‘Gemeenten sprongen het rijk het afgelopen jaar steeds weer bij om ervoor te zorgen dat problemen werden aangepakt. Wij willen die stap naar voren blijven zetten’, zegt Jan van Zanen, voorzitter van de VNG, in een reactie op de plannen op Prinsjesdag. De VNG wil met het kabinet in gesprek over structurele afspraken over de financiën van gemeenten voor de periode na 2026.
Volgens de VNG is de financiële positie van gemeenten solide tot 2025. Voor het jaar daarna voegt het kabinet in haar nieuwste begroting een miljard euro toe aan het gemeentefonds om financiële reserves aan te vullen die zijn ontstaan door het bijspringen bij recente crisis. Maar voor na 2026 is nog geen (structurele) oplossing, zegt de VNG.
Het kabinet heeft aangegeven dezelfde noodzaak te voelen voor structurele afspraken. Zij doet daarom een procesvoorstel om hierover het gesprek te voeren. De VNG laat weten graag dat gesprek aan te gaan.
Pas na structurele afspraken over financiën kunnen gemeenten volgens Van Zanen investeren in zaken ‘die een langere adem vergen’. Het volledig en definitief schrappen van de opschalingskorting hoort daar volgens Van Zanen vanzelfsprekend bij. Die korting wordt gegeven wanneer gemeenten opschalen om zo kosten te besparen. De VNG noemt de beoogde voordelen van deze maatregel dubieus, zeker nadat een beleidswijziging van tafel ging.
De afgelopen tijd is het kabinet de gemeenten op een aantal punten tegemoetgekomen. Een extra bezuiniging van 500 miljoen euro voor de jeugdzorg is van tafel. Via het Integraal Zorgakkoord is een eerste stap gezet voor het dekken van het tekort op de Wet maatschappelijke ondersteuning, dat ontstond door toenemende vraag voor Wmo-ondersteuning.
Daar staat tegenover dat gemeenten al een aantal keer bijsprongen om landelijke problematiek het hoofd te bieden. Zo moest er opvang worden gevonden voor Oekraïense vluchtelingen en blijft de asielcrisis nijpend. Ook hadden gemeenten te maken met het woon- en stikstofdossier en de bestaanszekerheid van inwoners door stijgende energieprijzen.