Marcel Bayer is hoofdredacteur van Stadszaken en ROmagazine. Dit commentaar verscheen eerder in ROm. ROm is hét vakblad over de fysieke leefomgeving. Een abonnement is gratis voor ambtenaren of politici in dit domein. Meer informatie en een abonnement aanvragen? Klik hier.
Los van de vraag wat vinden van dergelijk ‘misbruik’ van ons nationale symbool van soevereiniteit en vrijheid, waar mensen in oorlogstijd hun leven voor hebben gegeven, is hier aan de orde hoe de publieke ruimte grootschalig geclaimd wordt door een relatief kleine groep. En eigenlijk nog meer hoe onze overheid ermee omgaat. Lankmoedig is een term die mij meteen te binnenschiet, in de zin van wijfelend, veel verdragend, geduldig, zoals Genootschap Onze Taal de betekenis omschrijft.
De eerste gedachte daarbij is een positieve: niet meteen repressief optreden, deze vorm van protest tolereren om de groep in kwestie uiteindelijk de ruimte te geven de vlaggen binnen een gestelde tijd weer weg te halen.
Dat was de lijn waar de meeste burgemeesters op zaten toen ze met deze nieuwe vorm van protest werden geconfronteerd. Doordenkend komen er toch meer negatieve connotaties bovendrijven, die van bestuurders gedreven door twijfel, onzekerheid en angst. Vooral ingegeven door de manier waarop een aantal burgemeesters reageerde op de emoties en bedreigingen die volgden op hun besluit om vlaggen te laten verwijderen, dan wel hun aankondiging om dat op een bepaald moment te gaan doen.
Onvrede en onrust
We zien het al langer in dit land. Het ongenoegen smeult en komt steeds vaker tot ontbranding. Dat was het duidelijkst bij de protesten tegen de coronamaatregelen en nu bij het stikstofbeleid. Populistische politici in het voetspoor van erfvader Pim Fortuyn hebben een feilloos neusje voor dat smeulende sentiment en springen maar al te graag op de zeepkist om hun steun te betuigen aan de ontevreden burgers. Verontrustender is dat politici en bestuurders ‘aan de andere kant’ voorzichtiger worden in wat ze zeggen en doen, uit angst om digitaal dan wel fysiek te worden belaagd.
‘Samen krijgen we Den Haag onder controle’, stond er te lezen op een van vlaggen. Bewust een tegenstelling creëren tussen het openbaar bestuur en wat ‘de boer’ en ‘het volk’ wil. Wij- en zij-denken. Het is een veelbeproefd middel onder radicale groeperingen en populisten die varen op het ongenoegen. En van alle tijden. Het zou een tijdbom kunnen zijn onder ons hele democratische bestel. Temeer daar tegelijkertijd instituties niet meer worden vertrouwd waar de overheid haar beleid op baseert, zoals de wetenschap, onderzoeksinstellingen, onafhankelijke journalistieke media en internationale organisaties als de EU en de VN.
Juist vanwege dat toenemende wantrouwen tegen alles wat verbonden is met politiek en bestuur, is het van fundamenteel belang om een duidelijke lijn te trekken. Tot hier en niet verder. Democratie en rechtsstaat zijn in het geding op het moment dat bestuurders, politici, journalisten worden bedreigd, de openbare weg wordt geblokkeerd en besmeurd met levensgevaarlijk afval, terwijl de politie nauwelijks ingrijpt.
Tegenkrachten
We mogen een flink antwoord verwachten van diegenen die ons vertegenwoordigen in gemeente-, provinciebesturen en in de regering op alles wat de rechtsstaat en de democratie ondermijnt. Die omgekeerde vlag aan lantaarnpalen van provinciale en gemeentelijke wegen is minder onschuldig dan het lijkt. Behalve dat de boeren ermee aangeven dat ze zich in hun bestaan bedreigd voelen, staat het voor ‘schijt aan het algemeen belang’. Gezond voedsel, een gezond leefklimaat, gezonde natuur ís namelijk een algemeen belang.
De beweging, die begon met verzet tegen de maatregelen in het kader van de volksgezondheid ten tijde van de coronapandemie, en dus het algemeen belang, wordt groter en groter.
In een eerder commentaar Nimby 3.0 en een dralende overheid (ROm mei 2022) schreef ik over de tendens in onze samenleving om het individueel belang te stellen boven het collectief belang. Weinig burgers en ondernemers zullen de noodzaak van de transitie naar duurzame energie in twijfel trekken.
Maar vindt er maar eens een paar die geen bezwaar hebben tegen een windmolen- of zonnepark in de buurt. We omarmen massaal de gemakken van de digitale samenleving, toch hebben we geen behoefte aan megadatacentra en -pakhuizen. Niemand betwist de urgentie van snelle woningbouw voor starters, onze eigen kinderen en statushouders die al zo lang op de wachtlijst staan, en voor mensen die graag willen verhuizen naar een grotere of juist kleinere woning.
Maar we houden dat grasveld in de buurt met vrij uitzicht toch liever zoals het is. Dit lijstje is naar believen aan te vullen. De tegenkrachten tegen elke verandering in de fysieke leefomgeving zijn immens. Onze wet- en regelgeving faciliteert die ook. Gelukkig maar, want rechtsbescherming is een goed recht.
Toch moeten we ons afvragen of de balans momenteel niet is doorgeslagen en, belangrijker, wat we daaraan kunnen doen. Het kan toch niet de bedoeling zijn dat individuen en groepen die het niet eens zijn met het beleid het maatschappelijk leven en noodzakelijke ontwikkelingen zodanig kunnen blokkeren dat de hele samenleving er last van heeft. Dan zijn niet alleen de boeren in nood, maar wij allemaal.
Het wordt tijd dat bestuur en politiek in dit land doen waarvoor ze zijn: een lijn trekken bij wat niet kan en richting gaan geven aan hoe we het wel gaan doen. Kortom: verantwoordelijkheid nemen.