Door: Marije Groen. Groen is Senior Consultant bij Buck Consultants International (BCI)

Het nationale programma voor clean energy hubs richt zich op de ontwikkeling van een landelijk dekkend netwerk van clean energy hubs voor wegtransport en binnenvaart. Concreet doel van dit programma is de realisatie van de eerste 100 nationale clean energy hubs in 2025. Voor de binnenvaart zijn dit 10 docking stations voor batterijcontainers plus 3 vulpunten voor alternatieve brandstoffen, waaronder waterstof. Voor het wegtransport gaat het om 50 vulpunten (met een doorgroei naar 100) voor duurzame brandstoffen. Hiermee wordt de transitie naar een schone logistiek mogelijk gemaakt. 

In de afgelopen jaren zijn verschillende locaties tot ontwikkeling gebracht, maar de uitrol van het netwerk heeft nog onvoldoende snelheid om de doelen van het nationale programma te behalen. Belangrijke redenen hiervoor zijn knelpunten in het proces om ruimte beschikbaar te krijgen voor clean energy hubs en het rondrekenen van de businesscase voor schone aandrijvingsvormen waarvan de markt nog onvolwassen is. Daarom ondersteunt BCI de werkgroep van het programma met de uitwerking van een strategie op landelijk niveau, om het huidige aanbod versneld uit te rollen en de ontwikkeling van individuele clean energy hubs zo soepel mogelijk laten verlopen.  

Verschillende alternatieve brandstoffen, verschillende ruimtevraag 

Om de logistiek te verduurzamen zijn verschillende energie- en aandrijvingsvormen beschikbaar. Belangrijke energievormen die momenteel hun intrede doen in de logistiek zijn CNG, LNG, HVO, elektrisch vervoer (EV) en waterstof (H2). De mate van marktintroductie verschilt per energievorm/-drager. Zo wordt CNG al breed toegepast in het bestelverkeer en (lichte) bakwagens en is waterstof nog in de beginfase. In de onderstaande tabel is een overzicht gegeven van de mate van duurzaamheid en de status van dekking van het netwerk van vulstations per energievorm. 

Het aantal vulstations dat nodig is, verschilt per energievorm. Zo zullen er meer elektrische oplaadpunten nodig zijn voor ritten met batterij-elektrische voertuigen, dan dat er vulpunten nodig zijn voor ritten die met waterstofvoertuigen. Een belangrijke reden hiervoor is dat de afstand die met de verschillende energievormen afgelegd kan worden, varieert. Hierdoor verschilt de vraag naar ruimte en soort locatie (langs de snelweg op de route van een rit, of juist op een bedrijventerrein dichtbij het bedrijfspand) per energievorm. 

Uit onderzoek van BCI naar de huidige stand van het netwerk van clean energy hubs, knelpunten en oplossingen blijkt dat er niet één type clean energy hub bestaat. De brandstoffenmix die wordt aangeboden verschilt per type hub en dit geldt ook voor de doelgroepen die worden bediend (weg- of watertransport, regionaal, nationaal of internationaal transport) de schaalgrootte van een hub (grootschalig aanbod voor (inter)nationale goederenstromen of kleinschalig en gericht op de lokale behoefte) en de manier waarop een hub zich ontwikkelt (nieuw en volledig gericht op duurzame aandrijving, of uitbreiding van een bestaande tankfaciliteit). We onderscheiden vier verschijningsvormen die ieder eigen belemmeringen en succesfactoren kent. Deze zijn omschreven in de onderstaande figuur.  

 

De juiste ruimte op de juiste locatie 

Hoewel er verschillende type clean energy hubs zijn, hebben zij één gedeelde noemer: voor alle soorten hubs is voldoende beschikbare ruimte op de juiste strategische locatie de allerbelangrijkste randvoorwaarde. Verschillende overheden hebben hierin elk een eigen rol. Zo heeft het Rijk de rol in de ontwikkeling van een nationaal dekkend netwerk en locaties langs rijkswegen. Provincies zijn de lead als het gaat om de regionale netwerken en een ruimtelijke strategie hiervoor in de provinciale ruimtelijke plannen. Omgevingsdiensten hebben samen met gemeenten een belangrijke rol in het beoordelen en verlenen van de omgevingsvergunningen die nodig zijn om clean energy hubs ruimtelijk mogelijk te maken. Gemeenten en regio’s kunnen agenderend opereren en vraag en aanbod bij elkaar brengen. Een samenspel tussen alle overheden is nodig om de uitrol van dekkende netwerken van clean energy hubs mogelijk te maken en om deze te versnellen. 

De manier waarop overheden de realisatie van clean energy hubs vervolgens nog verder kunnen helpen versnellen, verschilt per type hub:

1. Overheden kunnen de uitbouw van reguliere tankstations met een aanbod van een schone brandstoffenmix voor het wegtransport bijvoorbeeld faciliteren met soepele vergunningverlening procedures en heldere communicatie richting ondernemers over de mogelijkheden en grenzen. 

2. Een grotere rol voor overheden ligt bij het creëren van de juiste randvoorwaarden voor de ontwikkeling van geheel nieuwe clean energy hubs die gericht zijn op een volledig duurzaam aanbod waaronder laad- en tankfaciliteiten waarvan de markt nog niet volledig ontwikkeld is. Overheden kunnen vestiging gemakkelijker maken met faciliteren in regelgeving en vergunningen, door proactief nieuwe vestigingen aan te jagen en ruimte te bieden en met faciliteren in het bij elkaar brengen van vraag en aanbod van marktpartijen. Uiteraard start de zoektocht met een analyse van kansrijke locaties, dit kan met behulp van deze tool. 

3. De grootste betrokkenheid van overheden is nodig bij de realisatie van clean energy hubs voor binnenvaart en die op industriële schaal. Omdat de ruimtelijke randvoorwaarden (aan het water en/of op een groot oppervlak in industrieel gebied) zeer specifiek en het aantal vestigingslocaties beperkt is, is hier een proactieve overheid nodig die meezoekt naar geschikte locaties en deze ook ruimtelijk mogelijk maakt.  

Bovenstaand figuur geeft een overzicht van de rollen van overheden in het creëren van de juiste randvoorwaarden voor clean energy hubs. 

Een grotere rol voor overheden ligt bij het creëren van de juiste randvoorwaarden voor de ontwikkeling van geheel nieuwe clean energy hubs die gericht zijn op een volledig duurzaam aanbod waaronder laad- en tankfaciliteiten waarvan de markt nog niet volledig ontwikkeld is. Overheden kunnen vestiging gemakkelijker maken met faciliteren in regelgeving en vergunningen, door proactief nieuwe vestigingen aan te jagen en ruimte te bieden en met faciliteren in het bij elkaar brengen van vraag en aanbod van marktpartijen. Uiteraard start de zoektocht met een analyse van kansrijke locaties, dit kan met behulp van deze tool. 

De grootste betrokkenheid van overheden is nodig bij de realisatie van clean energy hubs voor binnenvaart en die op industriële schaal. Omdat de ruimtelijke randvoorwaarden (aan het water en/of op een groot oppervlak in industrieel gebied) zeer specifiek en het aantal vestigingslocaties beperkt is, is hier een proactieve overheid nodig die meezoekt naar geschikte locaties en deze ook ruimtelijk mogelijk maakt.  

Conclusie 

Klimaatverandering, prijzenstijging van fossiele brandstoffen en nationale regelgeving zorgen voor toenemende vraag naar clean energy hubs. In de afgelopen jaren zijn verschillende locaties ontwikkeld, maar de uitrol van een dekkend netwerk heeft nog onvoldoende snelheid om de doelen van het nationale programma voor clean energy hubs te behalen. Belangrijke knelpunten zijn het beschikbaar krijgen van ruimte en het rondrekenen van business cases voor schone brandstoffen waarvan de markt nog in onvolwassen fase verkeert. 

Verschillende overheden hebben elk een eigen rol om de uitrol van dekkende netwerken van clean energy hubs mogelijk te maken en om deze te versnellen: de rijksoverheid gaat over de locaties langs rijkswegen, provincies hebben de lead in een ruimtelijke strategie voor regionale netwerken, omgevingsdiensten beoordelen en verlenen omgevingsvergunningen en gemeenten en regio’s kunnen vraag en aanbod bij elkaar brengen. Een samenspel tussen alle overheden is noodzakelijk. 

BT Event "Strijd om de Ruimte"
Buck Consultants International is aanwezig op het BT Event 10 november in Zwolle en verzorgt een presentatie over circulaire werklocaties. Meer informatie over het evenement is te vinden op de website van het congres.