Later doorgevoerde wijzigingen waren de oorzaak van zijn onzorgvuldigheid, geeft minister De Jonge aan in antwoorden op vragen van de Eerste Kamer. Het DSO is het digitale loket van de naderende Omgevingswet. Het moet op orde zijn voor een succesvolle invoer van de wet en wordt momenteel nog ontwikkeld en getest. 

De verwarring ontstond volgens De Jonge nadat enkele wijzigingen via een uitzonderingsprocedure aan de landelijke voorziening van het DSO (DSO-LV) zijn toegevoegd, na verder testen en oefenen van het systeem. Het gaat hierbij om functionaliteiten die, anders dan de minister het communiceerde, nog niet klaar waren voor gebruik. 

In april ging de stabilisatieperiode van het DSO-LV in. In deze periode tot aan de ingangsdatum van de Omgevingswet worden geen grote wijzigingen meer doorgevoerd, via het ‘Nee, tenzij’-principe. De Jonge liet de Eerste Kamer begin dit jaar weten dat het stelsel gebruiksklaar was, terwijl er via een uitzonderingsprocedure nog enkele grote wijzigingen waren gedaan. 

In zijn eerder antwoorden op Kamervragen liet De Jonge weten dat in april 2022 ‘conform planning de functionaliteiten van het DSO-LV opgeleverd zijn’. De minister erkent daarmee te kort door de bocht te zijn geweest. ‘Het was beter als ik in deze beantwoording genuanceerder antwoord aan u had gegeven’, aldus De Jonge. 

De minister belooft beterschap, verklaart hij aan de Eerste Kamer. ‘Ik informeer u zorgvuldig over de voorbereidingen op de invoering van de Omgevingswet. Wel zal ik daarbij extra aandacht besteden aan het preciezer en duidelijker formuleren van informatie en antwoorden.’