Sinds 2015 mag een corporatie alleen grond aankopen als er een woonbestemming ligt en er binnen vijf jaar gebouwd wordt. Als het aan de Tweede Kamer ligt, is die inperking binnenkort verleden tijd. Met vrijwel unanieme steun werd een motie van de leden Grinwis (CU) en Geurts (CDA) aangenomen, met daarin de oproep aan het kabinet om ‘belemmeringen voor woningcorporaties om bouwgrond te kopen om betaalbare woningen te kunnen bouwen weg te nemen.’ 

Met de ruimere teugels voor grondacquisitie door de corporaties, wil de Kamer het halen van de Nationale Prestatieafspraken Corporatiesector mogelijk maken. Tot 2030 moeten zij 250.000 sociale huurwoningen en 50.000 middenhuurwoningen bouwen, maar gebrek aan grondposities is daarbij een grote barrière.  

Hugo de Jonge, minister voor Volkshuisvesting en Ruimtelijke Ordening, staat ontvankelijk voor de motie. ‘Vijf jaar is een heel korte termijn om van een stuk grond een wijk te maken’, zei hij vandaag bij het debat. In de prestatieafspraken tussen de corporatiesector, de Woonbond, de gemeenten en het Rijk, was al gehint naar soepelere regels voor grondbeleid door corporaties. 

‘De grond is nú nodig, want de bouwopgave is er nú’ 

Corporatiekoepel Aedes trok eerder aan de bel over het gebrek aan grond voor corporatiebouw. Twee derde van de corporaties heeft te weinig grond voor hun nieuwbouwplannen, aldus de corporatiekoepel. Sinds 2015 neemt het grondbezit door corporaties sterk af en een kwart van de corporaties verwierf de afgelopen vijf jaar helemaal geen grond.  

De corporatiekoepel reageert dan ook verheugd op het aannemen van de motie. ‘Wij zijn hier heel blij mee. Het is een begin voor de woningcorporaties om de nationale prestatieafspraken waar te maken’, zegt een woordvoerder. Van grotere financiële risico’s door meer grondbezit is volgens Aedes geen sprake. ‘De corporaties gaan geen grond verwerven om mogelijk ooit in de verre toekomst te bebouwen. De grond is nú nodig, want de bouwopgave is er nú.’ 

Liever een motie tegen nep-sociale huur 

Erwin van der Krabben, hoogleraar gebiedsontwikkeling aan de Radboud Universiteit, is terughoudender. ‘De corporaties kunnen zorgvuldig omgaan met gebiedsontwikkeling, en daar hoort grondverwerving bij. Maar ik vraag me af of dit daadwerkelijk het probleem van beperkte geschikte grond voor sociale woningbouw oplost. Voor veel toekomstige woningbouwlocaties is de grond al vergeven, veelal aan marktpartijen. De corporaties vissen dus achter het net. En voor de grond die nog wel beschikbaar is concurreren de corporaties met marktpartijen, die wellicht bereid zijn een hogere prijs te betalen.’ 

Volgens de hoogleraar, die momenteel voor de ACM onderzoek doet naar het functioneren van de grondmarkt, zou het effectiever zijn om bouw van sociale huurwoningen verplicht door corporaties te laten doen. ‘We zien nu veel nep-sociale huur, waarbij marktpartijen zogenaamd sociale huur bouwen waarvan het de vraag is of die op de langere termijn aan harde criteria voldoet. Daar waarschuwt Aedes ook al jaren voor. Als je dit aanpakt en sociale huur altijd door de corporaties laat bouwen, los je het gebrek aan locaties ook op. Ik had dus liever een motie gezien die híer op inging.’