Volgens Helmer wordt er bovendien té veel gekeken naar vergroening alleen. ‘Uit onderzoek van de Hogeschool van Amsterdam uit 2020 bleek dat 10 procent meer vergroening van de stad de temperatuur met een halve graad verlaagt. Dat is belangrijk, maar andere maatregelen zoals zonwering en ventilatie van de woning brengen meer verkoeling.’
Ze benadrukt dat een effectief hitteadaptatiebeleid primair moet worden ingestoken vanuit kwetsbare mensen en dan is de openbare ruimte niet de belangrijkste plek. Zo heeft een tachtigjarige die alleen woont in een goedkope en te hete doorzonwoning in de Utrechtse wijk Overvecht, volgens haar niet veel aan het omliggende groen.
‘Voor ons is de woning de hotspot, niet de buitenruimte’
Helmer gebruikt Overvecht met opzet als voorbeeld, omdat deze wijk vanwege de ruime, groene opzet relatief hittestressbestendig is. Andere voorbeelden die ze noemt zijn de wijk Holtenbroek in Zwolle en stadsdeel Dukenburg in Nijmegen. Keer op keer ruim opgezette, groene naoorlogse wijken.
Maar dat feit alleen oogst volgens haar té weinig verlichting voor kwetsbare ouderen in zo’n wijk, die tijdens een hittegolf hun huis niet verlaten. ‘Vanwege het grote raamoppervlak dat de zonnestralen vrij spel geeft, is de woning zelf het grootste hitte-eiland waar amper aan te ontsnappen is. Voor ons is de woning de hotspot, niet de buitenruimte.’
Armste wijken
Helmer vervolgt: ‘Natuurlijk werkt de openbare ruimte door in de woning en kan de temperatuur in een dichtbebouwde stedelijke omgevingen 10 graden hoger zijn dan buiten de stad. Daarom hebben we (het Klimaatverbond, red.) vanuit een netwerk met onder meer de GGD, woningcorporaties, kennisinstellingen en steeds meer provincies en gemeenten de hitteadaptatiestrategie ontwikkeld die gaat over ‘gebied, gebouw, gezondheid’.’
Hitteadaptatie is volgens Helmer een integrale opgave die start met een analyse over wie kwetsbaar is voor hitte, in wat voor woning zij of hij verblijft en hoe versteend de wijk is waar die woning staat. ‘Het lijkt er dan op dat de warmste wijken ook vaak de armste wijken zijn met wijken als Overvecht, Holtenbroek en de wijken in Dukenburg. De temperaturen in het openbaar gebied kunnen hier misschien lager zijn dan in het centrum van de stad, maar de temperatuur in de woningen in combinatie met relatief veel bewoners die oud zijn of een slechte gezondheid hebben, resulteert alsnog in een hoog hitterisico voor die wijken.’
Integrale wijkontwikkeling
Als het op de fysieke wijkverbetering en groen aankomt, dan constateert Helmer dat groen nog te veel als losstaand element in de openbare ruimte wordt ontworpen. Om de schade van hitte voor kwetsbare groepen zoveel mogelijk te beperken – en als kwaliteitsimpuls voor een gezonde leefomgeving – moet de openbare ruimte volgens haar veel meer in samenhang met het vastgoed worden ontworpen en het groen met het ontwerp van de woningen worden geïntegreerd.
‘De gevel van de nieuwe Zalmhaventoren begint op het betegelde straatniveau. Dat is niet alleen ongezond, dat is gewoon akelig’
‘Je kan dan bijvoorbeeld denken aan pergola’s of arcades tegen de huizen aan zodat de zon niet direct op de gevel staat en bewoners direct beschutting hebben voor hun huis. Ik kom regelmatig in Rotterdam. De gevel van de nieuwe Zalmhaventoren begint op het betegelde straatniveau. Dat is niet alleen ongezond, dat is gewoon akelig. Bij transformatie van bestaande stadswijken zul je daarom meteen moeten meewegen hoe je via groenoplossingen de hitte in en direct om de woning en de straat zoveel mogelijk kan beperken, in plaats van dat alle aandacht uitgaat naar openbaar groen en parken.’
Ontmoetingsplaats
Het probleem is volgens Helmer dat stedenbouwkundigen vaak vanuit hun eigen ervaring en referentiekader redeneren. ‘Maar uitgaande van de grootste hittestressrisico’s ozul je je moeten verplaatsen in een tachtigjarige in een wederopbouwwijk die slecht ter been is. Focus op wat mensen kwetsbaar maakt voor hitte. Dan kom je vaak uit op sociale kwetsbaarheden. Eenzaamheid is een belangrijke sociale kwetsbaarheid. Een pergola of arcade tegen de woning aan biedt niet alleen broodnodige beschutting tegen de zon, maar kan ook als ontmoetingsplaats fungeren.’