Wiendels deelde zijn visie bij het webinar ‘Herstructureren 2.0’ van Buck Consultants International (BCI) en vakblad BT.
Op het BT Event op donderdag 10 november vertelt Han Wiendels álles over de ‘aanvallende aanpak van de HMO’. Hoe een slimme overheid de marktpartijen laat werken aan herstructurering. BCI verzorgt een workshop over de beste circulaire werklocaties. Meer informatie over het programma en aanmelden vindt u op www.btevent.nl op 10 november in Zwolle. Meld u nu aan!
Herstructureren is voor veel gemeenten en ontwikkelingsmaatschappijen een moeilijke opgave. Vooral op gemengde terreinen met veel versnipperd eigendom verloopt het herstructureringsproces moeizaam. Marktpartijen zien, in tegenstelling tot logistiek vastgoed en bedrijfscampussen, nog weinig potentieel in deze bedrijventerreinen.
Dat terwijl er volgens Paul Bleumink, managing partner van BCI, wel degelijk perspectief voor deze locaties is. Een kansenzone, waarbij herstructureringskansen worden geïdentificeerd om marktpartijen te verleiden te investeren in deze bedrijventerreinen, kan daar volgens BCI bij helpen.
De HMO werkt met een kansen-aanpak om private investeringen aan te jagen. Dat maakt de herstructureringsmaatschappij tot een van de koplopers op het gebied van herstructureren in Nederland. Sinds de oprichting in 2009 herstructureerde de ontwikkelingsmaatschappij 900 hectare aan werklocaties. En dat met een beperkt startbudget van 7,5 miljoen euro.
Dankzij een revolverende en ondernemende aanpak heeft de HMO dat geld zo’n 18 keer opnieuw kunnen besteden, vertelt Wiendels. Marktpartijen legden tot dusver 600 miljoen euro in; een multiplier van 4. ‘De overheid kan, in tegenstelling tot een aantal decennia geleden, geen probleemeigenaar blijven’, legt Wiendels uit. ‘Het publieke geld dat we hebben gekregen is slechts aanjaagkapitaal. Meer moeten we ook niet hebben, eigenlijk. Ik heb geleerd dat de inzet van publiek kapitaal verlammend werkt voor de markt. Zij nemen dan geen verantwoordelijkheid.’
‘Wij zoeken naar het individuele belang om een zakelijk kader voor investeringen te vinden. Door het ondernemersperspectief te zien zoeken we naar verantwoordelijkheden om ondernemers op hun eigen verantwoordelijkheid aan te spreken.’
In de praktijk
Meer gemeenten in Nederland werken met kansenzones om bedrijfsruimte vrij te spelen. Bijvoorbeeld Leiden op bedrijventerrein De Waard. Volgens beleidsadviseur Jeroen Ooms is het een ‘lang en ingewikkeld proces’ omdat lange tijd weinig duidelijk was over de toekomst van het bedrijventerrein. Dat maakte het voor marktpartijen niet aantrekkelijk om te investeren.
Mark van Mast, parkmanager bij de gemeente Deventer, herkent dat herstructureren lange en ingewikkelde processen kan opleveren: ‘Er kan wat oud zeer zitten bij publiek-private samenwerkingen. Vertrouwen is de basis om een dergelijke samenwerking aan te gaan. Soms kan zoiets wat langer duren. Ik raad aan om gewoon te beginnen, dan zul je zien dat er vanzelf (meer) ruimte vrijkomt om te ondernemen.’
Mariniersaanpak
De gemeente Rotterdam houdt er een iets andere aanpak op na om te herstructureren dan Leiden en Deventer. Door de verouderde panden en de ondermijning op de Rotterdams/Schiedamse Spaanse Polder, was het niet aantrekkelijk om in dit bedrijventerrein te investeren. Een zogeheten ‘mariniersaanpak’ hielp De Spaanse Polder er bovenop, aldus Wout Gelderloos, proces- en accountmanager bij gemeente Rotterdam.
‘We noemen het de mariniersaanpak omdat een marinier – letterlijk – orde op zaken kwam stellen. Door hard te handhaven konden we het criminaliteitsprobleem oplossen. De criminelen vertrokken uit de Spaanse Polder wij konden de grond goedkoop opkopen om vervolgens oude panden te slopen en grond opnieuw uit te geven’, zegt Gelderloos.
De gepresenteerde cases in Rotterdam, Deventer, de HMO en Leiden hebben met elkaar gemeen dat beperkte financiële middelen van de gemeenten geen sta in de weg zijn om een bedrijventerrein succesvol te herstructureren. Paul Bleumink ‘Het is van belang om met ondernemers en vastgoedontwikkelaars tot toekomstbestendige eindbeelden voor de kansenzones te komen, zodat ook bedrijven, een herontwikkelingsmaatschappij en overheden daar langjarig in kunnen investeren om nieuwe ruimte beschikbaar te krijgen, maar ook om een noodzakelijke impuls te geven aan verduurzaming en ruimtelijke kwaliteit van gebouwen en omgeving’.