Hulpdiensten zoals de politie, lokale en landelijke overheid en bedrijven maken steeds meer gebruik van ‘kritische diensten’ als slimme camerasystemen en drones. Deze zijn steeds meer afhankelijk van stabiele, veilige internetverbindingen via mobiele 5G-netwerken. Valt een verbinding weg, dan zijn de gevolgen voor gebruikers van deze toepassingen potentieel groot en nadelig.
Voor het functioneren van slimme steden zijn deze toepassingen straks niet alleen leuk, maar hard nodig, zeggen Petra Claessen en Antoine van der Sijs van BT, een branchevereniging voor ICT en Telecom.
In het tweede kwartaal veilt het ministerie van Economische Zaken en Klimaat een deel van de bandbreedte op het 3,5 gigahertz 5G-netwerk, door de Europese Unie aangewezen als ‘5G-pioneerband’. Daarbij komt 100 megahertz beschikbaar voor private netwerken. Telecomaanbieders krijgen drie keer zo veel. Dat terwijl die private netwerken volgens Claessens en Van der Sijs nodig zijn voor gebruikers van kritische smart-toepassingen die niet afhankelijk willen zijn van landelijke operators.
De Europese Unie werkt nog aan plannen om lokale netwerken meer ruimte te geven tussen de 3800 en 4200 megahertz, wat vergunninghouders voor lokale netwerken een kans biedt op uitbreiding. Volgens Claessen en Van der Sijs is echter nu al noodzaak voor meer private netwerken.
‘Nederland loopt achter’
‘Hierdoor lopen we als Nederland achter. In buurlanden wordt al veel meer ingezet op private netwerken. Op sommige plekken red je het niet met 100 megahertz’, aldus Van der Sijs. Als voorbeeld noemt hij Schiphol, de Rotterdamse Haven en grote stadscentra.
Netwerken waaraan speciale eisen worden gesteld, zoals het geval bij kritische gebruikers, komen ongeacht of ze via operators lopen of zelf zijn opgezet met een hoger prijskaartje. Dat prijskaartje is het probleem niet, zegt BTG namens haar leden. De crux zit hem volgens BTG in de specifieke eisen die landelijke operators maar moeilijk kunnen invullen.
De meeste netwerken worden gebouwd voor massacommunicatie, omdat netwerken rendabeler zijn met meer gebruikers, zegt ook hoogleraar Marijn Janssen van de TU Delft. ‘Lokale netwerken zijn zeker belangrijk. Hierdoor kunnen bedrijven bottom-up verbinden op grond van hun eigen eisen zoals betrouwbaarheid, veiligheid en beschikbaarheid. Met operators kan je vaak enkel akkoord gaan over de voorwaarden voor het gebruik’, aldus de hoogleraar.
Hij begrijpt hoe eigen netwerken de voorkeur kunnen hebben voor partijen met toepassingen die sterk leunen op specifieke eisen aan hun 5G-verbinding. Ook bieden lokale, private netwerken meer ruimte en flexibiliteit voor burgerinitiatieven. ‘Dat maakt hen onafhankelijk van grote telecombedrijven.’
Operators zien geen probleem
Claessen en Van der Sijs zien graag dat het nieuwe Nationale Frequentie Plan 2022 (NFP) toestaat om per locatie te kijken hoeveel ruimte er voor private netwerken nodig zijn om garantie te bieden voor stabiele internetverbindingen aan wie dit nodig is. Zij riepen hun branche op om te reageren op de consultatie voor het NFP, dat inmiddels al is gesloten.
Landelijke operators zoals KPN en T-Mobile leveren ‘best effort-diensten’, wat inhoudt dat zij geen garantie hoeven te bieden voor een altijd werkende en stabiele 5G-verbinding. Wel moeten zij in elke gemeente een dekkingsgraad bieden van 98 procent.
De telecomaanbieders erkennen dat zij geen garantie verplicht zijn, maar benadrukken met klanten op maat te kijken naar specifieke oplossingen. ‘Volgens ons is er op de 3,5 gigahertz-band vooralsnog voldoende ruimte gereserveerd voor private netwerken’, aldus een woordvoerder van KPN.
Ook een woordvoerder van T-Mobile zegt aan specifieke wensen van partijen tegemoet te kunnen komen. ‘Publieke mobiele netwerken van landelijke operators, zoals die in Nederland beschikbaar zijn, kunnen met de nodige aanpassingen bijvoorbeeld worden ingezet voor de besturing van drones.’ Hetzelfde geldt volgens de woordvoerder voor intelligente camerasystemen en andere 5G-toepassingen.
Op de agenda van het ministerie van EZK lijkt vooralsnog geen ruimte voor extra frequentieruimte voor eigen netwerken, blijkt uit een Kamerbrief van minister Adriaenssens (EZK). Dat is volgens Claessen en Van der Sijs niet voldoende. ‘De afgelopen vijf jaar hebben wij operators om die garantie gevraagd, maar wat ons betreft is daarin moeizaam voortgang geboekt.’