‘Het tempo waarin veranderingen plaatsvinden is vele malen hoger dan wij gewend zijn’, stelt Peter Molengraaf, CEO van Alliander. ‘Dat is niet bij te houden, dus het is de vraag hoe je daarmee omgaat. Hoe ga je het managen? Technisch, maar ook financieel. Netten die we vandaag aanleggen, moeten nog tientallen jaren mee.’

'Onze netten kunnen de piekproducties niet opvangen'

Wat betekent dat voor Alliander?

‘In onze sector zijn we gewend dat gebruik, transport en productie grotendeels gescheiden werelden zijn, maar we moeten nu toewerken naar een geïntegreerd systeem. Het reguleren van de energieproductie wordt lastiger doordat we steeds meer afhankelijk zijn van de natuurlijk bronnen wind-, zonne- en waterenergie. Het systeem zal maar 50% van de tijd draaien, maar wel met zes keer zo hoge pieken als voorheen. Onze netten kunnen die piek niet opvangen.’

Dus, infrastructuur bijbouwen?

‘Deels wel, maar dan nog komen we bij lange na niet aan de capaciteit die we nodig hebben. Dus het gaat logischerwijs veel meer om het hergebruik ervan. Dat geldt trouwens voor iedere infrabeheerder. Voor ProRail is het de vraag hoe ze nog meer treinen laten rijden over sporen die eigenlijk nu al een bezettingsgraad hebben waar ze nooit voor zijn gebouwd. Rijkwaterstaat kijkt naar mogelijkheden om wegen slimmer te benutten door gebruik van wissel- en spitsstroken. En voor ons is het de vraag hoe we stroom in tweerichtingsverkeer over onze netten krijgen. Het is gaandeweg uitvinden wat je met je bestaande infrastructuur kunt doen, wetende dat ontwikkelingen sneller gaan dan we met vervanging kunnen bijhouden.’

'We worden als samenleving steeds afhankelijker van infrastructuur'

Wat gaan we daar als samenleving van merken?

‘Het liefst zo min mogelijk, maar dat gebruikers in die schommelingen moeten meebewegen zal onvermijdelijk zijn. We proberen daarnaast productie en capaciteit op elkaar af te stemmen. Bijvoorbeeld door te produceren op plekken waar nu ruime distributiecapaciteit is. Dat heeft ruimtelijke consequenties die de wetgeving en RO wel zullen moeten toestaan. Het toekomstbestendig maken van infrastructuur vereist daarin aanpassingen.’

Waar schiet huidige wetgeving nog meer tekort als het gaat om toekomstbestendige infra?

‘Ik ben groot voorstander van rekeningrijden, omdat op die manier onze wegen veel beter kunnen worden. Ook dit vereist andere wetgeving, bijvoorbeeld als het gaat om privacy. Dat is volgens mij niet iets waar we ons als infrabeheerder mee bezig moeten houden, het is een politieke zaak. Over het algemeen geldt dat het beheren van infrastructuur ingewikkelder wordt, zowel wettelijk als voor de infrabeheerders zelf. We worden als samenleving steeds afhankelijker van infrastructuur.’

'Als de stroom uitvalt, staan de auto’s op de weg stil en staan de vliegtuigen aan de grond’

Is er niet juist een tegenbeweging gaande? Mensen wekken zelf energie op en zijn dus minder afhankelijk.

‘Uiteindelijk is het de technologie die het mogelijk maakt om zaken als energie minder collectief te regelen. Denk aan smart grids die de uitwisseling van energie tussen bewoners mogelijk maken. Of we daadwerkelijk alles thuis gaan doen, daar zijn de sociologen het nog niet over eens. De behoefte om elkaar op te zoeken blijft, en dus blijven mensen en organisaties afhankelijk van infrastructuur. En daarnaast zijn we als infrabeheerder steeds afhankelijker van elkaar. Als de stroom uitvalt, staan de auto’s op de weg stil en staan de vliegtuigen aan de grond.’

'Een bedrijf vestigt zich hier niet alleen omdat de spoorinfrastructuur goed is, ze moeten het allemáál goed doen'

De consequenties daarvan lijken ook steeds onvoorspelbaarder te worden. Klopt dat?

‘Ja, dat de grote stroomstoring die plaatsvond in Noord-Holland zulke vergaande consequenties had, hadden we niet kunnen voorzien. Als infrabeheerders delen we die toenemende complexiteit, de wederzijdse afhankelijkheden en de waarde van infrastructuur die toeneemt. We praten natuurlijk wel over relatief kleine kansen, maar het zijn kleine kansen met grote gevolgen en onvoorziene omstandigheden.’

Hoe gaan jullie daarmee om?

‘Het dwingt de infrasector om beter te kijken hoe alles in elkaar steekt, zodat de complexiteit kan worden gemanaged. De maatschappij is afhankelijk van ons en we creëren een enorme toegevoegde waarde met een goede infrastructuur. Men kijkt ook altijd integraal naar infrastructuur. Een bedrijf vestigt zich hier niet alleen omdat de spoorinfrastructuur goed is, ze moeten het allemáál goed doen. In stichting NGinfra delen en ontwikkelen we als infrabeheerders kennis en pakken we kansen gezamenlijk op. We zijn verplicht om elkaar meer te vertellen. Wat is er in Nederland aan infrastructuur, wat is de staat en hoe zit het in elkaar? Dat brengt ons bij elkaar.‘

In stichting NGinfra werken Rijkswaterstaat, ProRail, Vitens, Schiphol Group, Havenbedrijf Rotterdam en Alliander samen aan responsive connections: een toekomstbestendige infrastructuur in Nederland die klaar is voor the next generation. Zowel in gebruik als in generaties. Op 26 mei 2016 organiseert NGinfra het congres NGinfraTrends, met als thema: creating responsive connections. En over een week verschijnt het eerste nummer van NGinfraMagazine, met een uitgebreide bijdrage van Peter Molengraaf als lid van de Raad van Inspiratie van NGinfra en Marc Unger als voorzitter van de Programmaraad. Een digitale versie ontvangen? Mail naar l.vanbeusekom@elba-rec.nl.