‘Deze middelen zijn onttrokken aan het accres van het gemeentefonds en worden via een specifieke uitkering uitgekeerd’, staat in de begroting over de 1 miljard euro voor de woningbouwimpuls en 600 miljoen voor het volkshuisvestingsfonds.
Ofwel: de bijdragen worden ingehouden op de jaarlijkse groei van het gemeentefonds. Zo landt geld dat in eerste instantie over alle gemeenten werd uitgesmeerd, nu meer bij gemeenten die Rijksbijdragen ontvangen.
De VNG trok eerder aan de bel over deze manier van financieren. In een reactie op het coalitieakkoord schreef de gemeenteclub: ‘Dit is niet alleen een sigaar uit eigen doos die ten koste gaat van andere noodzakelijke gemeentelijke investeringen, het is ook een herverdeling van het gemeentefonds waarbij alle gemeenten betalen voor woningbouw en leefbaarheid in enkele gemeenten.’
'Hiervoor ontbreekt de objectieve grond en in plaats van de relatie tussen steden en omliggende gemeenten te verstevigen leidt deze keuze tot een grotere disbalans tussen stad en omliggende gemeenten.'
Met de woningbouwimpuls wil het Rijk gemeenten stimuleren om meer woningen te bouwen. Het geld is bedoeld voor onrendabele publieke toppen, bijvoorbeeld voor openbare ruimte of infrastructuur. Het volkshuisvestingsfonds richt zich op leefbaarheid. Gemeenten en regio's kunnen met geld uit dit fonds investeren in leefbaarheid en verduurzaming van de woningvoorraad in kwetsbare gebieden.