Door Jos Feijtel, adviseur versnelling woningbouw
Samen met Zuid-Holland staat Noord-Holland aan de lat voor bijna de helft van de 900.000 woningen die voor 2030 staan gepland. ´Bouwplannen in overvloed. Voor ruim 81.000 woningen is er harde plancapaciteit waarvan de bouw bij wijze van spreken morgen kan starten’, beweert de gedeputeerde.
Waarom gebeurt dat dan niet? Je zou denken dat de gedeputeerde na drie en een half jaar ervaring op dit dossier daar wel een antwoord op heeft. Hij wijst op problemen waarop geen of weinig invloed is uit te oefenen zoals hogere bouwprijzen en hogere energieprijzen vanwege de oorlog. Klopt, maar die problemen waren er vorig jaar nog niet, dus ze verklaren niet de achterblijvende productie voor dit jaar.
Bijna alle andere knelpunten die vertraging veroorzaken, liggen volgens Loggen bij het Rijk. Onmiskenbaar zal het kabinet knopen moeten doorhakken: het stikstofprobleem, zorgen dat nieuwbouwlocaties ook tijdig op stroom en water kunnen worden aangesloten, nog meer ondersteuning van gemeenten bij hun personeelstekort. Tegelijkertijd helpt het de provincie niet als de minister in deze barre tijden beleggers wegjaagt door de vrije huursector aan te strikte banden te leggen en een rigide eis van ‘twee derde betaalbaar’ neer te leggen. Vooral ‘dure’ binnenstedelijke locaties met hoge grondkosten dreigen daardoor onbetaalbaar te worden.
Het provinciebestuur is medeverantwoordelijk voor de crisis
De provinciale bestuurder Loggen moet ook de hand in eigen boezem steken. Hij perst veel gemeenten in Noord-Holland in het keurslijf van het Bijzonder Provinciaal Landschap. Gemeenten als Schagen en Medemblik lijken vrijwel helemaal opgesloten te worden. Hij maakt zich daar gemakkelijk vanaf met een misleidend rekensommetje. Want, zegt hij, ‘op de hypothetische bouwlocaties in beschermd landschap zijn minder dan 3.000 woningen gepland. Even rekenen: dat is 1,2 procent van de productie tot en met 2030”. Ja, dank je de koekoek: eerst worden gemeenten afgeknepen door een verbod om woningbouwplannen in het BPL te ontwikkelen en daarna concludeert Loggen dat er zo weinig plannen in die gebieden zijn voorbereid. Een grote, gunstig aanhet spoor gelegen locatie in West-Friesland, Hoogkarspel-Zuid, alleen al heeft een capaciteit van drieduizend woningen.
De provincie Noord-Holland past de Ladder voor duurzame verstedelijking ook nog eens uiterst rigide toe: als ergens in de regio een gemeente een plan wil voor buitenstedelijk wonen, moet eerst aangetoond worden dat nergens in de hele betreffende regio nog plaats is voor een binnenstedelijke oplossing.
De gedeputeerde heeft stelselmatig gemeenten geremd en het onmogelijk gemaakt om voldoende plannen te ontwikkelen. Het heeft drie jaar geduurd voor de het provinciaal bestuur het plan van de gemeenten, corporaties en marktpartijen in Noord-Holland-Noord voor een ‘Woondeal’ de bouw van 40.000 extra woningen (grotendeels binnenstedelijk) ging steunen. En nog steeds is die steun onder meer voor het bijbehorende infra-programma halfslachtig.
Krijgt minister De Jonge straks een prachtige optelsom van papieren plannen die er niet komen?
Het super-restrictieve beleid van de provincie leidt ertoe dat op binnenstedelijke locaties vrijwel alleen appartementen worden gebouwd. Appartementen hebben altijd al een langere verkooptijd. Uit de recente thermometer Koopwoningen van De WoningBouwersNL (www.woningbouwersnl.nl) blijkt dat de verkooptijd bij appartementen omhoogschiet ten opzichte van verkoop van woningen met een tuin. De fixatie op verdichting negeert bewust de wensen van mensen; 70 procent wil een woning met een tuin. Het provinciebestuur is ook daarom medeverantwoordelijk voor de crisis: we bouwen niet alleen te weinig woningen, maar ook woningen die onvoldoende aansluiten op de voorkeur van de mensen.
Loggen blijft optimistisch. Hij zegt tegen de minister Hugo de Jonge dat hij tot 2030 186.000 woningen kan bouwen mits het Rijk de knelpunten oplost. In kader van de ‘realitycheck’ op de woningbouwprognoses heeft hij het advies van de marktpartijen in Noord-Holland helemaal naast zich neergelegd. De corporaties en marktpartijen hebben Loggen indringend geadviseerd om de minister geen luchtballon voor te houden. Die 186.000 komen er niet op tijd! Maar de gedeputeerde blijft fluiten in het donker, bang om zijn gezicht bij de minister te verliezen. Als alle provincies dat zo doen, dan heeft De Jonge strakst een prachtige optelsom van papieren plannen die er niet komen. Erger nog: woningzoekenden vissen achter het net.
Loggen verwijst in zijn weblog naar zijn ‘Masterplan Wonen’ dat hij in november aan Provinciale Staten wil presenteren als de grote sprong voorwaarts. Daarin houdt hij vast aan ‘elke grasspriet is heilig’. Een van de twee voorstellen in het Masterplan houdt in dat de provincie actief grondbeleid gaat voeren om woningbouwlocaties te verwerven. Daarmee gaat hij gemeenten en marktpartijen voor de voeten lopen.
Gevolg: prijsopdrijving. Bovendien heeft de provincie daar geen competente mensen en geen geld voor. Ik ben benieuwd wat zijn VVD-achterban hiervan vindt.