Het convenant volgt op het signaal van gemeenten, bouwers, ontwikkelaars en beleggers dat er grote behoefte is aan afspraken op het gebied van duurzame woningbouw. Bijvoorbeeld over circulariteit, natuurinclusief bouwen, klimaatadaptatie en energiegebruik, maar ook gezonde leefomgeving en duurzame mobiliteit.
De samenwerkende overheden in de Metropoolregio Amsterdam (MRA) en de provincie Utrecht geven met het convenant gehoor aan die oproep. Dat gebeurde in samenspraak met vertegenwoordigers van bouwbedrijven, ontwikkelaars en overheidsinstellingen. Het convenant is inmiddels ondertekend door tientallen gemeenten, drie provincies (Noord-Holland, Utrecht en Flevoland) en meer dan dertigers ontwikkelaars en bouwbedrijven.
Cees Loggen, gedeputeerde wonen in Noord-Holland: ‘In de provincie Noord-Holland liggen tot en met 2030 bouwplannen voor 184.000 woningen. Het is een belangrijke doelstelling van de provincie Noord-Holland om te zorgen dat deze woningen op een goede manier gebouwd worden en daarmee duurzaam, betaalbaar en toekomstbestendig zijn. Om dit doel te bereiken is het essentieel om met partners op te trekken en de uitdagingen samen aan te pakken. Door dit convenant te ondertekenen zetten we samen de volgende stap richting een prettige en klimaatbestendige leefomgeving, nu en in de toekomst.’
Rob van Muilekom, gedeputeerde wonen in Utrecht: ‘Ik ben ervan overtuigd dat we op deze manier woningen echt sneller, duurzamer én betaalbaarder kunnen bouwen. Het zou mooi zijn als de afspraken uit het convenant als een soort olievlek over Nederland vloeien en nog veel meer partijen zich aansluiten.’
Landelijke norm
De opstellers van het convenant willen dat de afspraken over de woningbouwnormen gaan gelden als landelijke norm. Het ministerie van BZK heeft al interesse getoond en volgt de uitvoering van het convenant nauwgezet.
Het convenant dient ook als platform waarin organisaties elkaar vinden om de gemaakte afspraken te vertalen naar de praktijk. Het platform, dat Toekomstbestendig Bouwen heet, wordt gebruikt om kennis te delen, om te leren en te onderzoeken op welke manier nog duurzamer kan worden gebouwd. Hierin staan ambitieuze afspraken - strenger dan de huidige wettelijke normen - zodat woningen sneller, goedkoper én duurzamer kunnen worden gebouwd.