‘Het staat als een huis’, zegt wethouder Verhees wanneer een wandpaneel voor de tweede woning op zijn plek wordt gezet. De constructie van drie eerste innovatieve woningen betekent voor veel mensen dat het Living Lab 040, aan de rand van Eindhoven en onder de A50, eindelijk ‘van het papier af is’. Daarmee werd het project dinsdag symbolisch geopend.

In het living lab voor innovatief bouwen en wonen worden 119 woningen in fases gebouwd. In de woningen, maar ook in de openbare ruimte ertussen, zullen duurzame oplossingen worden getest in de keten van ontwikkelen, bouwen en wonen. Het leerproces zal bestaan uit het testen van verschillende materialen, vormen en concepten voor het bouwen en wonen van morgen op een terrein van 8500 vierkante meter.

Ook wordt er getest in het sociale domein en wordt er gekeken hoe digitale en technologische toepassingen in de woningen en de wijk de leefbaarheid kunnen vergroten. Wat die specifieke experimenten zullen inhouden, dat wordt gefaseerd bepaald met ontwikkel- en bouwpartners, kennisinstellingen en burgers uit een denktank.

De eerste bouwpartner, Ferlem International, zal een drietal hoofexperimenten uitvoeren. ZIj testen een energiebalans-systeem waarbij energiezuinigere woningen stroom kunnen leveren aan woningen die meer energie nodig hebben. Woningen zullen ook worden getest op aanpasbaarheid, om woningen zo ook geschikt te maken voor andere, grotere of kleinere huishoudens. Tot slot wil het living lab experimenteren met bio-filtratie om watergebruik efficiënter in te richten en waar mogelijk te hergebruiken. Dat laatste is nu nog niet toegestaan.

Van de 119 geplande woningen zijn de eerste tien tot vijftien woningen begin 2023 gerealiseerd. Het living lab start met een buurtkamer, in het derde kwartaal van 2022 volgt ook het stadskamer waar getest wordt met meer dichtbevolkte concepten. Aan het einde van 2024 moet zo’n 80 procent van alle woningen op het terrein gebouwd zijn. De eerste drie woningen zijn in één jaar tot realisatie gekomen. Volgens Monique Donker, co-initiator van Living Lab 040 levert de innovatieve wijze waarop het terrein en de woningen 'bouwrijp' worden gemaakt, in potentie zo'n dertig weken tijdswinst op.

De woningen krijgen direct een bewoner, afkomstig uit een denktank van Eindhovenaren en geïnteresseerden buiten de stad en zelf over de grens. Zij zullen de woningen en andere innovaties testen en feedback delen zolang het project voortduurt. Wanneer woningen zijn ‘uitgeïnnoveerd’ of als het living lab is afgerond, moeten zij weer op zoek naar een nieuwe woning. ‘In de denktank zitten verschillende combinaties van bewoners, zo kunnen we ook testen hoe de woningen aansluiten op ouderen, gezinnen of starters.’

De constructie van de eerste drie woningen van Ferlem International. Foto: Stadszaken

In februari 2021 tekenden het Living Lab 040 een samenwerkingsovereenkomst met de gemeente Eindhoven voor het terrein en de ambities voor het project. ‘Er is bewust geen helder, afgebakend plan. Op basis van vertrouwen en vijf innovatiepijlers gaan we aan de slag’, aldus Donker. De pijlers richten zich op welzijn als uitgangspunt, efficiënte woningen, ruimtelijke aantrekkelijkheid, verantwoording en wendbaarheid. 

‘Sneller dan houtskeletbouw’ 

De eerste drie gebouwde woningen worden ontwikkeld door Ferlem International, producent van modulaire gebouwen. ‘Ik kijk naar het ontwerpen van duurzamere woningen met een high tech-bril. Het hele ontwikkelteam komt niet uit de bouw’, zegt directeur Berry van Hoof. 

‘We houden de kwaliteit hoog en de kosten laag. Door een eenvoudig ontwerp kunnen we makkelijk industrieel bouwen met minder kans op fouten.’ Volgens Van Hoof kan zijn woning niet alleen sneller worden gebouwd als een van steen, maar ook sneller dan houtskeletbouw. Van Hoof was eerder ook al betrokken bij de ontwikkeling van het Brainport Smart District, maar zegt in Eindhoven vooral iets nieuws op te willen zetten.

De gemeente Eindhoven vaart een eigen koers en zegt los te staan van het Helmondse project voor de 'slimste wijk van de wereld'. Donker haakt in: 'Uiteraard hebben we wel contact met BSD om ervaring uit te wisselen en te voorkomen dat we dezelfde experimenten uitvoeren.'

In de woning van Ferlem International is te zien hoe het ontwerp voldoet aan duurzaamheidsambitie van het Living Lab 040. Materialen als hydro-aluminium bestaan uit 40 procent gerecycled materiaal en met CLT-hout is 2,5 keer minder van het materiaal nodig dan gebruikelijk. Door een slim koppelsysteem kan de woning gemakkelijk worden aangepast in grootte, uit elkaar worden gehaald. Ook kunnen meerdere woningen aan elkaar vastgroeien, wat op het testterrein van het living lab ook zal worden geprobeerd.

‘Als bewoners in onze woningen trekken, dan volgt de ‘gevelcosmetica’, zegt Van Hoof. ‘Zij kunnen de woning dan bijvoorbeeld aankleden met materialen als bamboe, keramiek of door de woning te bespuiten met kurk.’ Bewoners zijn hierin vrij, wel adviseert het living lab over circulaire en uitvoerbare keuzes.

Een woning van Ferlem, met een oppervlakte van 80 vierkante meter zal daarnaast aanzienlijk minder energie nodig hebben: zo’n 3800 KWh, om en nabij de helft van de 6 tot 8.000 KWh bij conventionele woningen. Deels ook door die energiebesparing, maar ook door materiaalgebruik en de manier van bouwen, is het mogelijk om de woningen net zo goedkoop te realiseren.

Na Ferlem International zullen meer bouwpartners volgen, zegt Monique Donker. Zo is de vergunning voor de volgende woningen al aangevraagd door VIRTUe, in samenwerking met de Volksbank. De daaropvolgende woonexperimenten en haar partners worden geheimgehouden tot een expositie tijdens de Dutch Design Week in oktober.

Zij formuleren samen met het living lab een Research & Development agenda voor vier tot vijf jaar. Naast de drie hoofdexperimenten van het project (energiebalans, configuratie en efficiënt watergebruik via bio-filtratie), werken zij individueel ook aan eigen opgaven en oplossingen. 

Het terrein van Living Lab 040 is grotendeels nog niet ingevuld, wel ligt er al een 'smart energy grid'. Foto: Stadszaken

Het grotere plaatje 

In het grotere plaatje kijkt het Living Lab 040 ook naar de samenhang van alle woningen. ‘Het living lab gaat niet alleen over het technische verhaal’, zegt Donker, co-initiator achter Living Lab 040. Ook het wonen zelf zal volgens haar onderwerp van gesprek zijn. ‘Hoe we willen wonen, van slim ruimtegebruik tot aan hoe we mensen langer thuis kunnen laten wonen. En hoe we gezond kunnen wonen, door woningen bijvoorbeeld goed te ventileren of ze op een bepaalde manier te positioneren.’  

Hiervoor zal door de gemeente, de provincie, ontwikkelaars, bouwpartners en burgers worden samengewerkt om kennis en wensen uit te wisselen. Het living lab is volgens Donker dan ook een totaaloplossing die inzet op gedragsverandering, in plaats van een reeks losse experimenten. 

En juist die gedragsveranderingen zijn belangrijk voor het laten slagen van experimenteel wonen. Donker deelt dat het living lab sterk zal inzetten op deelconcepten en eigenaarschap. Wie in de innovatieve woonomgeving wilt huizen, zal ook experimenteren met gedeelde moestuinen, deelvervoer en andere diensten voor de wijk. Wethouder Verhees is daar blij mee: ‘Het is voor de gemeente goud waard om te weten hoe je in dichtbevolkte wijken voor voldoende sociale cohesie zorgt.’  

Het terrein onder de A50 zal voor de komende vijftien jaar in bruikleen zijn voor het living lab, waarna kan worden besloten om het project voort te zetten of af te ronden. Niet alle bouwpartners zullen volgens Donker de volle vijftien jaar willen blijven testen. Wel benadrukt zij dat het lab de vijftien jaar volledig hoopt te doorlopen om zotot impactvolle conclusies te komen.