Het idee achter de metaverse is dat de fysieke en virtuele wereld naadloos in elkaar overlopen, zónder verschillende apparaten of schermen te gebruiken. Door een bril of lens zie gebruikers een digitale laag over de echte wereld. En vanuit elke locatie kunnen op maat gemaakte werelden worden bezocht in een ‘virtual reality’, waar je kleding past of vergadert. ‘Ruimte en afstand doen er met de Metaverse dus niet meer toe’, zegt Jan-Willem Wesselink, programmamanager van Future City Foundation.
Wesselink organiseerde samen met de redactie van Stadszaken een zomersessie over de impact van de metaverse op de keuzes en verwachtingen van de fysieke leefomgeving. Hieraan namen zeventien ambtenaren, onderzoekers en andere metaverse-geïnteresseerden deel om na te denken over de kansen van deze stap in verdere digitalisering.
Het idee wordt ons al enkele jaren voorgelegd door grote techbedrijven, zoals Meta van Mark Zuckerberg. Volgens voorspellingen rolt de metaverse over tien tot vijftien jaar uit. Hoe het er precies zal uitzien staat nog niet vast, maar het vooruitzicht roept wel al vragen op over hoe onze relatie tot ruimte en afstand verandert. Hoe richten we onze openbare ruimte in als we deze ook virtueel kunnen bezoeken en zelf vormgeven?
In een column schetst Wesselink de metaverse als een concept met verregaande impact op de ruimtelijke ordening en gebiedsontwikkeling. ‘Het internet veranderde de begrippen ruimte en afstand al ingrijpend, de metaverse doet daar een enorme schep bovenop.’
Zo goed als één
‘Als de metaverse straks een feit is, dan draait het steeds minder om het inrichten voor burgers en steeds meer om het inrichten mét burgers’, zegt een deelnemer van de Stadszaken-zomersessie. De nieuwe fase van het internet biedt volgens voorstanders nieuwe ruimte voor interacties. Daarbij is de fysieke wereld nu nog dominant, maar met de metaverse wellicht niet meer. Om die reden wordt de metaverse soms ook de multiverse genoemd, waarin fysiek en virtueel elkaar verrijken en voor de natuurlijke gebruiker zo goed als één zijn.
Om die reden wordt de metaverse soms ook de multiverse genoemd, waarin fysiek en virtueel elkaar verrijken en voor de natuurlijke gebruiker zo goed als één zijn. ‘Ongeacht in welke wereld je zit, wil je dat relaties en wederkerigheid centraal blijven staan’, aldus Jan Wester, strategie- en innovatieconsultant. Zolang (extra) diensten in de metaverse zich aan die voorwaarde houden, gelooft hij dat er minder reden is om per sé het onderscheid te willen blijven maken.
Ook Wesselink vermoedt dat virtuele werelden vooral veel reisbewegingen overbodig maken. ‘Je kan in dezelfde virtuele wereld zijn vanuit de Randstad als vanuit het landelijk gebied.’
‘De openbare ruimte opruimen’
Wie echt iemand in een fysieke omgeving wilt ontmoeten, kiest daar straks bewuster voor. Daar lijkt onder veel deelnemers van de zomersessie consensus over. Het roept de vraag op of consumenten en burgers straks nog wel fysiek naar de winkel willen en elkaar fysiek willen blijven ontmoeten in restaurants en in het park.
Maar de fysieke openbare ruimte zal geen kale vlakte worden door de virtuele uitstapjes, zeggen deelnemers. De metaverse biedt juist kansen om haar socialer en bewuster in te richten. ‘Als we in onze parken en op pleinen alles kunnen projecteren, dan kan je tafeltennissen en bowlen zonder dat daar specifieke ruimte voor nodig is. Dan houd je meer ruimte over voor vergroening en open ruimte om in te wandelen’, aldus een deelnemer.
Een andere deelnemer vult aan: ‘A la Marie Kondo kunnen we de openbare ruimte misschien een beetje opruimen. Een plek hoeft niet te worden ingericht voor bepaalde groepen zoals kinderen of ouderen. Dat vul je later in via augmented reality. Dus je krijgt meer ruimte voor openheid en groen.’
Invloed op werkplekken
De uiteenlopende achtergronden van de deelnemers van de zomersessie, bood ruimte om de thematiek breed te belichten. Zo wierp een deelnemer uit de infra-sector de vraag op of het nog wel logisch is dat de miljoenen investeren in de uitbreiding van een fysieke brug of nieuwe brugverbinding, als we niet weten in hoeverre virtuele mobiliteit de fysieke vervangt.
Ook in de retailsector is niet direct reden nodig tot paniek. ‘Natuurlijk zullen veel mensen het fijn vinden om van welke plek dan ook virtueel te kunnen shoppen, maar genoeg mensen zullen de kleren alsnog willen passen in een echte winkel. Net zoals we restaurants blijven bezoeken en vrienden of familie in het ‘echt’ willen ontmoeten’, aldus een andere deelnemer.
In zijn column over de metaverse sluit Wesselink af met een pleidooi voor meer debat over de aanstaande verrijking van het internet: ‘Interessant is het om te kijken waar de kansen liggen en hoe we die kunnen benutten, terwijl we tegelijkertijd de nadelen tegengaan (…) Hoe we van de metaverse een wereld maken waar we als samenleving echt beter van worden.’