEPROM-voorzitter Desirée Uitzetter 

Daags voor het uitstelbesluit van de minister waarschuwde vereniging van projectontwikkelaars NEPROM al dat overhaaste invoering van de Omgevingswet terwijl partijen daar nog niet klaar voor zijn, bijdraagt aan een daling van de woningproductie.

‘De Eerste Kamer heeft onder voorbehoud op 1 november een debat ingepland staan over de beoogde inwerkingtreding per 1 januari. De tussenliggende periode van minder dan twee maanden is gewoon te kort voor een zorgvuldige overgang. Daarvoor is minimaal een termijn van zes maanden nodig, vanaf het moment dat alle systemen daarvoor gereed zijn’, zei ze vorige week.

Uitzetter geeft aan dat lokale overheden achterlopen met de implementatie van de Omgevingswet en dat het Digitaal Stelsel Omgevingswet nog steeds niet gereed is. Daarom pleitte de NEPROM al eerder voor uitstel. 

Coen van Rooyen, directeur WoningBouwersNL 

‘Zeer verstandig. Het zou goed zijn in deze onzekere tijden de invoering met twee jaar op te schuiven”, schrijft hij op LinkedIn. Hij pleit er wel voor om de invoering van de Wet kwaliteitsborging voor het bouwen los te koppelen van de Omgevingswet. ‘Het zou slim zijn als de minister deze wet een eigen invoeringsdatum geeft. In tijden van ambtenarentekorten lijkt het me goed om een deel van het toetsingswerk aan de markt over te laten en aannemers zelf verantwoordelijkheid te geven voor hun kwaliteit.’ 

Hoogleraar gebiedsontwikkeling Co Verdaas 

Verdaas stond als Kamerlid aan de wieg van de Omgevingswet en hij ziet de wet dan ook graag in werking treden. In een opiniestuk op Gebiedsontwikkeling.nu schrijft hij dat de aandacht voor het digitaal stelsel voorbijgaat aan waar de wet uiteindelijk voor bedoeld is: ‘Door deze eenzijdige focus is er nauwelijks nog aandacht voor het waarom van de Omgevingswet en de keerzijde van uitstel of mogelijk zelfs afstel. Keuzes rondom stikstof, wonen, bereikbaarheid, klimaat, economie, energie, geluid, veiligheid, et cetera hangen – steeds meer – samen. De duurzame toekomst van Nederland kan niet zonder een samenhangende weging van de uiteenlopende belangen die raken aan onze fysieke leefomgeving.’ 

CEO Woningborg Groep, WytzeJan de Jong 

De Jong is teleurgesteld dat voor de 5e keer op een rij de beoogde invoering van de wetten is uitgesteld. ‘Wij vinden het betreurenswaardig voor de betrokken partijen dat er in deze tijd van onzekerheid door inflatie, hoge kosten in de bouw, nu ook weer meer onzekerheid komt door het zoveelste uitstel. Als de overheid over zou gaan op een flexibelere manier van werken, dan zou de omgevingswet in onze optiek op een gefaseerde manier ingevoerd kunnen worden.’

Woningborg is een organisatie voor kopers en bouwers van nieuwbouwwoningen en biedt tools voor kwaliteitsborging. De organisatie heeft een belangrijke rol in de Wet kwaliteitsborging voor het bouwen (Wkb), dat onderdeel uitmaakt van de Omgevingswet. 

Nederlandse Architectenbureaus (BNA) 

De BNA onderschrijft de redenen voor het uitstel, schrijft de branche-organisatie in een persbericht. ‘Het Digitaal Stelsel Omgevingswet, het centrale loket voor het raadplegen van locatiespecifieke informatie en het aanvragen van vergunningen, is op dit moment nog niet zover dat het effectief bruikbaar is voor architecten.’ De organisatie zegt tegen zijn leden dat het uitstel een uitgelezen kans is om je nog eens goed te verdiepen in de nieuwe situatie. 

Koninklijke Notariële Beroepsorganisatie (KNB) 

De KNB gebruikt het uitstel om nog eens te wijzen op een lacune in de Omgevingswet. ‘De software is niet het enige probleem dat speelt bij de nieuwe Omgevingswet. Annerie Ploumen, voorzitter van de Koninklijke Notariële Beroepsorganisatie (KNB), wees De Jonge eerder al op de consequenties van het wegvallen van de notariële rechercheplicht voor een aantal publiekrechtelijke beperkingen bij inwerkingtreding van de nieuwe Omgevingswet.’ 

Bouwend Nederland 

De branche-organisatie is niet verrast over het uitstel, laat Bouwend Nederland weten in een korte reactie. ‘Hoewel de zogenaamde vergunningsketen (dat deel van het Digitale Stelsel Omgevingswet waar vergunningsaanvragen gedaan worden) redelijk stabiel werkt, zijn er op andere onderdelen nog genoeg beperkingen op te lossen.’

Bouwend Nederland wijst het kabinet en het parlement erop dat het voortdurende uitstel, vlak voor de beoogde inwerkingstreding, onwerkbaar is voor bouwers. ‘We vragen de minister en Eerste Kamer dan ook om voor 1 januari 2023 te besluiten of de wet per 1 juli 2023 ingevoerd wordt.’